Bijna iedereen die je tegenwoordig spreekt gaat naar Bali of is er al ’s geweest. Er hangt een enorme hype om het eiland. De plaatjes die je op social media voorbij ziet komen zijn stuk voor stuk om van te dromen.
Is Bali daadwerkelijk zo fantastisch, of is het in werkelijkheid allemaal net ietsje anders dan je wordt voorgeschoteld?
Ik heb er net 6 maanden gewoond en ga binnenkort terug om er wederom voor een langere periode te vertoeven. Maar zeker niet meer in Ubud, da’s een ding dat zeker is. En daarmee verklap ik al een beetje een deel van het gevoel wat Bali in me naar boven haalt.
Nu je hier bent aanbeland zit je waarschijnlijk met de vraag: Is Bali nog de moeite waard?
Op die vraag ga ik je in dit artikel een eerlijk antwoord geven. Ik heb daarom de positieve en negatieve kanten op een rijtje gezet, met daaronder een conclusie. Het is mijn persoonlijke mening, zie het dus niet als een waarheid of zo.
De positieve kanten van Bali
Laat ik beginnen met de positieve dingen van Bali te benoemen. Daaraan is gelukkig geen gebrek 🙂 .
Het mooie noorden
Het gebied ten noorden van Ubud is helemaal super vind ik. Zo maakte ik een roadtrip langs Jatiluwih, Munduk, Lovina en ten slotte Pemuteran. Het was een geweldig avontuur.
Weelderige groene landschappen, glooiende heuvels, machtige vulkanen, opzienbarende watervallen, de voor mij mooiste tempel op Bali en vooral in Pemuteran locals die oprecht verbaasd zijn je in hun dorp te zien.
Eenmaal terug in Ubud leek het net alsof ik op een ander eiland geweest was. Totaal verschillende werelden.
De rijke (en unieke) cultuur
Bali ademt cultuur. De vele hindoeïstische tradities zie je eigenlijk overal wel. De miljoenen toeristen die er jaarlijks komen veranderen daar niets aan. In die zin zou je Bali dus wel degelijk authentiek kunnen noemen.
Een voorbeeld is de ‘canang sari’, kleurrijke offertjes met wierook die dagelijks worden gedaan.
Wat ik erg gaaf vond was om gedurende diverse belangrijke ceremoniële periodes op Bali geweest te zijn. Denk aan Galungan, Kuningan en de wel heel bijzondere stiltedag Nyepi.
Tijdens Galungan zie je stoeten mensen in sierlijke witte kleding door de met torenhoge bamboestokken -‘penjor’- versierde straten wandelen. Indrukwekkend!
Op de dag voor Nyepi -‘Ogoh Ogoh’- loopt men met gigantische demonen rond. Aan deze kwade geesten is soms maandenlang geknutseld, ze doen je mond openvallen van verbazing. Echt ongelofelijk is het.
Ik heb er op de ochtend van Galungan een boek bij gepakt om me enigszins in de ceremonies op Bali te verdiepen, en dan wordt het allemaal nog een stukje fascinerender. Zo las ik een fragment waarin stond dat je op de dag van Nyepi niet de straat op mag om de kwade geesten te laten denken dat iedereen verdwenen is, waarna ze gedesillusioneerd het eiland verlaten.
En het toffe is dat men je er maar al te graag in de ceremonies betrekt. Locals vertellen de diepere betekenis achter deze bijzondere dagen en nodigen je uit om bij hun tempel bepaalde vieringen en tradities bij te wonen.
Enne… Het Balinese hindoeïsme is uniek in Indonesië en zelfs in de wereld. Je maakt het dus alleen op Bali mee.
Balinezen zijn altijd in voor een praatje
Balinezen en Indonesiërs in z’n algemeenheid deinzen er niet voor terug om een praatje met je te maken. Vergeleken met andere landen in Zuidoost-Azië vind ik ze het minst terughoudend. Sterker nog, de gemiddelde Indonesiër is behoorlijk nieuwsgierig. Het zorgt voor gezelligheid.
Regelmatig wordt er door een wildvreemde aan me gevraagd “Where are you going?”, “Where are you from?” en “Where are you staying?” Of “How much you buy?” als ik met een durian over straat slenter.
In pak ‘m beet Thailand, Maleisië of Vietnam zal je zoiets veel minder snel zien.
Misschien, zeker als vrouw, voel je je in zulke situaties niet helemaal veilig. Da’s niet nodig! Intussen weet ik dat het voor Indonesiërs een manier is om beleefdheid te tonen.
Lees ook: is Bali veilig?.
Voor ieder wat wils
Eigenlijk heeft Bali qua voorzieningen alles wat je je maar kunt wensen. Daarmee kunnen zowel de mensen die een exclusieve vakantie gepland hebben en de échte backpackers die op de kosten moeten letten een heerlijke tijd beleven. Ook is het qua landschap best wel divers.
Een paar voorbeelden:
- Een luxe villa op de kliffen van Uluwatu versus een eenvoudige homestay van een tientje omgeven door groen.
- Dineren in een sterrenrestaurant in Seminyak versus eten in een lokale warung voor 1 euro.
- Drankjes doen in een trendy beachclub versus een kokosnoot drinken bij een houten hutje op het strand.
- Op pad met een privé-chauffeur versus zelf op avontuur met de scooter.
- Groene natuur (Ubud en omstreken) versus bergen (Kintamani) versus strand (Uluwatu, Canggu, Kuta, Sanur).
Die veelzijdigheid vind ik persoonlijk fijn, het geeft je onwijs veel mogelijkheden.
Veel digital nomads
Als digital nomad zijnde zal je Bali denk ik erg waarderen. Met name in de populaire streken heb je tig coworking-spots en zul je flink wat andere werkende nomaden ontmoeten. In koffietentjes zie je evengoed regelmatig mensen aan het werk. Ik vind het altijd wel een vet sfeertje geven, ik werk zelf natuurlijk ook online en gelijkgestemden tegenkomen is dan leuk.
Voor de normale toerist kan het desondanks minder aantrekkelijk zijn. Wanneer je een koffiebar binnenloopt en 75% van de mensen zit met geconcentreerde blik te kijken naar het scherm van een opengeklapte laptop, is dat niet bepaald gezellig.
Qua surfen is er weinig beters
Surfen, Bali is er beroemd om geworden. En of je nu een beginner of gevorderde surfer bent, Bali heeft werkelijk voor ieder niveau de perfecte golven.
Kuta en Canggu zijn ideaal om de kneepjes van het vak te leren, terwijl je in Uluwatu talrijke uitdagende spots vindt om los te gaan. Langs de westkust liggen bovendien een heleboel minder bekende surfplekken -zoals Balian Beach- om meer in de luwte je ding te doen.
Bali is sowieso op je lijf geschreven mits je houdt van surfen en die hele vibe die daarbij hoort. 100 procent. Die vibe is trouwens niet mijn favoriete, al zal ik daar nu niet dieper op ingaan.
Een droom voor beachclub-lovers
De beachclubs op Bali zijn van een ander niveau. Zoiets vind je niet zo 1,2,3 in Europa kan ik je zeggen. Voornamelijk in Seminyak, Canggu en Uluwatu zie je ze in overvloed. Finns Beach Club, La Brisa en El Kabron zijn zomaar een paar genormeerde namen.
Mijn ding is het overigens niet, aangezien ik ze juist het toonbeeld van toerisme vindt uitstralen: je ziet er louter buitenlanders, omdat het er simpelweg niet te betalen is voor de lokale bewoner.
Niettemin zijn er natuurlijk zat reizigers en vakantiegangers voor wie zulke hippe strandbars tot de belangrijkste elementen van hun reis behoren. Prima natuurlijk. Bali is dan een van ’s werelds beste plekken om naartoe te gaan, daar is geen woord aan overdreven.
De negatieve kanten van Bali
Wat zijn nu de dingen die ik minder leuk vind aan Bali? Je leest het hieronder.
Vreselijke verkeerschaos
Ik heb het al vaker gezegd en zal het ook nu niet laten: het verkeer op Bali is een ramp. Al is dit vooral zo in de toeristische gebieden, met Canggu en Ubud als grootste negatieve uitschieters. De ‘Canggu Shortcut’ die Batu Bolong met Berawa verbindt is zo’n plek, maar simpelweg de hoofdstraat van Ubud is net zo.
Juist die niet te harden drukte in Ubud is voor mij een reden om er niet meer naar terug te gaan, hoe fijn ik de vibe die er hangt en de schilderachtige omgeving ook vindt. Indien je niet eens even rustig door het centrum kunt wandelen en continu op je hoede moet zijn voor voorbijrazende scooters en auto’s, is voor mij de lol er wel af. En dan heb ik het nog niets een gehad over de totaal verrotte stoepen of het volledig ontbreken ervan.
Het gevolg van zoveel verkeer is herrie, nooit is er een moment zonder motorgeluid. De scooters met uitlaten die geen dempers meer hebben spannen de kroon. Een ander gevolg is de immense vervuiling (zie het volgende kopje). Verder ben je zomaar 2 uur onderweg om 40 kilometer te overbruggen.
Gelukkig kun je naar alternatieve plekken zoeken. Echter is er altijd die drukke doorgaande weg die over heel het eiland slingert. Om écht rust te vinden zal je de binnenlanden in moeten trekken (check deze plek eens!) of de boot naar bijvoorbeeld Nusa Lembongan moeten pakken. Wanneer ik terugkeer naar Bali, over een kleine maand, zal ik vermoedelijk dat laatste doen. Ik heb gewoonweg geen zin meer in die drukte en vieze uitlaatgassen.
Vervuiling
Een gevolg van al het verkeer is de gigantische luchtvervuiling. Zonder overdrijven, soms is het zo ontzettend ranzig om te ademen en kom je met zware aanslag op je huid terug in je guesthouse. Zit je op de scooter en sta je voor een rood stoplicht? Nou, hou dan je adem maar in. Echt een smerige bende.
Onder het kopje vervuiling moet ik helaas ook plastic noemen. Aangespoelde rommel op de stranden, bergen afval die in de bossen liggen weg te rotten en drijvende flesjes plastic tijdens het snorkelen rond het ‘paradijselijke’ Menjangan Island; ik heb het allemaal meegemaakt.
De vieze olievlekken in de zee bij Lovina is iets wat me eveneens bij zal blijven. En de bootbestuurder maar kijken of we niet de zee in wilden om ‘lekker’ te gaan snorkelen.
Desalniettemin moet je je wel beseffen dat Indonesië een derdewereldland is. Daar is alles nou eenmaal niet zo op en top geregeld zoals je thuis gewend bent. En er worden absoluut stappen gezet omtrent het plasticprobleem, al heeft dit simpelweg tijd nodig.
Zo krijgen mensen, hotels en andere horecazaken in Kuta een vergoeding voor iedere kilo afval die ze verzamelen.
Ook zou de toeristenbelasting -150.000 IDR als je op Bali landt- die per februari 2024 is ingegaan aan de oplossing moeten bijdragen. Of men deze inkomsten daar daadwerkelijk voor gebruikt, zullen we denk ik nooit weten. De invoering van deze taks geeft mij juist weer zo’n gevoel van: we laten de toerist op ieder mogelijke manier betalen.
Narcistische influencers
Sorry dat ik het op deze manier zeg, maar ik wil er gewoon niet omheen draaien. Influencers die louter met zichzelf bezig zijn, het barst ervan op Bali.
Even een foto maken is natuurlijk prima, maar is het nodig om tomeloos voor een waterval te poseren in de meest sexy houdingen en met getuite lippen? En uiteraard is er de pose waarin een been op zo’n manier wordt neergezet zodat de heupen extra geaccentueerd worden… Waar is dit vandaan gekomen echt?
Of vrouwen die in de mooiste jurken ‘spontaan’ door de rijstvelden lopen met een man achter zich aan hobbelend om het spektakel vast te leggen voor de Gram.
En uiteraard mag de foto van Kelingking Beach op Nusa Penida niet ontbreken. Er moeten er alleen wel eerst 50 gemaakt worden.
Tja, en zo kan ik nog wel even doorgaan.
De laatste tijd zie ik op Facebook een Balinese gids met tienduizenden volgers telkens de meest geweldige foto’s zonder mensen posten. ‘A nice breakfast in Ubud‘, waarbij een uitgebreid (Westers) ontbijt in een zwembad middenin de jungle is opgediend. Kun je alsjeblieft ook eens de andere kant laten zien, in plaats van alleen het paradijselijke, vooropgezette?
Verder zie je op het eiland steeds meer typische (betaalde) foto-spots verschijnen die het natuurlijke karakter van het landschap verstoren. Denk aan een groot hart om in te zitten, de welbekende Bali-schommels, infinity pools bij watervallen en een kabelbaan om over de Tegallang-rijstterrassen te zoeven.
Nagenoeg iedereen is er bezig met een telefoon, zonder daadwerkelijk de plek te ‘voelen’…
Het is in zulke gevallen lastig om van een ogenschijnlijk idyllische spot te kunnen genieten, aangezien je afgeleid wordt en deze figuren simpelweg de betere plekjes in beslag nemen.
Drukte bij bezienswaardigheden
In het begin van 2024 werd op Bali een record aantal bezoekers sinds de corona-periode gemeten. Alleen al in januari 2024 landden er 927.750 mensen op the Island of Gods.
En die drukte is voelbaar.
Zeker bij de geijkte bezienswaardigheden is het net of je in een pretpark terecht bent gekomen. Alleen is de pret vaak ver te zoeken.
3 uur wachten bij de Lempuyang Temple om die ‘magische’ foto bij de hemelpoort te maken? In de rij aansluiten bij een waterval voor een foto? Rijstvelden die aanvoelen als een gecommercialiseerde plek?
Het is de normaalste zaak van de wereld.
Voor mij hoeft het dan niet meer. Ik bedoel, wat is de belevenis dan nog waard?
Opdringerige verkopers en taxichauffeurs
Toerisme en commercialisering gaan hand in hand. Op de stranden van Lovina en Kuta word je aan de lopende band aangesproken of je iets wilt kopen (Kuta) of een dolfijnen-tour (Lovina) wilt boeken.
In Jalan Raya Ubud zijn het de zelfbenoemde taxichauffeurs, behorende tot de zogenaamde ‘taxi-maffia‘, die naar je blijven roepen of je een taxi nodig hebt. Tevens lopen er mannetjes met houten souvenirs rond waarvan je denkt: wie koopt zoiets?
En wat te denken van de haven van Padangbai. Een scamplek bij uitstek, maar dat terzijde. Hier zie je vooral de bekende zonnebril-verkopers op zoek naar geïnteresseerden.
Ironisch genoeg komt dit alles sec door toeristen. Neemt niet weg dat je het er soms even mee gehad hebt.
Russische investeerders
Yep, Bali is de laatste jaren overlopen door investeerders uit het buitenland, vooral vanuit Rusland is de invloed duidelijk merkbaar. Natuur wordt platgewalst en er wordt stevig op los gebouwd. De prijzen van land en huizen rijzen de pan uit en de meeste buitenlanders die je ziet zijn inderdaad Russen. Hetzelfde zag ik gebeuren op het Thaise Koh Phangan.
In Ubud is zelfs een kampung Russia, oftewel een dorp voor Russen. Locals die ik hierover sprak hebben er goed de pest in kan ik je zeggen.
Nu heb ik niets tegen welke nationaliteit dan ook, al is de balans op Bali redelijk zoek. Het is nooit fijn als er teveel mensen van een bepaalde groep zijn. Russen zoeken toch vooral Russen op, praten Russisch en zijn niet meteen de meest warme personen. Nadat je ze kent is het trouwens anders, zo is het wel.
Daarnaast is het zonde als een eiland langzaam z’n eigen karakter verliest en de oorspronkelijke bewoners op een gegeven moment weinig tot niets meer te zeggen hebben. En het bovendien voor hen niet meer te betalen is.
Toeristen die lak hebben aan de regels
Toeristen die gewoonweg schijt hebben aan de Balinese cultuur en hoe je te gedragen hebben net zo goed een negatieve impact vind ik. Ze zorgen voor een gespannen energie tussen locals en toeristen, die steeds verder toeneemt.
Zo zijn er behoorlijk wat incidenten gemeld bij tempels en heilige plaatsen, waarbij toeristen de regels aan hun laars lapten.
In bikini Pura Besakih betreden, weigeren om een sarong te dragen bij diezelfde tempel en een ceremonie verstoren bij wederom de Besakih-tempel terwijl er aangegeven is dat ze niet naar binnen mochten, intieme momenten delen bij de Lempuyang-tempel…
Googel op ‘Incidents temples Bali‘ en je leest er van alles over.
En het rondrijden op een scooter in bikini of zwembroek, om daarna zowat naakt een supermarkt in te lopen. Respect, hallo?
Conclusie
Het zijn voor mij het verkeer en de drukte die Bali hebben verpest. Wanneer je een rondreis gaat maken, heb dan geen verkeerde verwachtingen. Laat je bijvoorbeeld niet misleiden door de meest paradijselijke foto’s op Instagram, want de werkelijkheid is in negen van de tien keer volstrekt anders.
Zit je in Ubud, dan moet je er echt op uittrekken om mooie natuur te zien en de drukte te mijden, met de Kajeng-rijstvelden, de Sari Organic Walk en de Campuhan Ridge in het centrum als positieve uitzondering. Je bent al snel 1 uur aan het rijden vooraleer je op je bestemming bent. En in alle eerlijkheid, een hoop mensen die ik de afgelopen tijd gesproken heb wisten niet wat ze zagen toen ze in Ubud aankwamen. Ze waren verbijsterd door de eindeloze slurf scooters, de ontelbare mensen en de irritante taxichauffeurs.
In Canggu, aan de andere kant, hoef je geen mooie stranden te verwachten. De gelikte foto’s van witte zandstranden met helder water komen vrijwel allemaal van de Nusa- en Gili-eilanden. De kleur van zowel het zand als water in Canggu is donker. Influencers komen rond zessen van hun zitzak af om de zonsondergang met zichzelf quasi naakt in de juiste pose op de voorgrond vast te leggen, en daarna bij een hippe strandclub Instagrammable food te bestellen. Overdreven? Nope.
Gelukkig vind je op het eiland nog zat plaatsen waar geen last hebt van motoren, Insta-types en mensenmassa’s. Echter, dit zijn niet de plekken om voor een langere tijd te zitten, zoals ik doe. Daarom zal ik de komende keer naar een eiland gaan, ik neig naar Nusa Lembongan. Daar heb je die verkeerschaos en hordes mensen niet.
Ben je op zoek naar levendigheid en drukte, dan zal Bali je niet teleurstellen. En dan heb ik het over de delen Ubud, Canggu, Seminyak en Uluwatu. Meer rust en authenticiteit vind je daarentegen ten noorden van Ubud. Amed, aan de noordoostkust, zweeft er een beetje tussenin. Hetzelfde is zo wanneer je sec voor surfen en/of beachclubs richting Bali komt. Je zult je dan uitermate goed vermaken.
Meer interessants lezen over Bali
- 18 handige tips voor je bezoek aan Bali
- 10 dingen over Bali die niemand je vertelt
- Eten op Bali: dingen die jij niet weet
- Dit moet je weten over pinnen op Bali
- Het rampzalige verkeer op Bali
- Scooter huren op Bali: een ultieme gids
- 16 DON’TS voor je reis naar Bali
- Hoe duur is Bali nou echt?
- Hoe is Bali in het regenseizoen?
- Nyoman, de kokosnootheld van Ubud
Alle andere artikelen, zoals uitgebreide gidsen over tal van bestemmingen, kun je vinden op de Bali-pagina.
Mocht je op zoek zijn naar een toffe route voor Bali, check dan Backpackgids Bali.
Laat me in de comments zeker weten wat jij van Bali vindt!