Een jungle-trekking doen, Bukit Lawang op Sumatra is er de perfecte bestemming voor. Vanuit het dorpje loop je in ongeveer 10 minuten het ongerepte Gunung Leuser National Park binnen. Dé spot waar je onder andere orang-oetans, de prachtige Thomas leaf monkeys en joekels van varanen in het wild kunt zien.
Althans, dat is wat je veelal leest. Om het zelf te ervaren, ben ik 2 dagen de jungle in getrokken. En ik kan je alvast zeggen: het is een expeditie geworden die me voor altijd bij zal blijven.
Het is de gedroomde plek voor mensen die van (bijzondere) dieren houden en zij die willen verdwalen in het regenwoud. Daarnaast zal je ervaren hoe het is om back to basics te gaan en te connecten met de pure natuur. En je moet niet terugdeinzen voor een stevige hike, ik zeg het je maar vast 😉 .
In dit artikel vertel ik je meer over de tijd die ik in de wildernis heb doorgebracht. Ook geef ik je handige tips over wat mee te nemen en waar jij je trekking kunt boeken. En verder mijn aanraders voor Bukit Lawang op het gebied van accommodatie, eten en drinken en hoe je er precies komt.
Ga je mee op avontuur? Lees dan even verder 🙂 .
Aangekomen in Bukit Lawang
Na een rit vanuit Medan die langer duurde dan me verteld werd, namelijk ruim 5 uur door slechte weersomstandigheden en vele files, kwam ik aan in het rustige en vooral groene Bukit Lawang. Wat een heerlijke plek om te zijn, na zo’n vieze stad als Medan.
Aangezien de chauffeur mij een guesthouse had aangeraden en ik toevallig juist die accommodatie op het oog had, besloot ik om daar in te checken. Ik heb het over Ida Guest House.
Ik had zelf in gedachte om eerst een dagje uit te rusten en daarna de trekking te doen.
Maar goed.
Muhdi -de eigenaar- vroeg aan me of ik bij de groep van de dag daarop aan wilde sluiten. Hij zou me dan €15 korting geven waardoor ik in plaats van €70 slechts €55 hoefde te betalen. Hij was zo behulpzaam en aardig, dus ik dacht: waarom ook niet. Ik boekte voor 2 dagen inclusief 1 overnachting in de jungle.
Rond 23 uur ging ik slapen. De dag daarop ontwaakte ik uit mijn slaap met het fijne geluid van de hard stromende rivier voor mijn kamer.
Een trekking in Bukit Lawang: wat neem je mee?
Na te hebben ontbeten, ging ik m’n spullen maar eens pakken. Ik raad je aan om het volgende mee te nemen:
- 2 flessen water van 1,5e liter
- Muggencréme
- Zonnebrand (al heb ik deze niet nodig gehad)
- Een handdoek (als je wilt zwemmen)
- Schone kleding voor de 2e dag
- Een zaklampje (kan ook via je telefoon)
- Eventueel toiletpapier
- Eventueel slippers
- Eventueel oordopjes (ik heb ze niet gebruikt, omdat ik het geluid van de natuur fijn vind)
That’s it 🙂 .
Zelf heb ik het volgende aangedaan:
- Een tanktop/singlet
- Een zwembroek
- Hardloopschoenen met bijbehorende sokken
Ik moet zeggen dat ik blij was dat ik hardloopschoenen aan had. Bepaalde stukken waren namelijk erg steil en ik ben een paar keer uitgegleden, gelukkig zonder schade.
Eten is er onderweg genoeg, je kunt altijd om een stukje fruit vragen. Wat zoute of zoete snacks meenemen, kan natuurlijk ook.
Goed om te weten: er waren geen kussens aanwezig, hiervoor kun je bijvoorbeeld een handdoek gebruiken. Beter iets dan niets 😉 .
Wat doe je met je belangrijke spullen?
Zelf heb ik een laptop bij me en die ga ik natuurlijk niet mee de jungle innemen. Gelukkig kon ik deze in een kluisje opbergen in Ida Guest House. Datzelfde gold voor mijn e-reader en zonnebril.
Even twijfelde ik, maar soms moet je mensen durven te vertrouwen. Zeker als je het gevoel hebt dat ze goedwillend zijn. Dat is dan ook wat ik deed.
Geld en paspoort heb ik voor de zekerheid zelf maar meegenomen, aangezien dit toch bijna niets weegt.
De meerdaagse jungle-trekking: mijn ervaringen
Je bent vast benieuwd hoe de gehele trektocht door de wildernis en langs de orang-oetans voor mij is geweest, zodat je een beetje weet wat je te wachten staat. Ik neem je vanaf hier mee het regenwoud in, lees dus lekker verder 🙂 .
Op naar de jungle
Na kennisgemaakt te hebben met de gidsen, Andi en Jipur, liepen we -in totaal 6 mensen inclusief de gidsen- om 09.00 uur richting de hangbrug die ons naar het Gunung Leuser National Park zou brengen.
Daar begint voor mij direct het eerste ‘probleem’. De brug is nogal hoog en er zitten losse planken op. Verstijfd loop ik eroverheen en ik ben blij als ik een paar minuten later aan de overkant ben.
Via de rivier belanden we in het nationale park waar direct de klim omhoog begint. We komen best wat andere mensen tegen en even ben ik bang dat het een nogal toeristische tour gaat worden. Dit is gelukkig niet zo, weet ik later.
Zelfs in de ochtend blijken muggen en allerlei andere insecten hier al behoorlijk actief, daarom besluit ik me snel nog even in te smeren.
Kennismaken met Sandra
Na wat klauterwerk komen we nog geen uur later bij een plek uit waar we direct beloond worden. De eerste orang-oetan laat zich zien! Het gaat hier om Sandra, een bekende bij de park-rangers. Uit de hoge bomen komt ze tevoorschijn en loopt ze onze richting uit:
Helaas wordt het op dat moment wat drukker en probeert iedereen zijn of haar fotomomentje te pakken.
Dan klimt Sandra in de boom en kijken we allemaal vol verbazing toe. Dan komt ze dichterbij. Iedereen houdt z’n adem in als hij een Nederlandse vrouw vastpakt bij haar rugzak die vervolgens achterover valt. Gelukkig klimt Sandra weer omhoog en is er niets met de vrouw gebeurd. Ze blijkt overigens Nederlands te zijn en, hoe toevallig ook, Sandra te heten.
Onze gidsen, Andi en Jipur, adviseren om even te wachten tot de andere toeristen verdergaan. Een goede tip, want daarna hadden we Sandra voor ons alleen als ze wederom verschijnt 🙂 . Tegelijkertijd zien we in de verte nog een baby-oerang-oetan aankomen.
Hoe herkennen de rangers de verschillende orang-oetans? Jipur zei dat ze soms aan hun gezicht kunnen zien om wie het gaat. Bijzonder hé?
Nog meer dieren
We lopen verder en ongeveer een uurtje later komen we uit bij een plek waar we 2 dieren zien die we nog niet hadden gespot: een wilde pauw en een schitterende Thomas leaf monkey.
Die laatste lijkt er alles aan te doen om zo goed mogelijk te poseren, wat een mooi plaatje oplevert:
Jipur vertelt ons dat deze aapsoort aardig is voor mensen en dus niet gevaarlijk. Dit in tegenstelling tot de (meeste) orang-oetans.
Ook hier zien we trouwens weer een orang-oetan in de bomen hangen, maar ik besluit in m’n eentje bij ‘Thomas’ te blijven en me nog even te verbazen over het moois dat ik in deze korte tijd al heb gezien.
Na een tijdje trekken we verder en komen we aan bij een plekje om te lunchen. Iets waar we allemaal wel zin in hebben.
Lunchen met vele verrassingen
Eenmaal aangekomen, is er nog een groepje met 2 andere reizigers waar we samen mee gaan eten. Andi geeft ons lekkere nasi goreng met een gebakken eitje omhult door grote gele bladeren.
Dan zie ik dat een van de andere gidsen bezig is om een joint te draaien. Dit verbaasde me nogal, maar we moesten er allemaal best wel om lachen. Ze vroegen me of ik ook wilde, maar het leek me verstandig om nog even nuchter te blijven.
Na de nasi legt Andi allerlei soorten vers fruit op een kleedje. Bananen, passiefruit, ananas, lychees en mandarijnen.
Andi lag vervolgens te slapen op een liaan, zelf zou ik angst hebben om er vanaf te donderen. Maar goed, de locals hier zijn alles gewend en lijken letterlijk nergens bang voor 🙂 .
Marihuana is trouwens niet de enige verrassing van deze lunch. Uit het niets komen namelijk nog 2 orang-oetans, een moeder met haar baby, tevoorschijn die het op ons fruit gemunt hebben. Via allerlei omwegen proberen ze dichtbij te komen, maar (gelukkig) houden ze steeds enige afstand. De gidsen stellen ons gerust en zeggen dat alles ‘oké’ is, al ben ik enigszins op m’n hoede als de kleine wel erg snel richting mijn banaan afzakt.
Waarom is een orang-oetan een mensaap? Vraagt Jipur uit het niets. Geen idee, zeg ik. Het antwoord is simpel: omdat ze geen staart hebben, zo zegt hij.
Het vervolg door de jungle
Het is inmiddels 14.00 uur en we zetten onze expeditie voort.
Bij een gigantische stam geeft Andi ons allemaal een stukje boom, dit blijkt wilde kaneel te zijn. Zelf vond ik het eerder naar eucalyptus smaken, bijzonder.
Jipur vertelt vervolgens dat orang-oetans een blad boven hun gezicht houden als het regent. Wanneer het gezicht nat wordt, kunnen ze namelijk ziek worden. De rest van het lichaam wordt beschermd door de vele haren.
Dan zie ik een reusachtige mier lopen. Andi pakt ‘m zomaar op, ik zeg dat hij uit moet kijken. Echter, hij geeft aan dat het een vrouwtje is en alleen de mannetjes bijten.
Lees ook: Een te gekke jungle-trekking in Chiang Mai (Thailand).
Daarna komt Jipur weer met een leuk weetje: in de jungle gebruiken ze de mannelijke mieren voor het hechten van wonden aangezien er geen ziekenhuizen zijn. Aan beide kanten van de wond bijt een mier waarna ze de achterlijfjes losmaken. De kaken, die de wond dicht houden, laten ze zitten.
Ik doe nog een paar optrek-oefeningen met Andi door me vast te houden aan 2 bomen. Inmiddels heeft Jipur met de andere groepsleden afgesproken dat we het laatste gedeelte van de dag afwijken van het geijkte pad. Naja, met het andere Nederlandse meisje. De overige 2, Russen, spreken namelijk geen woord Engels en lijken alleen in elkaar geïnteresseerd te zijn.
Off the beaten track
De tocht wordt steiler en steiler. Naar beneden welteverstaan. Bij elke stap die ik zet, kijk ik voor me waar ik mijn voet neer moet zetten. Dat dit nodig is, blijkt wel uit het feit dat ik meerdere keren wegglijd. Soms kies ik ervoor om heel laag bij de grond te zitten, om mogelijke schade te beperken.
Helaas geven foto’s hoogtes en dieptes nooit helemaal goed weer, maar de afbeelding hieronder laat een beetje zien hoe de klim eruit ziet:
Volledig uitgeput komen we rond half 4 beneden aan bij een rivier waar de stroming nogal heftig is. We trekken onze schoenen uit en lopen voorzichtig naar de overkant. Dit is de plek waar we gaan eten en overnachten.
Na zonneschijn komt regen?
Aangezien ik geen handdoek bij me heb, kies ik ervoor om uit het water te blijven. Wel friste ik mezelf wat op. Daarna ging ik even liggen. Het beloofde matras bleek een matje te zijn. Maar goed, wie verwacht er nou ook veel comfort te krijgen in de middle of nowhere?
De gidsen en nog 2 andere locals zijn inmiddels aan het koken.
Na wat thee gedronken te hebben langs het water, liggen we met z’n vieren op de matjes en begint het vervolgens te stortregenen. En niet zo’n beetje ook. Ik moet zeggen dat dit samen met de klotsende rivier en de oneindige donkerte een magisch effect gaf. Echt het gevoel dat je helemaal weg bent van alles.
Een memorabele avond
De regen duurt en duurt, maar rond half 7 wordt het rustiger. Jipur, Andi en de 2 andere locals (Niki en Samsol) komen naar ons ‘huisje’ om het urenlange bereide eten te brengen. We zijn aangenaam verrast.
Groenten, chicken rendang, curry, rijst, kroepoek, een soort sojablokjes en pittige seafood is wat we krijgen. Veel keuze en het smaakt verrukkelijk. Vooral de rendang-kip vind ik heerlijk.
Omdat we allemaal nogal moe zijn, verwacht ik dat we gaan slapen. Echter, Andi en Jaipur hebben nog wat verrassingen voor ons. Black magic, zoals Andi het noemt, kaart- & luciferspelletjes en dat soort dingen. We lachen wat af, ook omdat de 2 Russen uit hun comfortzone worden getrokken en eindelijk wat losser lijken te komen.
Dan is het echt tijd om te gaan slapen, de energie is nu op. Check-check-dubbel-check op insecten; de kust lijkt veilig 🙂 .
Een harde nacht en…
Ondanks dat ik uitgeput ben, valt slapen nog niet mee. Er is geen kussen, daarvoor offer ik m’n slaapzak op. En als je quasi op de grond ligt, dan voel je iedere draai die je maakt. Op je zij liggen is dan vrijwel onmogelijk.
Ach ja, ook dit hoort bij het avontuur dat jungle-trekking heet, denk ik dan maar. Al vind ik slapen in een hangmat zoals ik in Ban Lung deed een stukje prettiger.
Na toch wat nachtrust te hebben gepakt en witte gibbons te horen, stap ik in de vroege ochtend uit ‘bed’ om naar de ‘wc’ te gaan. Je begrijpt dat deze er niet is. Nadat ik terugkom en weer in bed lig, voel ik ineens iets jeuken op m’n onderbeen.
Shit. Een bloedzuiger.
Heb ik deze net in de bushbush opgepikt? Ik ren de tent uit en loop richting het water om de wond schoon te maken. Daarna dep ik wat met een papiertje.
Ondanks dat ik weinig geslapen heb, voel ik me verrassend fit. Zou het door de natuur komen?
Ontbijten met twee nieuwe gasten
Tot mijn blijdschap zie ik dat Niki omelletjes aan het maken is met toast. We krijgen ieder een soort sandwich met tomaat, komkommer en ei. Superlekker, en weer eens wat anders dan rijst, wat de locals overigens wel eten.
Aangezien ik dit witte brood nooit echt vind vullen, vraag ik of ik ook wat rijst mag. Na een flink bord, vind ik het mooi geweest.
Jipur is trouwens al de hele ochtend bezig met het maken van een amulet. Hij zoekt een soort kleistenen die hij met een stanleymesje bewerkt tot een orang-oetan-hoofd. Ik vind het indrukwekkend om te zien hoe creatief mensen hier zijn.
Als we ons kopje thee inschenken, komt er ineens een Thomas leaf monkey in de bomen tevoorschijn. En een paar minuten later nog een. Dat we hier middenin de vrije natuur zitten, is inmiddels wel duidelijk 🙂 .
Rond de klok van 10 maken we ons op voor het slotstuk van deze jungletocht.
Het begin van een pittige trekking
Ik dacht dat de 2e dag mee zou vallen, maar de trip was toch nog behoorlijk pittig. We starten met een wandeling door de rivier over de stenen die hier en daar behoorlijk glad zijn.
Een kwartiertje later begint de weg terug omhoog. En dat valt niet altijd mee. Soms merk ik tevens dat m’n hoogtevrees op de proef wordt gesteld, maar gelukkig bijt ik me hier doorheen.
Op een vlak stuk komen we bij een boom waarvan de stam volledig is aangetast door termieten, zo vertelt Jipur.
Even later komen we bij een andere boom die bekendstaat als de ‘chocolate tree’, althans dat is wat Andi ons doet geloven. Na een hapje te hebben genomen, blijkt het letterlijk een bittere pil. Het is een boom waarvan onder andere tonicwater wordt gemaakt.
Als hij dit had verteld, had niemand waarschijnlijk geproefd aangezien veel mensen bitter niet lekker vinden. Vandaar de naam ‘chocoladeboom’. Een pluspuntje is dat het eten ervan je zou beschermen tegen muggen.
Nog meer orang-oetans
Als ik eigenlijk verwacht dat we deze dag geen orang-oetans meer gaan spotten, zegt Jipur dat hij het idee heeft Mina te horen. Mina is een vrouwtje dat minder aardig is dan Sandra, dus hij geeft aan dat we een zekere afstand moeten houden.
Maar komt Mina wel? Ik zie namelijk niks.
Echter, dat onze gids geen onzin uitkraamt, blijkt wel als er 2 orang-oetans uit de verte naar ons toekomen. En inderdaad, het zijn Mina en haar baby. Wat is dit prachtig om mee te mogen maken 🙂 .
Jipur is letterlijk één met haar als ik zie dat hij Mina een soort van toespreekt. Hij geeft enkele wortels en wat fruit die beide mensenaapjes maar al te graag opeten. Dan verschijnt er nog een andere orang-oetan die er snel met zoveel mogelijk wortels vandoor gaat. De gidsen vertellen ons dat dit maar goed is ook, omdat Mina anders boos wordt.
Als het eten bijna op is, geven Jipur en Andi aan dat we door moeten lopen aangezien het anders wel eens gevaarlijk zou kunnen worden. Jipur blijft even achter en Andi gidst ons verder de jungle in.
Steil, steiler, steilst
Waar het pad rechtdoor lijkt te lopen, gaat Jipur ineens naar beneden.
Moeten we hier echt afdalen?
Denk ik dan. Het is namelijk nogal steil. Laten we er maar voor gaan dan hè?
Normaal zeggen ze altijd dat je de omgeving moet scannen en vooruit moet kijken, maar mijn zicht is voor dit gedeelte even nauwelijks verder dan wat er vlak voor m’n voeten te zien is. Even niet opletten en je keldert namelijk tig meters naar beneden. En daar heb ik nu even geen zin in 🙂 .
Ik ben erg blij als ik een rivier hoor en we een watervalletje te zien krijgen:
Deze waterval is niet het eindpunt, al denk ik dat even. Jipur loodst ons verder.
Varanen en watervallen
Wanneer ik achter me kijk, zie ik dat Andi ook weer verschenen is. Na afwisselend omhoog en omlaag te zijn geklauterd, komen we uiteindelijk bij een spectaculair stukje natuur uit met een oogstrelende verborgen waterval:
Ik verfris mezelf hier even met het verkwikkende water.
Even daarop zien we een grote varaan in een beekje lopen, een ‘monitor lizard’ die er langzaam vandoor gaat:
Lunchen in een paradijs
We lopen verder door het hoge gras en de Russische jongen laat merken dat er een bloedzuiger op z’n been zit. Ik pas daarom extra goed op.
Als we uit het grasveld komen, is er een prachtig uitzicht over een de rivier, stenen en de hoge groene jungle. Een eindje verderop ploffen we neer voor een lekkere maaltijd. Het is 13.15 uur en we hebben er alweer een dikke 3 uur opzitten.
We krijgen gewokte noodles en daarna watermeloen, ananas, bananen en passiefruit. Deze energie komt goed van pas voor dat wat nog komen gaat: het tuben.
Tuben op de wilde rivier
De gidsen, Samsol en Niki (die ook weer waren gekomen) maakten vier banden (‘tubes’) aan elkaar vast en deden onze rugzakken in een waterdichte zak. Toen was het tijd om in te stappen, de laatste uitdaging kon beginnen.
De rivier is nogal wild, en dan druk ik me zachtjes uit.
We beginnen direct op een heftig stuk, al zit ik voor m’n gevoel vrij stevig. Jipur en Niki hangen op de zijkant met hun benen in het water, met gevaar voor eigen leven denk ik op dat moment.
Maar goed, ze kennen de omgeving zullen we maar zeggen.
We knallen bijna tegen een rots aan maar de stokken houden ons er net vanaf. Ik probeer me vast te houden aan het touw dat strak om de banden zit. Soms lukt dat, soms niet.
De zingende Andi -“Welcome to the jungle”- zorgt dat de sfeer erin blijft. En dat lukt goed. Wat is dit gaaf om te doen zeg.
Na ongeveer een half uur komen we aan bij het punt waar ons avontuur allemaal begon: Ida Guest House. Totaal doorweekt stappen we uit en bedanken de gidsen voor deze 2 geweldige dagen. Ik heb het gevoel een week of langer weg te zijn geweest. Wat mij betreft een goed teken.
Een stukje reflectie
Zelf deed ik de trekking in 2016 en het was voor mij de eerste keer dat ik oog in oog kwam te staan met orang-oetans. Zoals je gelezen hebt maakte het enorme indruk op me (duh). Later realiseerde ik me helaas wel dat dit verre van het natuurlijke gedrag van zo’n beest is en het simpelweg wordt gedaan om toeristen een ongelofelijke ervaring te geven.
Hetzelfde is zo voor het voeden van de apen, wat niet bevorderlijk is voor hun dierlijke instinct waarbij ze zelf op jacht gaan om eten te vinden.
Dus ja, nu -jaren later- kijk ik er toch wel ietsje anders op terug.
Waar boek je deze trekking?
Je kunt een tour in Bukit Lawang zelf regelen. Zelf heb ik dit via Ida Guest House geregeld, waar ik tevens heb geslapen. Anno 2023 bestaan zijn nog altijd en ze hebben een goede reputatie – zowel qua tours als de accommodatie die ze aanbieden.
Echter, indien je alles al voorafgaand wilt hebben vastgelegd, kun je er ook voor kiezen om de trekking online te boeken. Ik raad je aan om dit te doen via Local Guides, zij bieden diverse toffe privé-excursies door de ongerepte jungle aan en werken samen met zeer goede gidsen. Bovendien is het fijn om te weten dat zij de lokale communities financieel ondersteunen en ze de dieren nooit zullen voeren. Ben je bijvoorbeeld met z’n tweetjes en wil je samen de trektocht maken met een gids erbij, dan is deze optie ideaal.
Wat kost een trekking in Bukit Lawang?
In 2023 betaal je als buitenlander 150.000 IDR toegang tot het Gunung Leuser National Park, op zondagen is dit 250.000 IDR. Deze kosten komen bovenop de tourprijs.
Voor een tweedaagse tour zoals ik deed moet je rekenen op 1.300.000 IDR tot 1.450.000 IDR. Voor een dagtrip door het nationaal park is 600.000 IDR gebruikelijk.
Waar in Bukit Lawang raad ik je aan om te overnachten?
In Bukit Lawang zijn slaapplekken erg goedkoop, zoals eigenlijk op heel Sumatra het geval is. Als gezegd is het Ida Guest House een aanrader. Ze hebben fijne kamers voor een zacht prijsje. Drie andere low-budget-plekken die zeer goede reviews hebben zijn de Green Travelodge, Junia Guesthouse en Orangutan Bungalow.
Zit je liever ietsje luxer? Dan is Jungle Inn Bukit Lawang een keuze die je zal bevallen. Maar voor echte luxe en fancy hotels hoef je naar Bukit Lawang niet te komen, daar is het simpelweg niet de bestemming naar.
Welke plekjes zijn aanraders qua eten en drinken in Bukit Lawang?
Langs de hoofdstraat van Bukit Lawang, die grappig genoeg Jalan Orangutan heet, heb je een boel leuke en lokale eettentjes om heen te gaan. Alles is hier lopend te doen.
Een aanrader is het Cave Rock Cafe, waar ze behalve vlees- en visgerechten ook zat vegetarische opties hebben. Denk bijvoorbeeld aan vegetarische rendang.
Nog een tip die ik voor je heb is het Wild River Cafe, terwijl je geniet van je nasi goreng met een verse fruitsap kijk je uit op de rivier en de jungle. Met wat geluk spot je een orang-oetan of een varaan. Of beide natuurlijk 😉 .
Verder is het Umi Yuki Restaurant een authentiek plekje met goed eten. Ook hier zit je pal aan de Landak River, qua setting kan het niet beter.
Daarnaast noem ik The WATERSTONE, met name om de rendang te proberen. Die is hier namelijk bizar lekker.
Qua koffie heb ik een afsluitende tip voor je: de Saljucoffee Shop.
Kan je pinnen in Bukit Lawang?
Er is slechts één pinautomaat in Bukit Lawang die enkel Mastercard -en dus geen VISA- accepteert. Ik adviseer daarom om voldoende contant geld mee te brengen, ook om de tour te betalen. In sommige guesthouses kun je dit echter ook met je creditcard doen.
De dichtstbijzijnde pinautomaat waar iedere toerist normaal gesproken terechtkan is in Bahorok, dat op zo’n 15 minuten rijden ligt. Je kunt er met een ‘becak’ of een scooter heengaan.
Wat is de beste reistijd voor Bukit Lawang?
Maak je qua reisperiode niet te druk zou ik zeggen. In het regenwoud van Bukit Lawang regent het eigenlijk altijd wel een keertje, zoals je op Sumatra gewend bent. Vaak begint de neerslag aan het eind van de middag, voor één of enkele uurtjes.
De minste regen valt normaal gesproken in maart, juni en juli en de meeste neerslag in december en januari. Al is er eerlijk gezegd geen pijl op te trekken.
Ikzelf was er trouwens in september, en heb er -zoals je hebt gelezen- een geweldige tijd gehad. Tijdens de trekking dan, want naderhand ben ik ziek geworden en ben ik nog zo’n 2 weken gebleven om weer op sterkte te komen.
Wil je de drukte ontwijken? Ga dan niet in juni tot en met augustus. Dan komen namelijk de meeste mensen uit de hele wereld naar Bukit Lawang om het Gunung Leuser National Park te ontdekken.
Hoe kom je in Bukit Lawang?
Als je aangekomen bent op de luchthaven van Medan is Bukit Lawang een logische vervolgbestemming. Je kunt met een minibus of gedeelde taxi gaan, dit duurt ongeveer 3 tot 5 uur, afhankelijk van hoe lang het duurt voor je Medan uit bent.
Met een lokale bus is een andere mogelijkheid die je hebt, dit is alleen meer gedoe, minder comfortabel en het geringe prijsverschil in euro’s eigenlijk niet waard.
Andere opties om er te komen met de bus heb je vanuit Berastagi (5 uur reistijd), Lake Toba (8 uur reistijd), Ketambe (8 uur reistijd) en Banda Aceh (16+ uur reistijd).
Vrijwilligerswerk met orang-oetans
Iets terugdoen voor de lokale community en de orang-oetans, wie wil zoiets nou niet? In Bukit Lawang heb je de optie om vrijwilligerswerk te verrichten.
Ketambe als alternatief
Ben je op zoek naar een authentieker alternatief voor Bukit Lawang? Dan raad ik je aan om een jungle-trekking in Ketambe te doen. Ketambe ligt ten noordwesten van Bukit Lawang, dieper in het Gunung Leuser National Park. Hier leven de apen nog écht in het wild.
Dag Robbert, wat een leuke tekst over Bukit Lawang. Wij hadden voor onze 3 uur durende tocht Andi als gids,echt een fijne kerel. We waren zaterdag met hem op het feestje aan de overkant van Ida’s guesthouse(overkant rivier dus). Als je doorreis naar Pulau Weh,kies dan voor Iboih. Goedkope bungalows en hier overal echt lekker eten. Van een Franse gevulde pannenkoek in Le Cafe Bleu tot verse vis op de bbq tot traditionele Europese gerechten. Hier echter niet zovele souvenirshops als in Lawang. Mocht je er nu nog zitten,kan je misschien zo een langwerpige pennenzak voor me kopen a.u.b.? Ik dacht dat ze die hier ook zouden verkopen,niet dus….zie maar wat mogelijk is. In het winkeltje na de “Roundabound”=aan 3 de brug langs kant van Oss kan je die kopen. Groetjes vanwege die Antwerpenaars die vertrokken na jouw eerste nacht @Bukit.
Hey Sabrina,
Leuk dat je wat laat weten, hoe is het daar?
Zeker wil ik je helpen, alleen weet ik nog niet wat ik ga doen, Lake Toba of Pulau Weh. Tot wanneer blijven jullie daar?
Thanks alvast voor de tips!
Hoi Robbert,wij vertrekken vrijdag 7 oktober heel vroeg in de ochtend,want een klein uurtje met brommertje naar ferry en dan oversteek naar Banda Aceh en van daaruit met vliegtuig naar Jakaeta…..het is vandaag en morgen hier in Pulau Weh al zeker bewolkt en soms met harde regen (geen moessonregen,gewoon REGEN)…we gaan geen dolfijnen spotten (want dat duurt hele dag van 6 u tot 17 u)wel met bbq en dit en dat,maar als de boot geen 8 mensen bevat,dan kost dat 500duizend rp. Per persoon….anders iets van een 280 of zo….awel,als ik jou goed advies mag geven:bezoek dan het Toba lake,een echte aanrader. En bij een Nederlandse man die er al 16 jaar woont met vrouw en kinderen:die vraagt 250 duizend per nacht voor een kamer met tv en aparte douche en wc en ventilator. Ook wel best lekker eten bij hem. Dit guesthouse vind je als je met bootje vanuit Parapat aankomt,dan weggetje volgen en op het baantje naar rechts gaan,als je op “het baantje”komt,dan zie Je voor u een hiuten barak met allemaal boek en en in blauwe berg in het groit”toeristinformatie” geschreven…. (als je overdag arriveert). Je passeert enkele souvenirshops op uw linkerkant, en op uw rechterkant Tabo Cottages (daar zijn wij 3 nachten geweest=met zwembad aan) maar wel iets duurder (minstens 450)maar daar heb je wel elke zaterdag live Batak muziek (voor iedereen toegankelijk)….dus:het guesthouse dat ik bedoel is nog beetje verder stappen en dan op uw linkerkant lees je plots de tekst”biertje drinken”en eetplek is even trapjes naar boven ….wat nog goedkoper is,is als je verdr door loopt in dat straatje en de bocht naar links neemt op uw linkerkant heb je een man die Ronny heet(gewoon vragen)=boven een winkeltje…..die vraagt 150 per nacht (aanrader is kamer 7=vrij Europees ingericht)wel zonder ontbijt MAAR je kan en mag er ten allen tijde zelf koken….. (fornuisje op de gang naar achterste kamer nummer 7)……verder:zeker een brommertje huren!! (Bij die Hollander die vraagt 80 per dag en je krijgt een map en een telefoon mee als er iets gebeurt dan kan je hem bellen). De meesten vragen 100 per dag (van 9 u tot 18 u),maar als het donker is dan niet echt aangeraden om rond de rijden……wij hebben 2 dagen een brommertje gehuurd. 1 dag naar Tele (uitkijktoren met prachtig panoramisch zicht) dit is wel 3000 met persoon…..dan ook de moeite is naar “refretta” Dit is een waterval….nu,je kan daar niet onder zwemmen of zo maar wel verfrissend. Je mag er gerust ook onder staan. Hier ook wel 3000. Denk ik….of 2000 per persoon,maar aan dat barretje bij de inkom kan je eten kopen en dan aan de waterval opeten,je kan er zo lang blijven als je wil. Tip:zorg er voor dat je een Hond brommer huurt=echt krachtig genoeg om de berg-op-nee te halen. EN: DRAAG STEEDS JE HELM! Want wij waren onderweg politiecontrole tegengekomen en die vroeg enkel of ik Indonesisch sprak….niet dus en we mochten door,maar langs de kant stonden mensen zonder helm……ook leuk om te zien:het Batak museum….waar een oud manneke je maar al te graag rondleidt en foto’s van je neemt… hier is het ook 3000 inkom…..is helemaal niet groot,dus verwacht geen museum zoals wij dat hebben,in de week zouden er traditionele batakdansen zijn,maar wij waren er op een zondag dus dat hebben we gemist….en dan zijn er ook nog de stenen beelden…..wederom 2000 of 3000 inkom….heel luide muziek en ja,een “stenen salon”…..dat vinden we maar triestig eigenlijk….wat we niet hebben gevonden was het graf van de koning van de batakken (waarschijnlijk door het “sjeezen”met brommertje)…..verder is er het dorpje “Naigolan”(denk aan de voetballer uit Belgie)…. waar is het heel rustig om naartoe te cruisen en die je gewoon op straat en aan de huisjes Indonesische hangbuikzwijnen. Ik vermoed dat dat graf van de koning richting of in Tomok ligt. Nog 1 tip: je hebt echt leuke goede asfaltwegen,maar tevens slaagt het ook ineens over in echt slechte weg,dus zeker NOOIT bruusk remmen! En als laatste wil ik je meegeven dat je telkens de brommer terug dient vol te tanken na gebruik (=25 000ongeveer,je krijgt hem ook “vol”mee als je vertrekt). Als je naar Hele gaat,dan kom je met 2 bolletjes Bart hoe laat Tuk Tuk….maar je kan overal op de baan BENSIN kopen (litertje dan,dan ben je zeker dat je niet gaat stilvallen). EEN HEEL RUSTIG EILAND WAAR JE WERKELIJK TOT RUST KAN KOMEN MET HELE MOOIE BATAK-HUIZEN,SUPERVRIENDELIJKE MENSEN,KATHOLIEK,EN ER IS MAAR 1 HOOFDBAAN,DUS JE KAN EIGENLIJK NIET VERLOREN RIJDEN”. Als je op de hoofdbaan blijft. Oow ja, en als je aan stenen dinges komt,dan heb je beetje verderop links een heel toeristisch straatje met mooie souvenirs! (Heb er een batakhuisje gekocht+sjaals). Gewoon verder komen tot je aan het water komt,waar een Bintang-biertje en het komt allemaal goed. En als je lekkere pizza wil: FRANKY (in “dorpje”(dorp= maar 1 straatje eigenlijk waar je toekomt. En ook goed om weten: je kan daar nergens geld afhalen,enkel in Pangururan (wij hebben enkel Mastercard bij,dus centjes afhalen @Pematang Siantar of Parapat)……ziezo,als je nog vragen hebt,stel de gerust. Veilige reis gewenst.xx
Wat een tips zeg, bedankt! Daar kan ik wat mee…
Maar Pulau Weh valt voor jou wat tegen dus? De weersvoorspellingen laten goed weer zien, maar dit is dus anders?
Hopelijk hebben jullie het nog een beetje naar jullie zin daar!
Ha Robbert, Weet jij mogelijkheden tot het kopen/huren van een voertuig (tuktuk/motor met zijspan/ auto) op Sumatra? Wij reizen 3 maanden door Sumatra-Java en zijn op zoek naar eigen vervoer (zijn aziatisch verkeer gewend) Gr Sanne, Sjoerd en kids Sam en Noor ( 1 en 3 jr)
Hoi Sanne,
Een auto huren zal wel moeten lukken, dit kan direct op de airport. Bijvoorbeeld bij Medan Rent a Car. Een tuk-tuk wordt denk ik lastig.
Succes!
Als je graag duikt dan is Pauluh Weg een aanrader. Hiet ook een vulkaan en hotsprings maar daar hebben we niets van gedaan. Je kan hier snorkelen en er zijn echt mooie busjes te zien….maar het weer dit niet mee…..is bestemming zal ook beetje afhangen van uw bestemming daarna neem ik aan. Groetjes.xx
Robbert,wat het weer in Pulau Weh betreft:op dit moment een flauw zonnetje met toch enkele wolkenvelden. Het ziet er beter uit dan gisteren in elk geval. Volgens mij gaat het nog wel opentrekken. Vandaag onze was ophalen bij mevrouw @ DeeDee’s café. (20.000 per kilo). Daar kan je ook lekker eten. Hopelijk valt jouw dilemma over bestemming nog goed mee. Groeten.
Dat moet wel lukken 🙂 . Thanks nogmaals voor alle tips.
We zijn op zoek naar een trekking in de jungle voor 4 dagen en een trip van 3 dagen naar Lake Toba, we willen dit met ons 3 personen in een privé-trip.
We arriveren op 24 juli 11:25 in Medan en we hebben nog geen retour ticket vanaf het eiland geboekt.
Hoi Natasja,
En wat is je vraag precies? Je wilt een tip voor een organisatie die vierdaagse trekkings organiseert? Dit kun je via Ida Guesthouse regelen of bij Bukit Lawang Jungle Trekking Tours. Lake Toba kun je in Bukit Lawang bij genoeg reisbureautjes boeken.
Mocht je nog vragen hebben, dan hoor ik het graag.
Succes en een fijne reis.
Beste Robbert,
Dank voor je uitgebreide verslag.
Mijn vrouw en ik gaan in September naar Bukit Lawang.
Ik twijfel tussen een 2 of 3 daagse trekking. Hoe zwaar is het? Wij zijn allebei 59 jaar en redelijk fit, maar niet getraind.
Ik vond het op sommige punten dus nog redelijk intensief… In de zin van dat het soms best steil was. Maar je kunt vragen of ze de tour aanpassen aan jullie eisen, indien je privé gaat. Of vragen welke mogelijkheden ze aanbieden. Er is altijd wel iets te regelen, ik heb genoeg ‘ouderen’ gezien!
Dank je wel
Hoi Robbert,
Wij zijn al een keertje op Sumatra geweest zo,n 20 jaar geleden en willen dat nu weer overdoen met de kids 18 en 14 jaar .
Natuurlijk willen wij naar bukit lawang .
Daarna willen wij graag naar wat eilanden om te duiken en van het strand te genieten.
Als ” ouwe backpackers”” zijn we al het een beetje verpest denk ik .wij zijn ook op de Perhentian geweest zoiets zoek ik eigenlijk in de buurt van bali .Zijn de gili eilanden vergelijkbaar of heb jij nog andere tips ?
Mijn man duik niet dus voor hem moet het boven water ook leuk zijn !
Heb ook gekeken naar nusa lembongan en nusa penida maar kom er niet uit of de stranden daar”bounthy “” zijn
Leuk om je uitgebreide verslag te lezen! En wat ook een avontuur! In oktober/november ga ik samen met mijn vriend voor 3,5 weken naar Indonesië. We beginnen in Bukit Lawang en gaan daar een trekking doen. Ik heb me voorgenomen om wel iets met lange mouwen en een lange broek aan te doen. Alleen kan ik niet zo goed in de winkels iets geschikts vinden (of ik wil iets te specifieks). Heb je nog tips voor kleding? Of schoenen, zijn sportschoenen voldoende of is iets waterdichts aan te raden?
Groetjes,
Marije
Ik heb het gewoon op hardloopschoenen gedaan, was prima te doen (ja oké, op sommige stukken was het een beetje glad, maar het ging prima).
Lange mouwen en broek is toch easy? Ik zou gewoon een hardlooplegging aandoen en een vestje met lange mouwen meenemen. Daaronder doe je bijvoorbeeld een singlet aan.
Veel plezier!