Tommy, onze gids, wijst naar een klein hol waarvan ik in eerste instantie denk dat het van een stel mieren is. Als hij vervolgens met een afgebroken tak een paar keer aan de rand van het holletje tikt, komt er echter een reusachtige vogelspin uit de zelfgebouwde schuilkamer gestormd. Duidelijk op zoek naar zijn prooi, die er niet is.
Ik schrik me rot en we kijken elkaar ronduit verbaasd en enigszins verschrikt aan. Nooit geweten dat deze griezelige wezens zich onder de grond schuilhouden!
Ban Lung -soms ook geschreven als ‘Banlung’- is een afgelegen plaatsje in het noordoosten van Cambodja, in de Ratanakiri-provincie. Ze is met name bekend om de ongerepte jungle van het Virachey National Park. Hier kun je meerdere dagen diep het woud intrekken om kennis te maken met lokale volkeren, dieren te spotten en -heel gaaf- te overnachten in een hangmat bij een waterval.
Dit is een jungletocht voor pure avonturiers en niet voor mietjes. Er is geen vast plan, de meeste gebeurtenissen ontstaan spontaan. In ons geval zelfs de af te leggen route, die ter plekke werd bepaald. Het pad is lang niet altijd begaanbaar, kapmessen om je een weg door het regenwoud te banen gaan daarom mee de rugzak in. Je zult meehelpen bamboe te kappen om een vlot te bouwen, waarmee je de plaatselijke jungle-rivier oversteekt om daarna kennis te maken met etnische minderheden.
Je gaat al met al écht back to basics.
En als je ’s avonds je ogen dichtdoet en wegdommelt in je hangmat, denk je terug aan het vandaag meegemaakte moment waarop je een tarantula uit z’n holletje zag kruipen…
Het allergaafste van de expeditie? Dat vond ik denk ik het slapen bij locals thuis, die in de wildernis leefden. Heel bijzonder om zoiets mee te maken. Er waren overigens net zo goed momenten van afzien waarop ik dacht: man, ik ben er nu wel klaar mee. Het hoort er allemaal bij 😉 .
Banlung was voor mij de eerste bestemming die ik ooit bezocht in Cambodja, jaren terug in 2012. Da’s toch echt even iets anders dan Phonm Penh of Siem Reap, plekken die de meeste backpackers als vuurdoop kiezen. Dik tien jaar later ben ik er nog steeds dolenthousiast over. Het is sowieso een van de tofste trekkings die ik in mijn reisleven heb gedaan. Verder is Ban Lung echt iets totaal anders dan je in de rest van Cambodja te zien krijgt.
Wil jij het regenwoud van het Virachey National Park ook bezoeken? In deze gids vertel ik je alles over mijn ervaringen en daarnaast geef ik je de meeste actuele info en tips. Ook laat ik je zien wat Ban Lung nog meer te bieden heeft.
Trouwens, aangezien ik de trekking in 2012 deed en destijds niet bepaald bezig was met goede foto’s maken, moet je van de beelden in dit verslag niet al teveel verwachten. Al heeft het ook wel weer iets nostalgisch 🙂 …
Van 4000 Islands in Laos naar Ban Lung in Cambodja
Vanuit Don Det (4000 Islands, Laos) nam ik samen met Jakob, een reisgenootje dat ik tijdens mijn rit van Chiang Mai naar Chiang Kong bij de grensovergang van Thailand naar Laos had ontmoet, de bus richting de grens tussen Laos en Cambodja. Een rit die zo’n 3,5 uur in beslag nam en waarin we met drie mensen op twee stoelen geperst zaten. Niet bepaald ontspannend, al is de aankomst in zulke gevallen net alsof je vrijkomt uit een cel – heerlijk dus.
Aan de grens regelden we het visum voor Cambodja voor $30. Dit duurde even, maar uiteindelijk verliepen de formaliteiten zonder problemen.
Waar het gros van alle backpackers in Cambodja ervoor koos om richting Kratie of Siem Reap af te reizen, besloten wij voor het minder bekende Ban Lung te gaan. Ik wilde naar de ongerepte natuur en letterlijk de wildernis in. Dagenlang. Ontkoppelen en terug naar de basis. Het oergevoel ervaren. Ban Lung scheen zo’n plek te zijn.
Aangekomen in Ban Lung
Eenmaal aangekomen in Ban Lung ben ik samen met Jakob naar Lake Yeak Laom geweest, een vulkanisch meer om lekker af te koelen. Voor de inheemse bevolking is het meer heilig en er zouden bepaalde geesten leven. Zulke bijkomende verhalen zijn altijd boeiend om te horen en maken een bezoekje extra speciaal.
Naast de vele locals was er tevens een ander groepje backpackers van vijf mensen aanwezig. Ik raakte ermee aan de praat en één van hen, toevallig een Nederlander, begon erover dat hij heel graag de jungle van Ban Lung in wilde. Dit zou een super-ervaring moeten zijn, zo had van andere reizigers gehoord.
Ik voelde daar wel wat voor, zo’n avontuur. Ik was immers juist voor de jungle naar Ban Lung afgereisd. Jakob had besloten om vrij rap alweer de bus richting Siem Reap te pakken, omdat hij aan een strakker tijdschema gebonden was dan ik. Laten we zeggen dat ik helemaal geen enkele tijdsdruk had. Ik deed simpelweg datgene wat in me opkwam, zonder een route te volgen of aan limieten gebonden te zijn.
De dag daarop gingen ik en Kasper, de Nederlander die ik de dag ervoor bij het meer leerde kennen, naar een klein reisbureau om een jungletrekking te boeken. We kozen voor een driedaagse tocht met twee overnachtingen, dwars door de jungle van het nabijgelegen Virachey National Park. De meest avontuurlijke variant, waarbij ons nog werd gevraagd: “Weten jullie het zeker?”
De driedaagse jungletrekking in het Virachey National Park
Hieronder doe ik verslag van de driedaagse jungletocht die ik samen met drie andere avonturiers deed in Ban Lung. Pak er wat lekkers bij en geniet ervan 🙂 .
Vertrekken naar het Virachey National Park
Daar gingen we dan, twee dagen later. Backpack mee met alleen het broodnodige, de tas moesten we immers drie dagen lang op onze rug meesleuren. Bij vertrek bleek dat we een paar tour-genootjes hadden, twee Duitse meisjes. Leuk!
We vertrokken met de scooter, achterop bij vier tengere jongens van het reisbureau. Het was nog wel een dik uur rijden, veelal over zanderige paadjes. Heel mijn gezicht kleurde roodbruin van het opgewaaide stof waar we onderweg doorheen waren geraasd. Nadat een van de jongens een foto van mij en Kasper nam, konden we niets anders dan lachen. Alsof we net een modderbad hadden genomen, maar dan modder in de kleur rood.
We bevonden ons intussen bij de boot die ons naar de jungle zou brengen. Naja boot, laat ik het eerder een vloot noemen.
Het spannende avontuur ging van start…
Oversteken met een vloot
Daarna stapten we op de primitieve vloot die ons naar de overkant bracht. We waren begonnen, we zagen de groentinten van het regenwoud naderen. Wat stond ons te wachten?
Het was best spannend, aangezien het geen jungletrek bleek die onder toeristen bekend was, zoals bijvoorbeeld rondom Chiang Mai in Thailand. In Ban Lung had men ons al eerder meegedeeld dat we niet of nauwelijks andere mensen zouden tegenkomen, en we onze paden niet zelden eigenhandig moesten hakken met een kapmes.
Maar laat ik die dingen nou juist extra interessant vinden.
Het begin van de trekking: vogelspinnen, malaria en survivallen
In het begin van de jungle gebeurde er direct al iets onverwachts. Onze gids Tommy, een jonge local van het reisbureau, had het over grote spinnen. En niet zomaar een of andere kruisspin of zo. Nee, vogelspinnen.
Daarop liet hij ons holletjes zien waar ze zich schuilhielden en lokte er op tactische wijze eentje naar buiten. En jawel, daar was ‘ie! Een grote, donkerbruine tarantula snelde in rap tempo uit het gat. Best eng, wanneer je weet dat zoiets los rondloopt in het gebied wat de komende drie dagen als je huis dient.
Ik heb altijd al een zekere angst gehad voor vogelspinnen en slangen. Maar ja, wie eigenlijk niet?
Een poosje erna volgende iets anders opmerkelijks. Onze gids Tommy deelde zonder blikken of blozen mee dat hij al meerdere malen malaria had gehad en hiervoor dagenlang in het ziekenhuis heeft moeten doorbrengen. Locals gebruiken doorgaans geen inenting of pillen tegen de dodelijke malariamug, zo vertelde hij ons. Hij lachte het virus eigenlijk weg alsof het om een simpele griep ging. “Heel gewoon onder locals,” zo zei hij.
Door het zó erg te relativeren, stelde het mij ergens ook wel weer op m’n gemak moet ik zeggen. Mocht een van de hikers onverhoopt het malariavirus oplopen, dan wist Tommy waarschijnlijk wel hoe te moeten handelen. Althans, dat maakte ik mezelf wijs.
Slapen in een hangmat
Na een lange en toch wel zware tocht waarbij wij en de ranger -onze leider die enkel Khmer sprak, de lokale taal in Cambodja- veelal zelf de paden moesten zien te creëren door de bossen, kwamen we aan bij een serene waterval. Zoiets voelt dan echt als een oase in de woestijn. Gelukkig was het geen illusie, zoals een fata morgana dat in de woestijn kan zijn.
We hingen onze hangmatten op aan stevige boomstronken, kookten een beetje rijst, spraken nog wat en besloten te gaan slapen. We waren allemaal doodmoe en vielen als een blok in slaap.
Slapen in een hangmat (met klamboe gelukkig!) is iets wat ik nooit eerder had gedaan. En al helemaal niet in de wilde jungle. Het leek me best een dingetje. Ik bedoel, jezelf eens lekker omdraaien is vrijwel onmogelijk. Net zoals op je zij slapen. Ondanks mijn niet al te positieve verwachtingen was het in één woord helemaal super. Vooral de geluiden tijdens het wakker worden, van de waterval en de talrijke ontwakende dieren om je heen, is onbetaalbaar. De eenvoud, de puurheid. En ja, wanneer je zo ontzettend bekaf bent moet het wel heel spartaans zijn wil je niet kunnen slapen.
Een uitputtende hike
De ochtend daarop ontbeten we met rijst en dronken we zelfgebrouwen koffie en thee. Daarna zwommen we bij de waterval en besloten we langzaamaan om onze trip voort te gaan zetten.
Het was overigens niet altijd even makkelijk hoor. Nee, ik heb ook echt wel momenten gehad dat ik dacht: waar ben ik in godsnaam aan begonnen? Simpelweg omdat het er behoorlijk inhakte, en de ranger veelal in een bizar tempo de boel leidde. Soms raakte ik zelfs lichtelijk geïrriteerd…
Maar goed, tegelijkertijd steeg mijn respect ook weer voor diezelfde ranger. Hij zorgde er namelijk voor dat we op de juiste plek kwamen en deed veel moeite om paden te creëren. Lichamelijk zware inspanningen. Ook hij zag op bepaalde momenten duidelijk af.
Soms zijn we vooral met onze eigen struggelingen bezig, het is goed om je op zulke momenten te beseffen dat je niet de enige bent die het moeilijk heeft.
Ongeveer midden op de middag belandden we bij een verwilderde rivier, die zich op een of andere manier een weg door de jungle had weten te banen. Deze rivier moest ons helpen om op het volgende punt uit te komen: junglebewoners waar we zouden overnachten. Er stond ons alleen nog een grote uitdaging te wachten: het bouwen van een vlot. Nee, het hout lag niet klaar, we moesten het zelf kappen.
Eerst maar eens even afkoelen in de rivier, haren wassen en simpelweg even de chill-modus in. We waren nogal moe van de tocht en konden wel wat rust gebruiken vooraleer we aan de slag gingen met de bouw van het vlot.
Nu maar hopen dat er geen enge dieren in het water verstopt zaten. Griezels zoals pythons staan bijvoorbeeld bekend als begenadigd zwemmers. We waren echter te uitgeput om ons hier nog druk over te maken en stonden onderhand in een soort overlevingsstand.
Met een bamboevlot naar inheemse junglebewoners
De ranger en de andere twee gidsen waren al begonnen met het kappen van bamboe. Ik en Kasper besloten mee te helpen, de twee Duitse meisjes lieten we even ontspannen. Het was immers mannenwerk 😉 . Al voelde ik me naast de Cambodjaanse krachtpatsers verre van mannelijk, ik bakte er vrij weinig van eerlijk gezegd.
Mijn respect ten aanzien van de ranger nam met elke seconde toe. Ik merkte namelijk al snel hoe zwaar het bamboe kappen en het verplaatsen van de stronken richting de rivier was, heel zwaar! En wat te denken van het eigenhandig maken van ‘bamboetouw’ om de stukken bamboe aan elkaar vast te maken? Dit was een behoorlijk klus, zeker omdat we er al een pittige hike op hadden zitten.
Ik dacht terug aan de momenten tijdens de wandeling waarop ik irritatie voelde richting de ranger. Irritatie omdat hij in zo’n sneltreinvaart door het oerwoud raasde. Ik beschouwde het als een leermoment voor mezelf, om die boosheid op zulke momenten los te laten en het goede van iemand in te zien.
Uiteindelijk hebben we allemaal geholpen om de stukken bamboe aan elkaar vast te maken met de zelfgemaakte touwen. Serieus, zelf touw maken van bamboe, je moet het maar ’s proberen! En jawel, na een poosje lagen er zowaar twee vloten voor onze neus. We stonden op punt van vertrekken richting een gezin dat al jarenlang diep in de jungle hun leven leidt. Hoe vet?
Daar gingen we, de rivier op. Nog eens even goed afzetten met de grote bamboestokken en gaan. We moesten flink peddelen om ons tegen de sterke stroom te kunnen weren. Onderweg zijn we regelmatig even gestopt om een duik te nemen, wat heerlijk was. Uiteindelijk duurde dit fysiek inspannende avontuur vier uur, waarna we het eind van de rivier bereikten.
Aangekomen aan land maakten we een stop om te eten. Rijst, wederom rijst. Ik kon eigenlijk geen rijst meer zien. Maar goed, we hadden honger, dus even energie bijtanken! Dit was immers het belangrijkste, niet zozeer de smaak van het eten.
Slapen bij mensen uit de jungle
Vervolgens liepen we verder naar onze slaapplek. Dit was bij drie locals, een koppeltje met een jong kind. Heel erg gaaf om mee te maken, zo’n typische authentieke ervaring waarvoor je op reis gaat. Ik herinner me nog goed dat de vader des huizes geen enkele tand meer in z’n mond had staan, en daardoor een erg smal bekkie had.
Die avond dronken we zelfgemaakte rijstwijn, bouwden we een kampvuur en hebben elkaar de meest wilde verhalen verteld. Uiteindelijk zijn we in alle rust gaan slapen. Met de geluiden van de natuur om me heen was het of ik aan de hand van een geleide meditatie in slaap viel.
De afsluitende dag die volgde zou de kortste van de drie zijn. Onderweg kwamen we nog bananenbomen tegen met tig rijpe trossen, klaar om opgegeten te worden. Van die gelegenheid maakten we dan ook dankbaar gebruik. We plukten erop los en gedroegen ons alsof we dagenlang niets op hadden. Het fruit smaakte mierzoet en leek extra lekker te zijn. Een ongekende sensatie, te vergelijken met wanneer je als kind je favoriete snoep eet.
We zetten onze wandeltocht voort en tegen het eind kwamen we langs een of andere ceremonie waar we uitgenodigd werden om, hoe kan het ook anders, rijstwijn te drinken. Een mooie ervaring, zo tussen alle lokale bewoners in. Simpelweg door naar hun gezichten te kijken kon je direct zien dat dit hele andere mensen waren dan in de stad. De wereldvreemde blik in hun ogen liet me zien dat ze losstaan van technologie en geld, en volledig verbonden zijn met de natuur.
Terug naar de bewoonde wereld
Naderhand brachten we de ranger thuis. Thuis in de jungle, waar hij met zijn gezin woonde in een zelf in elkaar geflanste hut van bamboe. Grappig om te zien, zoiets kende ik namelijk alleen uit films. Na een kleine pauze waarin we de ranger en z’n gezinsleden voor de gastvrijheid bedankten en een fooi als blijk van waardering gaven, besloten we verder te trekken.
We naderden de rivier die we enkele dagen eerder met het vlot overstaken om in de jungle te komen. Het bleek hier verrassend genoeg mogelijk om een colaatje te bestellen. Een heerlijke koude cola, daar had ik nou echt naar verlangd. Tot slot maakten we een groepsfoto, het voelde alsof we in deze dagen familie geworden waren. Je beleeft alles heel intens met elkaar.
Daarna sprongen we op het vlot en en de jungle verdween langzaam uit zicht. Na een tijdje zagen de bomen en planten er nog uit als een soort vage pixels, waarna het besef indaalde dat het nu daadwerkelijk voorbij was.
Op de oever stond een oude jeep op ons te wachten, type roestbak. De bestuurder stapte uit en vroeg ons om op het dak te gaan zitten. Serieus, meen je dit? Ach, het paste ook eigenlijk wel in het hele verhaal.
De rit was nog best even spannend moet ik zeggen. We reden namelijk vrij hard -of misschien leek dit zo omdat we bovenop zaten- en ik zat niet bepaald vast. Telkens leek het of je van het dak werd geslagen en moest je je aan alles en iedereen vast zien te klampen. Als klap op de vuurpijl kregen we te maken met een klapband.
De autopech bleek een koud kunstje voor een paar locals die direct op ons kwamen afgerend. Kennelijk hadden ze situaties als deze al vaker meegemaakt. Achteraf bezien maakte de autorit het avontuur helemaal af. Het paste perfect in het vele discomfort dat we die dagen al beleefd hadden.
Deze dagen in de wildernis waren uitdagend, bijzonder en om nooit te vergeten. Alsof ik wekenlang weg was geweest. Een écht avontuur.
Wat neem je mee?
Neem in elk geval niet teveel mee, zeker niet als je net als ik een tocht van meerdere dagen doet. Immers, je moet het ook allemaal met je meesleuren. Weet dat de organisator al het broodnodige meeneemt, bijvoorbeeld eten, water en slaapspullen.
Wat moet je zelf in ieder geval niet vergeten? Dit zijn mijn suggesties:
- Goede schoenen. Het liefst wandel-, hardloop- of bergschoenen. Ikzelf had leren Converse All Stars aan, dit ging eerlijk gezegd prima. Tegenwoordig doe ik iedere jungletrek op hardloopschoenen,
- Lange mouwen en lange broek. Je komt insecten tegen, minimaliseer daarom de kans op beten. Zorg dat je bijvoorbeeld een joggingsbroek bij je hebt.
- Tanktop en korte broek of short. Dit is lekker luchtig en vaak goed mogelijk. Ik heb het grootste gedeelte, voor schemering, in deze outfit rondgelopen.
- Insectenspray. Hiermee slinkt de kans dat je bijvoorbeeld muggenbeten krijgt. Ik adviseer om deze in Cambodja (of omringende landen) zelf te kopen, deze werkten bij mij veel beter dan die uit Nederland. Met het merk ‘OFF’ heb ik goede ervaringen.
- Tijgerbalsem. Mocht je een insectenbeet hebben, dan wil dit ‘wondermiddeltje’ nogal eens helpen om de jeuk te minimaliseren.
- Oordoppen. Als je niet goed kunt slapen met allerlei omgevingsgeluiden.
- Tandenborstel en dergelijke. Om jezelf weer op te frissen voor de dag die komen gaat.
- Toiletpapier. Nee, in de jungle heb je geen wc.
Waar boek je de trektocht?
Zelf heb ik de jungletocht geboekt bij Lucky Jungle Trekking Tours. En het leuke is: anno 2024 bestaan ze nog steeds en hebben ze een goede reputatie opgebouwd voor wat betreft avonturen door het regenwoud. Vraag eventjes of Tommy er nog werkt, zou lachen zijn!
Een andere organisatie die goed bekendstaat is Green Jungle Trekking Tours.
Je kunt het ten slotte vaak ook regelen via je accommodatie.
Ban Lung is overigens niet te vinden op een online platform als Get Your Guide. Eerlijk gezegd een goed teken, dit geeft namelijk aan dat het geen door toeristen overlopen plek is. Laten we dat vooral zou houden!
Is er nog meer te doen in Ban Lung?
Ban Lung is een bestemming die je bezoekt voor je rust en de natuur. Wilde avondjes uit hoef je hier niet te verwachten. Wat is er behalve de jungle-trekking nog meer te beleven? Eerlijk? Niet zoveel. Hieronder heb ik de bezienswaardigheden voor je opgesomd:
- Lake Yeak Laom. Dit ronde kratermeer omsingeld door tropisch regenwoud ligt krap 7 kilometer van het centum en noemde ik in het begin al even. Leuk is om er de wandelroute door het bos af te leggen en een verfrissende duik te nemen. Je ziet er zowel locals als toeristen, en vooral de zonsondergang is er een populair moment.
- Cha Ong Waterfall. Deze waterval is de meest populaire in de buurt van Ban Lung. Vanaf een meter of 30 stort hier een enorme lading water de diepte in. De weg erheen is niet al te best, al is het slechts 5 kilometer rijden.
- Katieng Waterfall. Op 7 kilometer van het centrum ligt de Katieng-waterval. Er is verder nog een grot om naar binnen te gaan.
- Etnische minderheden. De provincie Ratanakiri is de thuisbasis van diverse etnische minderheden, de Jarai, de Tampuen en de Kreung. Ze worden soms ook de bergvolkeren van Cambodja genoemd. Interessant is om je er een beetje over in te lezen en bijvoorbeeld naar de Voen Sai River te gaan om te zien hoe ze daar leven. Zo zijn de Kreung bekend om hun liefdeshutten, bedoeld voor pubermeisjes om uit te vinden welke jongen bij ze past om er later mee te trouwen. Rond Lake Yeak Laom vind je een aantal van deze hutten.
Hoe zit het met transport Ban Lung?
Om de omgeving van Ban Lung te verkennen heb je een scooter of een fiets nodig. De watervallen en het meer liggen allemaal op fietsafstand van het centrum, binnen een straal van 10 kilometer.
Een scooter huur je gemakkelijk bij je accommodatie of bij een tourbureau voor zo’n 7 USD per dag, mountainbikes kosten 5 USD op dagelijkse basis.
Je rijdt over de voor deze regio zo kenmerkende rode stoffige wegen, langs lokale boerderijen, rubberplantages en andere landelijke omgevingen.
Welke eetzaakjes in Ban Lung zijn aanraders?
Zelf vind ik de Cambodjaanse keuken niet persé zo bijzonder eerlijk gezegd. Zeker niet wanneer je de vergelijking trekt met Thailand, Indonesië en Maleisië.
In Ratanakiri is er een delicatesse bestaande uit rode mieren met rundvlees. Mocht je trek hebben 😉 . Verder is ‘num kachay’ populair als ontbijt, dit zijn dumpings gevuld met varkensvlees, champignons en bieslook.
Een van de betere restaurants in Ban Lung is in mijn optiek The Green Carrot. Ze maken er zowel Westerse als lokale gerechten.
Indien je trek hebt in pizza of bijvoorbeeld een Thaise curry, ga dan naar het kleinschalige The Corner Restaurant.
Voor een goede kop koffie is THE CRUSH CAFÉ de spot die ik je aanraad. Je hebt er de keuze uit allerlei luxe koffievarianten en de barista heeft een gedegen opleiding gehad in Phnom Penh.
Ten slotte is er de Banlung Market die ideaal is indien je op zoek bent naar dingen zoals groenten en fruit. Sowieso is het een leuke plek om rond te struinen en cultuur te snuiven.
Waar in Ban Lung raad ik je aan om te overnachten?
Fancy hotels en resorts ga je in Ban Lung niet zien. Daarvoor is het simpelweg niet de bestemming. Wel heb je er enkele prima hotels, homestays en guesthouses, waarvan ik de beste voor je heb geselecteerd.
Een toffe spot in de natuur is de Tree Top Eco-Lodge, je slaapt hier in een houten bungalow middenin de jungle.
Drie uitstekende homestays waar je voor een schijntje overnacht zijn Family House & Trekking, Ratanak Tep Rithea Homestay en Farmer Home Stay & Trekking.
Tot slot is het Ratanakiri Paradise Hotel & Restaurant een hotel dat als een van de betere bekendstaat.
Wat is de beste reistijd voor Ban Lung?
Van november tot en met april is de droge periode, wat de beste reistijd is om Ban Lung te bezoeken. De watervallen die ik beschreven heb, zijn echter het mooist in de natte periode die van mei tot en met oktober loopt.
Wanneer je net als ik voor een trekking in Virachey National Park komt, raad ik je de droge maanden aan. In de natte tijd zijn er nogal eens overstromingen, waardoor je niet bij de afgelegen gebieden kunt komen.
Hoe kom je in Ban Lung?
Ban Lung is helemaal in het noordoosten van Cambodja te vinden en ligt niet bepaald op de gebruikelijke backpackroute door het land. Je zult zodoende enigszins flexibel moeten zijn en een klein avontuurtje niet moeten schuwen.
Je kunt net als ik vanuit Don Det in Laos naar Ban Lung reizen. Vanaf Pakse op het vasteland is de rit naar Ban Lung zo’n 6,5 uur.
Ook in Phnom Penh vertrekken bussen, je bent dan om en nabij de 10 uur onderweg. Een nachtbus is daarom aan te raden. Vanuit Siem Reap duurt het 7,5 uur en vanuit Kratie 5 uur.
Meer jungle-inspiratie
Door de jaren heen heb ik een hoop hikes door de jungle gemaakt en onvergetelijke avonturen beleeft. Dit zijn enkele bijzondere plekken:
Ah wat cheap! Via google ben ik op een toursite gekomen waar ze $44 per dag vragen (uitgaande van groep met 4 mensen), dus 3x zoveel als wat jij betaalde! Met welke organisatie ging jij :)?
Dat is inderdaad een stuk duurder. Ik ben met Lucky Tours gegaan, een klein tourbedrijfje waar we toevallig langsliepen… Ze hebben Facebook, contact de gids (Tommy) eens voor meer info 🙂 .
Wat gek! Ik stuitte dus op Lucky Tours via Tripadvisor met die prijzen..
Thanks voor je reply, ik zal even verder kijken 🙂
Pff dat is shit. Ik weet zeker als je in Ban Lung bij hen boekt, het een stuk goedkoper is. Nu moet ik ook zeggen dat deze trekking voor mij al een paar jaar geleden is, het zal ongetwijfeld iets duurder geworden zijn…
Misschien is het handig om ze direct te contacteren via Facebook?
Hee, wat gaaf om dit te lezen! Ik heb twee maanden geleden deze soortgelijke trekking gedaan, alleen dan twee dagen, ook bij Lucky Tours. Tommy doet zelf de tours niet meer, maar zijn collega’s doen het ook hartstikke leuk! Maar ik sluit me volledig bij je aan dat het slapen in een hangmat een unieke ervaring is! Ik deed de trekking samen met mijn vriendin en wij waren de enigen, dus we hadden privégidsen 😉 Alles wat ze kunnen vertellen over de natuur en het idee dat je met een paar mensen in de diepe jungle overnacht maakt het echt compleet. Sowieso een hoogtepunt van mijn reis en ik raad iedereen aan om een trekking te doen in Ban Lung!
Hoi Jorick,
Wat vet dat je dezelfde trekking hebt gedaan. Voor mij is het inderdaad ook een die me altijd zal bijblijven, met name door het slapen in de hangmat vlakbij een waterval middenin de wildernis… Het is echt even wat anders, ook omdat maar weinig mensen naar Ban Lung gaan. Ik kan het inderdaad alleen maar aanraden 🙂 .
Hi Robbert,
Wat een vet avontuur! Lijkt me geweldig. Kan je je nog herinneren hoe lang de rit duurde vanaf de grens naar Ban Lung? En wat is de meest logische vervolgbestemming? Ik zit erover te denken om vanaf november voor ongeveer acht maanden te gaan backpacken in Azië (heb ik in Zuid-Amerika een aantal jaar terug ook zes maanden solo gedaan) en ben me nu een beetje aan het oriënteren. Ben tien jaar geleden al in Cambodja geweest, maar dat was alleen een weekje Siem Reap, Angkor Wat en Phnom Penh, dus er valt nog veel te ontdekken daar voor me! Verder wil ik graag naar de Filipijnen, Vietnam, Maleisië (incl. Borneo) en Indonesië (Sumatra, Bali & Lombok, Java (met name voor Bandung) en misschien nog Flores). En weer even terug naar Thailand en Laos, gewoon omdat ik dat echt heerlijke landen vind. 🙂
Is het ook! Zeker een van de vettere trekkings die ik heb gedaan.
Vanaf Stung Treng (de grens) naar Ban Lung ongeveer 4 uur. Ikzelf ben daarna doorgegaan naar Siem Reap en vanuit daar afgezakt richting het zuiden.
Fijne reis alvast!
Hey Robbert,
Wat ontzettend leuk om dit te lezen.
Kwam dit per ongeluk tegen en realiseer me dat ik hier ook een trekking heb gedaan (1 dag helaas). Mijn gids woonde met zijn gezin aan de rand van de jungle hij was een Kreung. Het was heel bijzonder, ik was namelijk de enige die met hem op pad ging die dag. We zijn ook naar het meer geweest omdat ik dat zo graag wilde zien, wederom was ik de enige westerling. Wat was dat top zeg! Bedankt voor het ophalen van de herinneringen. Banlung is inderdaad prachtig!
Leuk om te horen.
Dit was voor mij m’n eerste echte jungle-trekking, en ik vond het geweldig 😀 . Wel eng met die vogelspinnen trouwens!