Is Penang de moeite waard?

Penang is een populair eiland in Maleisië en bijna overal lees je er positieve dingen over. Ondanks dat Penang officieel een een eiland is, heb je dit gevoel er overigens nauwelijks. Tropische stranden hoef je er bijvoorbeeld niet te verwachten. Nee, je bezoekt de Pearl of the Orient vooral vanwege de cultuur, het heerlijke eten, de natuur en het gezellige centrum in de hoofdstad Georgetown.

Strikt genomen is het trouwens helemaal geen eiland. Twee enorme bruggen verbinden Penang namelijk met het vasteland van Maleisië.

In dit artikel vertel ik je alles over mijn ervaringen op Penang en geef ik je handige tips. Ik sluit af met het antwoord op de vraag: is Penang de moeite waard?

Hoe ben ik op Penang terechtgekomen?

Samen met een reisgenootje heb ik in Bangkok de trein naar de Maleisische stad Butterworth gepakt, een tocht van liefst 24 uur. Na afgezet te zijn op een of ander verlaten terrein, namen we de ferry naar Georgetown, de hoofdstad van Penang. Dit duurde een half uurtje. De prijs is met RM 1,20 verwaarloosbaar.

Toen we aangekomen waren besloten we om met de bus naar Chinatown te gaan, men vertelde ons namelijk dat dit een van de gezelligere gedeeltes van de stad is. Eenmaal daar, hebben we wat gezocht naar hostels en kwamen we uiteindelijk terecht bij een leuke plek.

Na onze spullen gedropt te hebben, liepen we naar het bekende Chulia Street om kennis te maken met het eten, want daar hadden we goede verhalen over gehoord. Penang, en met name deze straat, staat in Maleisië namelijk bekend als streetfood-heaven.

Mijn ervaringen in het nachtleven van Georgetown

Die avond besloten we om uit te gaan in een van de bekendere clubs van Georgetown: Slippery Senoritas. Het nachtleven is hier trouwens niet goedkoop, om binnen te komen betaalden wel RM50 en een biertje kostte rond de RM20, omgerekend meer dan €5.

Maar goed, dit is iets waar je in Maleisië sowieso rekening mee moet houden, de hoge drankprijzen. Tenzij je op Langkawi verblijft, het belastingvrije eiland waar alcohol een stuk goedkoper is dan in de rest van Maleisië.

Een budgetoplossing is om naar een van de vele Chinese shops te gaan en daar wat te halen om in te drinken. Ook is er de Antarabangsa Enterprise, een Chinese bar waar de alcohol het goedkoopst van heel Penang is. Dit cafeetje ligt vlakbij de eerder besproken Chulia Street.

Wij kwamen uit bij een lokal zaakje met nogal aparte flessen drank. Wat denk je bijvoorbeeld van deze Nike-whisky:

We kochten een fles en liepen richting de discotheek die we op de planning hadden staan: Slippery Senoritas. Daar aangekomen, kreeg ik nou niet direct het ‘backpack-gevoel’: er stonden allerlei strak-geklede locals en dames in jurkjes en naaldhakken.

Ach ja, misschien voor de verandering wel eens leuk?

We besloten de entree te betalen en naar binnen te gaan. Gelukkig dat we al wat hadden ingedronken, aangezien de drankprijzen niet bepaald op budgetreizigers waren gericht. Waar locals aan de lopende band flessen Jack Daniels bestelden, hielden wij het bij een ‘eenvoudig’ flesje Carlsberg.

Zo rond een uur of 3 stopte de muziek en besloten we om weer naar onze guesthouse te lopen. Het was best een leuke avond, alleen wat mij betreft allemaal wat te chique en een beetje veel ‘kijk mij eens geld hebben’-publiek.

Wat zijn plekken die ik jou als backpacker in de avond kan aanraden om je avond te beginnen?

Je kunt net als wij de luxere clubs induiken, maar dit is waarschijnlijk niet waar je als budget-reiziger naar op zoek bent, in ieder geval niet om je avond te starten. Leuker is denk ik om naar een bar te gaan waar (veel) andere reizigers komen.

Wat dat betreft kan ik je de The Orginial Reggae Club aanbevelen. Verder is het Tipsy Tiger Hostel ideaal om je avond te beginnen en andere reizigers te leren kennen. Je vindt allebei deze spots op de populaire Chulia Street, een plek waar je nog wel meer cafeetjes zal vinden. Daarna kun je altijd nog naar een club gaan, al kom je dan meestal wel in de wat chiquere gelegenheden terecht.

De stranden die we bezocht hebben

Aangezien we wel even genoeg stad hadden gezien, we kwamen immers ook al vanuit Bangkok, maakten we het plan om de stranden van Penang op te zoeken. Dit is iets waar we naar uit hadden gekeken.

Na wat onderzoek te hebben gedaan, bleek dat we een bus konden nemen naar het vissersdorpje Teluk Bahang wat in het noordwesten van Penang ligt. Dit leek ons wel wat en dus besloten we om te gaan.

Echter, toen we aankwamen, viel het nogal tegen.

Het is niet voor niets dat ik dit in mijn dagboekje heb geschreven:

“Er was werkelijk waar niets te beleven. Zelfs een eettentje was al moeilijk om te vinden.”

Maar goed, hoe was het strand, Teluk Bahang Beach?

Totaal niet bijzonder wat mij betreft. Het fijne is dat er weinig mensen rondlopen, het strand was echter nogal vies en het water verre van helder.

We waren behoorlijk moe van de avond ervoor, daarom liepen we naar ons pension waar we die middag hadden ingecheckt. Wij waren de enige gasten hier en gezien de hurktoiletten (ja helaas) had ik sowieso het idee dat er nauwelijks toeristen kwamen in dit guesthouse. In de omgeving was overigens ook niemand te bekennen, het leek wel uitgestorven.

Het was 18.00 uur en we gingen een klein dutje doen. Dit kleine dutje werd een lange slaap, aangezien ik pas om 00.00 uur weer wakker werd. We hadden honger en liepen naar het enige restaurant in de buurt: Fishing Village Seafood, niets bijzonders maar verder wel prima.

De dag daarop gingen we op zoek naar andere stranden. Zo kwamen we uit bij het Penang National Park wat toevallig in de buurt was. Een aangename verrassing, met mooie jungle en een strand: Monkey Beach.

Je kunt bij dit strandje komen door een boot te nemen, alleen leuker is om door het nationale park te wandelen. Na ongeveer een uur bereik je de plek die haar naam dankt aan de brutale aapjes (makaken) die rond en op het strand rondhuppelen. Wij hebben deze beestjes overigens niet gezien. Gelukkig maar 😀 ?

Monkey Beach zelf is leuk, maar verder echt niet zo bijzonder of zo. Ook hier is het water vrij troebel en het strand is er behoorlijk smal, daarmee bedoel ik de afstand van je handdoek tot het water. Helaas heb ik verhalen gehoord dat het baaitje anno 2019 vol ligt met rotzooi, voornamelijk plastic. Jammer, want toen wij er waren zag het er goed uit, zoals je op de foto hierboven kunt zien.

De canopy walk in het nationale park vond ik in ieder geval meer de moeite. Achteraf baal ik dat ik niet verder ben gelopen, want er is daar nog een vuurtoren die je kunt beklimmen. De entree tot het nationale park is trouwens gratis.

Teluk Bahang, we hadden het hier na 1,5^e dag eigenlijk wel gezien en besloten daarom terug te gaan richting Georgetown. We maakten een stop bij een ander strand, Batu Ferringhi. Op de heenweg kwamen we hier al langs en met de restaurantjes en barretjes zag het er best gezellig uit.

Echter, toen we aankwamen, bleek alles dicht te zijn. Geen mensen te bekennen, gelukkig was er nog een wegrestaurantje open waar we iets kun de eten.

En het strand. De moeite waard?

Ik vind van niet. Het mag dan de meest populaire kustplaats van Penang zijn, persoonlijk houd ik niet zo van stranden met resorts en andere hoogbouw eromheen. Aan de andere kant is het wel zo dat er in Batu Ferringhi ’s avonds genoeg te beleven is.

Zo is er een Night Market en kun je een avondje stappen in het Hard Rock Cafe. Aan het eind van de middag is Bora Bora by Sunset een gezellige plek voor een biertje. Weet wel dat de prijzen in dit gebied relatief hoog liggen, dit is te verklaren door de populariteit van Batu Ferringhi. Het is overigens geen plek waar je (veel) andere backpackers hoeft te verwachten.

Helaas is ook het water bij dit strand behoorlijk troebel. Ik was er inmiddels achtergekomen dat je voor snorkelen in ieder geval niet naar Penang hoeft te komen. We kun je er aan het eind van de dag genieten van een mooie zonsondergang.

Welke andere bezienswaardigheden zijn er op Penang?

Het ligt er echt helemaal aan waar je voor komt als je het je zin wilt hebben op Penang. Ben je een liefhebber van culturele bezienswaardigheden, lekkere eten en een vleugje natuur, dan heb je heel wat mogelijkheden.

Als je van shoppen houdt, dan kun je in verschillende gigantische shopping-malls en bazaars terecht, denk bijvoorbeeld aan de Prangin Mall die samen met ICT@Komtar en 1st Avenue het grootste winkelgedeelte van Penang vormen. Ik ben er een keer geweest, vanuit Chinatown loop je er in 10 minuutjes heen.

Qua tempels is de Kek Lok Si Temple leuk om te bezoeken. Neem vanuit Georgetown bus 203 of 204 (of een taxi) en je wordt afgezet in de heuvels van Penang. Je kunt vervolgens naar de top lopen en genieten van een prachtig uitzicht. De entree tot het bouwwerk is gratis. Het is bovendien de moeite om voor een paar Ringgit met het treintje naar het Kuan Yin-standbeeld te gaan.

De Kek Lok Si Temple ligt trouwens tegen de Penang Hill aan, misschien wel de populairste bezienswaardigheid van het eiland. Dit is een verzameling van bergen, namelijk de Strawberry Hill, de Halliburton’s Hill, de Flagstaff Hill, de Government Hill, de Western Hill en de Tiger Hill. Je kunt hier met een treintje naar boven en beneden rijden.

Eenmaal boven, kun je mooie wandelingen maken en van de uitzichten genieten bij de diverse uitkijkpunten. Ook vind je hier het het Owl Museum waar je werkelijk alles over uilen tegenkomt.

Een retourtje met de trein -naar boven en beneden- kost RM30, een enkeltje RM15. Ga bij voorkeur niet in het weekend, het wordt dan erg druk.

Indien je het authentieke Penang wilt leren kennen, ga dan fietsen door de prachtige rijstvelden bij Balik Pulau. Als je een tour doet, kom je tevens langs fruitplantages met onder andere honderden durian-bomen, een geitenboerderij en maak je kennis met het lokale leven van Penang.

Verder is Khoo Kongsi (entree: RM10) erg bijzonder om in de avond te bezoeken, dan is deze Chinese tempel namelijk sfeervol verlicht. Binnenin vind je schitterende ornamenten en versiersels. Beneden heb je trouwens nog een museum waar je meer over de geschiedenis van de Chinezen op Penang komt te weten. De tempel ligt in Cannon Square in het oude gedeelte van Georgetown.

Tot slot is de Dharmikarama Burmese Temple indrukwekkend om te zien. Je vindt deze Birmese tempel op Burma Road (te bereiken met bus 101) en de toegang is gratis. Tegenover dit complex staat overigens nog een Thaise tempel. Ik raad je aan om beide bouwwerken in de vroege ochtend te bezoeken, het kan daarna namelijk vrij druk worden.

En zo zijn er nog vele mooie tempels die je op Penang kunt bezichtigen. Maar wil je eens wat anders, dan is de sfeervolle Armenian Street met de prachtige muurtekeningen zeer de moeite waard om doorheen te lopen. Ook vind je er diverse cafeetjes en shops om souvenirs te kopen.

Ik noemde ze al eerder: de Penang Botanical Gardens. Een ideale bestemming als je zin hebt in een rustige, natuurlijke omgeving en het wel even hebt gehad met de stadsdrukte, kunst, cultuur en gebouwen.

In het park heeft men diverse paden aangelegd maar je kunt er ook letterlijk door de bushbush wandelen of natuurlijk gewoon even lekker relaxen in het gras. Verder zie je er vijvers, enkele watervallen en vele boom- en plantsoorten. Denk bijvoorbeeld aan zeldzame cactussen en de candle tree.

Er lopen overigens apen (makaken) rond, die soms wat brutaal kunnen zijn. Ga ze in ieder geval niet voeden, dit is namelijk niet iets dat je de beestjes moet aanleren. En daarbij: voor je het weet, ben je jouw tas of andere waardevolle spullen kwijt. Verder leven er eekhoorns, diverse vogels, kleurrijke vlinders en varanen.

Het is trouwens tevens een ideale plek om een rondje hard te lopen, met name in de ochtend zie je veel locals hier een workoutje doen.

De botanische tuin ligt 8 kilometer buiten Georgetown en je kunt er komen met bus 10 of bus 7. De entree is gratis.

Wat ik je verder nog aanraad?

Laat je eens door de stad rijden in een ‘Beca’, een driewieler die tevens wel bekendstaat als de ‘Penang Trishaw’. Je ziet ze in overvloed in Georgetown, zorg wel dat je op voorhand een prijs afspreekt en vergeet na het ritje niet om een (kleine) fooi aan je bestuurder te geven.

Waar in Georgetown is het leuk om te overnachten?

In Georgetown is Chulia Street het gedeelte waar je de meeste backpackers tegenkomt. Het zal je dan ook niet verbazen dat er hier heel wat budgetaccommodaties zijn om te verblijven.

Welke accommodaties ik je aanraad?

Als je van een feestje houdt en graag andere backpackers wilt ontmoeten, dan is het eerder genoemde Tipsy Tiger Hostel een leuke plek om heen te gaan, ze ligt in een zijstraatje van Chulia Street. Om 00.00 uur stopt hier de muziek, dus je hoeft niet bang te zijn dat je er niet in slaap kunt komen, al zou ik voor rust een andere verblijfplaats aanraden 🙂 . Op zoek naar iets hips en betaalbaars? Dan is het Ryokan Muntri Boutique Hostel ideaal om te overnachten. Tot slot kan ik je The Frame Guesthouse aanraden, hier is tevens een lekker ontbijt inbegrepen.

Behalve dat er veel backpackers komen, is het prettige aan Chulia Street dat je vlakbij gezellige wijken als Chinatown en Little India zit. Je loopt er in enkele minuutjes naartoe. Bovendien heb je in deze levendige straat in de avond heel wat eetkraampjes waar je terechtkunt voor lokale specialiteiten, maar ook Westerse gerechten als friet met een hamburger zijn te verkrijgen.

Alleen om nou te zeggen dat ik het eten hier lekkerder vond dan de lekkere gerechten in bijvoorbeeld Kuala Lumpur? Nee, dit niet perse. Nu vind ik het eten in Kuala Lumpur simpelweg geweldig, dat is nou eenmaal moeilijk te overtreffen. Het aanbod in Chula Street is echter wel zeer gevarieerd en maakt het leuk om van alles en nog wat te proberen.

Aanraders zijn wat mij betreft: Char Kway Teow (gewokte noodles met garnalen en oestersaus), Hokkien Mee (een noodle-gerecht uit Singapore), Satay (zoals de naam al zegt: saté), Pasembur (een salade met onder meer komkommer, tofu en aardappels), Asam Laksa (een soepje op basis van vis en tamarinde) en Cendol (groene noodles met ijs en kidneybonen).

De vele kraampjes en de levendigheid, maken het tot een gezellige plek om in de avond overheen te lopen.

Wat na Penang?

Wij boekten in de late avond een minibus naar Kuala Besut, de toegangspoort tot Perhentian Kecil. Deze vertrok al om 05.00 uur in de vroege morgen, maar we hadden wel behoefte aan wat echte bounty-stranden. Dit ritje duurt ongeveer 5 tot 6 uur.

Verder kun je met een (mini)bus naar de Cameron Highlands (3 tot 3,5 uur) of Kuala Lumpur (5 uur) verder-reizen. De omgekeerde weg die ik bewandelde, is tevens mogelijk: vanuit Butterworth met de nachttrein naar Bangkok. Weet wel dat dit zo’n 24 uur(!) duurt. Tot slot kun je ook in 2,5 tot 3 uur naar Langkawi varen.

Je hebt ook de mogelijkheid om vanaf Georgetown naar diverse bestemming in Maleisië of Thailand te vliegen. Ideaal, en vaak helemaal niet duur. Wil je bijvoorbeeld naar Perhentian Kecil, dan kun je het vliegtuig pakken naar Kota Bharu.

Penang: go or no-go?

Weet je wat het is, ik denk dat Penang gewoon geen ideale bestemming is als je vanuit een andere stad komt en naar een  omgeving met mooie stranden verlangt. Het is toch met name de cultuur waarvoor je naar het eiland afreist, en niet zozeer de paradijselijke omgeving.

Wij dachten zoiets echter wel te gaan zien, al is dat onze eigen schuld. We hadden ons simpelweg beter moeten inlezen. Soms als je het woordje ‘eiland’ hoort of leest trek je nou eenmaal te snel je (tropische) conclusies 🙂 .

Zoals je gelezen hebt, hebben we uiteindelijk wel diverse stranden gevonden, alleen het troebele water en de vuiligheid waren niet datgene waarop we hadden gehoopt. Zeker omdat we op internet diverse positieve reviews hadden gelezen.

Maar goed, zoals ik al zei: het diverse eten, de prachtige street art, de verschillende culturele bezienswaardigheden en de aanwezige natuur maken Penang absoluut een bezoekje waard.

Ben je op zoek naar mooie stranden en snorkelplekken? Dan zou ik je eerder de eilanden in het zuiden van Thailand aanbevelen, denk bijvoorbeeld aan Koh Lipe of Koh Lanta. Vanaf de haven in Georgetown kun je tevens in 2,5 tot 3 uur doorvaren naar Langkawi.

Ik ben benieuwd wat jouw ervaringen op Penang zijn. Laat het me in de comments weten 🙂