In dit verhaal vertel ik je meer over mijn ervaringen in Medan. Laat ik het kort houden: het is wat mij betreft een stad waar je liever niet wilt zijn. Maar soms moet je wel, bijvoorbeeld als je er net als ik op vliegt.
Lees even verder voor mijn ervaringen in Medan, de chaos-stad van Sumatra.
Problemen op de luchthaven
Aangekomen op de luchthaven van Medan begon het eigenlijk al. Of ik een uitreisticket had. “Nee” zei ik en de norse immigratiemedewerker vroeg me mee te komen naar een obscuur hokje ergens achteraf. Het bleek dat ik voor 30 dagen Indonesië een bewijs van uittreden moest kunnen overleggen, maar als ik de ‘visa on arrival’ kocht die ik later kon verlengen, dan hoefde dit niet.
Logisch hè?
Anyway, ik besloot daar maar voor te kiezen, want ik wilde sowieso langer dan een maand in Indonesië gaan backpacken.
Even daarna kom ik bij het loket waar de prijs voor het visum staat aangegeven. Niet in de lokale munteenheid rupiah, nee in dollars. 35 om precies te zijn. Wie heeft er hier in hemelsnaam dollars op zak, denk ik op dat moment.
Dan snap ik de truc. Ze weten dat mensen doorgaans met een andere valuta betalen, bijvoorbeeld euro of rupiah, en gebruiken daarvoor een voor de klant ongunstige wisselkoers. Zo kwam ik uit op 500.000 rupiah, omgerekend 35 euro. Toch net wat meer dan de prijs in dollars.
Later hoorde ik van andere mensen dat zijn 450.000 rupiah hadden betaald. Ook op de airport komen dus schijnbaar (kleine) scams voor 😉 .
De lokale bus richting het centrum
Met het benodigde visum in mijn handen, besluit ik verder te lopen Boven staan bussen te wachten en na wat tips te hebben gekregen in het nabijgelegen station, stap ik in. SM. Raja street is de plek waar ik uit moet stappen. Ongeveer een half uur later vertrekken we, ik aanwezig als enige Westerling overigens.
Lokaal reizen geeft je het ‘echte’ reisgevoel zegt men wel eens. Dat zou voor dit ritje ook gelden. Na een half uur parkeert de chauffeur de bus. Niet omdat we aangekomen zijn, maar vanwege een onbekend defect. Een oudere vrouw zegt voor de duidelijkheid tegen me dat we eruit moeten.
Daar staan we dan. Wachtend op een nieuwe bus, die gelukkig na een kwartiertje aan komt rijden. Met Wi-Fi zelfs, al blijkt hier geen spoor van als ik het signaal probeer op te vangen.
Wederom stappen we in. Onderweg komt een fruitverkoper binnen. 1 kilo langsat voor 10.000 rupiah, zo’n 66 eurocent. Ik besluit ervoor te gaan. De smaak is een beetje als een lychee, maar soms een beetje bitter. Redelijk geslaagd wat mij betreft.
Na ruim een uur gereisd te hebben en door diverse muggen belaagd te zijn, word ik voor mijn gevoel in de middle of nowhere afgezet. Het valt me direct op dat het hier buitensporig druk is. Veel te veel auto’s. Echt blij word ik er niet van.
Op avontuur in een ‘becak’
Gelukkig staat er een ‘becak’ klaar, een beetje wat een tuk-tuk in Thailand is maar dan een stukje minder luxe. Ik zeg dat ik naar het K77 Guesthouse wil, een van de enige hostels die ik online heb kunnen vinden.
Godzijdank heb ik een foto gemaakt van de locatie, aangezien er bij niemand van de locals een belletje gaat rinkelen. Na even onderhandelen, komen we uit op 20.000 rupiah. Net iets meer dan een euro. Daar gaan we weer.
Al snel wordt me duidelijk dan Medan niets anders is dan een oneindige lange straat volgepropt met auto’s, vrachtwagens, scooters en becaks. Wat een chaos is het er, een grote smog-walm. Hoe kun je hier leven?
De bestuurder, een jongen van wat ik schat net 16, probeert in gebrekkig Engels allerlei dingen aan me te vragen. Helaas versta ik ‘m vaker niet dan wel en andersom geldt hetzelfde. Hierdoor is een gesprek vrij lastig. Echter, de moeite die hij doet, vind ik mooi om te zien. Ik zou willen dat ik je verstond, denk ik dan, maar van sommige zinnen valt nou eenmaal weinig te maken. We lachen vooral en ik kijk wat om me heen.
Hij blijkt de straat van bestemming totaal niet te kennen en doet wat navraag bij enkele voorbijgangers. Ze wijzen ons de weg en ik maak ze blij met het fruit dat ik eerder gekocht had in de bus. Nadat we bijna door een houten vlonder zakken en enkele keren omdraaien door de verkeerschaos, komen we -verrassend genoeg- aan.
Ik bedank hem voor de nogal avontuurlijke rit en geef hem wat langsat-vruchten mee. Daarna loop ik het guesthouse, eigenlijk meer een homestay, binnen.
K77 Guesthouse
Na een toch wel vermoeiende dag, zeker ook omdat ik al vanaf me in de ochtend verslapen had en daarom mijn transfer naar de luchthaven had gemist, maak ik kennis met Lola, een erg lieve vrouw.
Lola spreekt, in tegenstelling tot de meeste mensen in Medan, goed Engels en helpt me met van alles. Wel zo fijn in een plaats waar nauwelijks iemand je verstaat. Ik maak kennis met haar verlegen kindjes en haar man.
De kosten voor een slaapzaal blijken hoger dan ik gewend ben. 150.000 rupiah, zo’n 10 euro. Daar heb je normaal een (goede) eigen kamer voor, maar in Medan is budgetaccommodatie relatief duur, waarschijnlijk door het geringe aanbod.
Het is trouwens een kamer met 3 bedden, dat valt dan weer mee. Bovendien liggen ze heerlijk en is het drinkwater gratis. Ook krijg je een ‘welkomstpakketje’ met douchegel, thee, koffie en een sapje dat naar siroop smaakt.
Ik besluit even te gaan liggen en even later komt er een Amerikaans meisje de kamer binnen. Blijkbaar komen er ook nog andere toeristen, al zou je dat niet zeggen als je een stap buiten de deur zet.
Eten zonder prijzen
Aangezien ik honger heb, loop ik naar de supermarkt en vraag ik naar een goed eetzaakje. Een behulpzaam meisje, dat redelijk Engels spreekt, leidt me over de drukke(!) weg naar een ‘warung’, een lokale eetgelegenheid, waar ze me de gerechten uitlegt. Engels staat hier namelijk nergens op de menukaart.
Ik vraag of ze wil mee-eten, maar verlegen als ze is slaat ze het af. Nadat ik klaar ben, zeg ik tegen de 2 medewerkers dat ik wil afrekenen. Ze begrijpen me alleen niet. Ook in gebarentaal kom ik geen stap verder.
Tja en nu? Weglopen en dan ervan uitgaan dat ze me roepen? Ik zeg dat ik ga en uiteindelijk lukt het toch.
De prijs valt niet te checken, aangezien er geen bedragen op de menukaart vermeld staan. Dit blijkt overal zo te zijn hier in de omgeving. Vervelend, ik heb soms het idee dat ik genaaid word. Al is het maar voor 2 euro, ik wil gewoon de gangbare prijs betalen. Ik heb m’n twijfels als men bij het afrekenen naar elkaar kijkt en moet lachen. Dit is niet overal zo hoor, maar bij een paar zaakjes heb ik het meegemaakt.
Dat de prijzen nogal subjectief zijn, blijkt wel als ik ’s-avonds eerst een bonnetje van 49.000 rupiah krijg en als ik aan iemand anders de rekening vraag, is het ineens 41.000 rupiah. Nogal apart.
Langs de drukke weg, stoepen zijn hier niet, gids ik mezelf terug naar mijn rustige kamer.
Flink wat aanspraak
Oké, Medan is vreselijk qua verkeer en als toerist is het redelijk behelpen, maar de locals zijn lief en lachen continu. Als ik voorbijloop, is het steeds: “hi” of “how are you”, komen auto’s voorbij die toeteren of zie ik mensen simpelweg met elkaar smoezen. Verder voel ik dat iedereen naar me kijkt, zoals ik jaren ervoor in Myanmar al mee heb gemaakt.
Dat dit niet slechts een gevoel is, blijkt wel als 3 meisjes me achtervolgen en na een tijdje vragen of ik met ze op de foto wil. Natuurlijk. Ze lijken helemaal in de zevende hemel en vragen nog even m’n Facebook.
Ik moet zeggen dat het best even wennen is, dat je aan de lopende band wordt aangestaard en toegeroepen. Soms ietwat vermoeiend, al verzacht het enthousiasme van de locals een hoop. En aan de andere kant begrijp ik het wel; er zijn hier nauwelijks Westerlingen te zien. Bovendien ben ik ook nog eens blond 😉 .
Even later vind ik mezelf terug op Facebook van een van de kinderen. Onder de foto staan tig reacties van personen die ‘zoiets’ nog niet eerder hebben gezien. Althans, dat is wat de vertaal-optie mij ongeveer aangeeft.
Slapen en wegwezen
Ze zeggen wel eens dat je een cultuurshock krijgt als je in Bangkok komt. Onzin wat mij betreft. Maar in Medan heb ik toch wel zoiets ondervonden.
De drukte zoals hier is ongekend. Vanuit de slaapkamer hoor ik het verkeer dat alsmaar doorgaat en simpelweg nooit lijkt te stoppen.
Maar er is meer.
Om 4.30 uur (in de nacht dus) klinkt er, dwars door m’n oordoppen heen (écht) luid gezang uit de moskee waardoor iedereen in de kamer wakker schrikt en een dik half uur niet kan slapen. Het papiertje in de gang met daarop een tip om oordopjes in te doen, blijkt niet zonder reden. Al hebben ze in mijn geval dus geen enkele zin.
Ook wordt er overdag aan het dak gewerkt. Hamers, slijptollen en andere machines zorgen voor een overlast waardoor ontspannen onmogelijk is.
Van het comfortabele Bangkok was ik ineens in een totaal vreemde wereld beland waar ik me nog verre van thuis voelde. En eerlijk gezegd had ik weinig hoop dat dit zou veranderen.
Of er iets te doen is? Er zijn shopping-malls, moskeeën en dergelijke bezienswaardigheden om te bezoeken. Maar dat iedere kilometer reizen hier 10 minuten duurt, was voor mij een reden om snel te vertrekken. Dit is niet waarom ik naar Sumatra ben gekomen, of wel dan?
Daarom nam ik om 14.00 uur een gedeelde auto naar Bukit Lawang, de jungle in en weg van deze oneindige file en chaos. Zo kort ben ik nog nooit ergens verbleven.
Dat Medan een verkeershel is, wordt nog maar eens bevestigd als blijkt dat het 2,5 uur(!) duurt voordat we de stad uit zijn. Eén ding is voor mij zeker: hier hoef ik niet meer naar terug.
hoi Robert,
op verjaardag Paul, bekend met deze weblog
Ik moet zeggen dat ik onder de indruk ben van ‘jouw verhaal’ :Respect voor je ‘carierre-move’ , je innerlijke drive om ’te ontdekken’, werkelijk te ondergaan , je lef, en ook hele aanpak (combinatie van nuchterheid, passie, en kwetsbaarheid…..zeldzame combinatie! )
Erg kort omschreven allemaal, ik had dit eerlijk gezegd niet verwacht van jou
Heb laatst gelezen dat 95% van onze hersenen, pure input is, soort besturingssysteem als windows, overige 5% is ‘maakbaar’, kneedbaar
Als dat al waar is, dan zijn die 5% bij jou wel erg veel!
Veel plezier en inspiratie en ontdekkingen verder, ….leuk om te volgen!
Hoi Gerry,
Bedankt voor deze mooie reactie, daar ben ik dan weer van onder de indruk 🙂 .