Het was op de klinische, raamloze eenpersoonskamer in Kuala Lumpur waar ik de knoop doorhakte om terug te keren naar Koh Lanta. Omdat ik eerlijk gezegd geen andere plek in gedachten had én omdat er een meisje zat dat ik had leren kennen. We hadden elkaar een dikke maand eerder ontmoet op het Thaise eiland, nadat ik uit m’n comfortzone stapte en haar aansprak bij de branding.
Eerst twijfelde ik, maar een stemmetje in m’n hoofd zei: “Als je nu niet naar haar toegaat dan zie je haar waarschijnlijk nooit meer.”
Totaal tegen mijn natuur in liep ik op haar af. Meteen al voelde het speciaal. Iets waarvan ik in alle eerlijkheid niet meer wist hoe het ook weer voelde.
Een week na onze ontmoeting op Long Beach reisde zij met een vriendin naar Chiang Mai en bleef ik op Koh Lanta, om daarna naar Koh Phangan te gaan. Een Nederlandse vriend zou me daar namelijk komen opzoeken.
Zij kwam daar een weekje later echter ook naartoe, vrij spontaan. Het werd een tijd waarin ons contact sterker werd.
De vriend waar ik het over had moest vanwege een ziekbed van z’n vader helaas al na 11 dagen vertrekken, terwijl we dik 3 weken gepland hadden. We stonden beide met tranen in onze ogen op de haven, waarna hij met de speedboot richting Koh Samui vertrok om daar het vliegtuig naar Bangkok te pakken.
Zodoende bleef ik voor de resterende tijd in m’n eentje in het huisje dat we hadden gehuurd. Het Oostenrijkse meisje bleef ook, en vertrok een dag voor ik Koh Phangan zou verlaten om haar laatste weken door te brengen op Koh Lanta. Voor mij was het vetrek een ‘moetje’, aangezien mijn visum verliep.
Ook dit afscheid viel zwaar. Even later appte ze me dat ze op het dek aan het huilen was.
Zouden we elkaar nog zien?
Ik stelde mezelf gerust door die vraag met ‘ja’ te beantwoorden, want ik kon haar immers opzoeken op Koh Lanta.
Alweer was ik alleen achtergebleven, en stiekempjes hakte het er behoorlijk in. Telkens afscheid moeten nemen terwijl je dat eigenlijk helemaal niet wilt.
Die middag ben ik vervolgens lekker gaan schrijven vanuit de hangmat op het balkon.
Later belandde ik in Kuala Lumpur, de stad waarmee ik dit artikel begon. Ik vermaakte me een paar dagen in het gezellige Little India, maar de échte reiszin om door te pakken ontbrak. Daarbij wist ik dat het Oostenrijkse meisje op Koh Lanta was, bovendien een plek waar ik me die maanden ervoor goed thuis voelde. En dus ging ik weer die kant op.
Het werd alleen niet wat ik ervan verwachtte.
Ze vertelde me dat ze ervoor gekozen had om een zekere afstand van me te nemen en me op de boot van Koh Phangan naar het vasteland al, in elk geval voor deze vakantie, vaarwel had gezegd. De redenen: mijn onduidelijkheid over wat ik wil, het feit dat ze bijna terugging naar Oostenrijk en haar reis rustig wilde afsluiten en de verschillen in hoe we ons gedroegen.
Ineens voelde het helemaal anders. Ik kon haar amper nog bereiken. De dagen waren zwaar en droevig. Bijna een rouwstemming. We praatten nog een keer met elkaar, op het strand waar ik haar maanden eerder aansprak. Het was fijn, maar ik merkte dat ze een muur had opgetrokken. Een muur van bescherming. Haar blik leek echter te zeggen dat ze meer voelde dan ze toonde.
Maar ja…
Dit was ons laatste gesprek.
Ik voelde me verdrietig dat het zo hard eindigde. Het was zo mooi begonnen. Een aantal dagen later verliet ze ook nog eens het eiland en was haar laatste energie van Koh Lanta verdwenen.
Na door een diep dal te zijn gegaan, voelde ik plots verlichting en niet persé het verlangen om haar nog te zien. Iets wat ik die weken ervoor juist heel erg had.
Of in ieder geval dacht te hebben…
Vond ik haar wel écht zo leuk als persoon? Of was het vooral de situatie van liefde en dingen delen die ik zo lang niet had ervaren, en daarom misschien enorm miste?
De luchtigheid keerde langzaam terug en ik dacht na over de nabije toekomst. Voor m’n gevoel was ik wel klaar op Koh Lanta, vanwege het laagseizoen waren er bovendien weinig andere toeristen om een praatje mee te maken.
Verder was het vrij vaak afscheid nemen van mensen me niet in de koude kleren gaan zitten. Mijn moeder die de bus instapte in Ao Nang, Jacco (de vriend uit Nederland) die huilend en halsoverkop vertrok en dus het liefdesverhaal van Verena (het Oostenrijkse meisje).
Koh Lanta voelde als een bestemming om achter me te laten. Reizen wilde ik niet, ik had geen inspiratie om (weer) van hot naar her te gaan. Ik wilde rust, en mensen om me heen waar ik van houd. Even schoot Bali nog door m’n hoofd, al moest ik daarvoor vanwege inreisbeperkingen van alles regelen. Normaal misschien simpel, maar voor nu was alles al snel al ’teveel’.
Na dik 9 maanden, waarvan het overgrote deel in Thailand, met twee visum-uitstapjes naar Da Nang en Kuala Lumpur besliste ik om terug naar Nederland te gaan. Om iedereen weer te zien en om me rustig te bezinnen wat ik wil. Met daarvoor nog 5 volle dagen in Soi Rambuttri, Bangkok. Ik keek ernaar uit, de levendigheid van de Thaise hoofdstad. De plek waar mijn backpackleven in 2011 ooit begon, en waar ik 9 maanden geleden dit avontuur startte.
Het avontuur dat ingegeven werd door een roeping die ik in het Portugese Lagos al voelde. Een roeping van Koh Phangan. Ik heb me daar supergoed gevoeld, ondanks een lastig begin. Uiteindelijk ben ik verrassend genoeg nog langer op Koh Lanta geweest, zo’n 4,5e maand. Het bijzondere mens Akarat, de mooie tijd die ik er met m’n moeder beleefde, de diepe gesprekken met m’n Duitse buurmeisje, de paradijselijke dag op Koh Rok, het schattige kindje en het onverwachtse liefdesverhaal…
Ja het zijn momenten geweest die me altijd zullen bijblijven. En momenten die me veel over mezelf en het leven hebben geleerd. Onder andere dat ik al jarenlang vrijwel alles alleen doe, en misschien wel té alleen ben geweest. Ik heb voor even ervaren hoe mooi het is om samen met iemand te zijn en te kunnen delen. En dat onduidelijkheid (“Ach, we zien wel.”) voor mij misschien niet persé iets lastigs is, maar voor de ander wel degelijk.
Na m’n besluit om terug te keren naar Nederland, merkte ik dat er iets aan me knaagde. Het bleek juist die onduidelijkheid te zijn. Onduidelijkheid van wat komen ging. In Nederland strand ik normaal gesproken bij m’n moeder, vader en die ene vriend.
Voor eventjes oké, maar niet te lang.
Alleen ja, Nederland is gewoon niet mijn plek om te wonen. Dus ja, wat komt erna? Ik wil niet van anderen afhankelijk zijn en als logé van de ene naar de andere plek trekken.
Die onzekerheid maakte me op Koh Lanta gek in m’n hoofd.
Op een of andere manier leek het of ik Azië met dit besluit voorgoed achter me liet, terwijl dat natuurlijk nonsens is. Die avond belde ik met een vriend die sinds kort op Bali woont en merkte er fijne energie van te krijgen.
Deze terugkeer naar Nederland betekent helemaal niets definitiefs, zo bedacht ik me. Het kan net zo goed tijdelijk zijn, waarna ik naar bijvoorbeeld Koh Phangan of Bali ga om me daar (tijdelijk) te settelen.
De zwaarmoedige energie zorgde voor verlichting.
Ik voelde heel sterk dat mijn volgende woonplek ofwel in Lagos (Portugal) ofwel op Koh Phangan of Bali is.
Lagos is echter reteduur en valt daarmee eigenlijk af. En dus zit ik er sterk aan te denken om over een paar maanden terug te gaan naar Koh Phangan, om daar voor langere tijd iets te huren. Daarna wellicht Bali? Hoe dan ook niet (meer) het idee te hebben dat je naar je volgende bestemming moet.
Al ken ik mezelf en voel ik het na een tijdje vaak toch weer kriebelen. Ik vind het gewoonweg lastig om mezelf aan iets of iemand te committen. Gezien het leven dat ik m’n baan opzei natuurlijk niet zo vreemd, maar ja.
Zonder committen kom je uiteindelijk weer terug op hetzelfde punt.
Serieus, voorafgaand zeggen: “Ik ga daar 4 maanden wonen” is voor mij al een dingetje. Maar zoiets wél een keer uitspreken kan net zo goed rust geven natuurlijk!
Als je nooit ergens voor langere tijd zit, dan is het vrijwel onmogelijk om een sociaal leven op te bouwen en diepere connecties met mensen aan te gaan. Laat staan een relatie en eventueel een gezin. En die altijd terugkomende goodbyes… Ik ben er moe van. En velen -die ik onderweg gesproken heb- met mij.
Je hebt geen zin om je steeds te geven om daarna gedag te zeggen. Onbewust leidt dit misschien ook wel tot afstand houden en meer oppervlakkige contacten?
Tijdens deze reis heb ik, toevallig of niet, best wel wat momenten ervaren die wijzen in de richting van iets meer vastigheid. M’n buurmeisje op Koh Lanta dat terug naar Duitsland ging om daar haar leven op te bouwen, samenzijn met een meisje, een van–lifer die bezig was met een jaarvisum om op Koh Phangan te kunnen wonen, een backpackmaat uit 2011 die tot voor kort de wereld over zwierf maar onlangs een kind kreeg, het spelende kind dat meerdere keren terugkwam, de confrontatie met mezelf en het zoveel alleen te doen en me soms lost te voelen…
Wat het allemaal moge betekenen? We gaan het zien.
Het jarenlang rondtrekken heeft me in ieder geval een hoop geleerd en me met allerlei prachtige mensen in contact gebracht. Als ik daar nu zo over nadenk is dat toch wel heel bijzonder allemaal, en kan ik alleen maar dankbaarheid voelen. Dankjewel mooie wereld, dankjewel mooie mensen.
Mooi verhaal en ook lastig lijkt me… Goed om nu voor jezelf te bepalen wat je wil. Ik lees al sinds vorig jaar oktober al je verhalen en kan hopelijk 2 aug naar Japan vliegen om te beginnen met mn reis van 4,5 maanden. Ik vetrek naar Japan, daarna Singapore Kuala Lumpur, Thailand, Laos, Vietnam en Cambodja. De laatste 1,5 maand woon ik op Bali. Wat lache als jij daar dan ook zit en we een Bintang kunnen drinken.
Ik houd je verhalen in de gaten en succes met het maken van een keuze!