Misschien is het raar om te horen van een backpacker, maar ik ben niet van de bucketlists en het aftikken van bezienswaardigheden. Al heb ik dit al wel eens eerder verteld.
Als je alleen maar bezig bent met zoveel mogelijk te zien, mis je denk ik de uiteindelijke essentie van reizen.
Daarom heb ik bijvoorbeeld weinig met uitspraken als: “Ik heb al 70 landen bezocht in 3 jaar tijd.” Dan denk ik: oké, maar wat weet je nou eigenlijk van die landen, behalve dat je de typische hoogtepunten gezien hebt?
Ik zou niet eens weten hoeveel landen ik bezocht heb en het boeit me ook niet.
Ieder z’n ding hoor, begrijp me niet verkeerd. Persoonlijk heb ik er echter niks mee en kies ik er vrijwel altijd voor om langer op een bepaalde plek te blijven.
Slow travel.
Op die manier ‘voel’ je zo’n plek echt, in plaats van dat je erdoorheen sjeest. En juist dit voelen geeft je reis een diepere betekenis.
Tegelijkertijd snap ik ook dat wanneer je bijvoorbeeld maar 2 of 3 weken hebt, je in die tijd zoveel mogelijk wilt zien. Anders heb je het idee een boel gemist te hebben.
Laat ik je een tip geven: probeer een goede balans te vinden. Gun jezelf tijd om bij te komen, niks te doen en open te staan voor andere ervaringen dan de geijkte activiteiten.
Een goed gesprek met een andere reiziger, wat eten met een local bij een speciaal streetfood-tentje, wandelen zonder einddoel of mediteren op een verlaten strand zijn namelijk net zo goed momenten die je reis glans geven.
Connecten met de mensen en de omgeving in plaats van je ego strelen door alles te zien wat je zou moeten zien.
Of in andere woorden: kwaliteit over kwantiteit.
Misschien is het ook een way of life, ik heb natuurlijk zeeën van tijd en daarom is snel reizen überhaupt geen optie voor me. Leid je echter een druk bestaan met een hectische 9-5-job dan ben je niet anders gewend om van hot naar her te gaan, en kan ‘even niks doen’ zelfs ongemakkelijk zijn.
Maar juist dan is het denk ik goed om op reis je spontane kant de ruimte te geven in plaats van alles helemaal vol te plannen.
Op die manier zie je ook dat er een andere, zoveel mooiere kant van het leven is.
Langzaam reizen biedt ruimte voor spontaniteit.
Laat het gewoon eens gebeuren, gooi je plannen en doelen uit het raam.
Get lost in plaats van steevast een plan te volgen.
Het ontbreken van een doel wordt door de maatschappij nogal eens als ‘doelloos’ gezien, waardoor het in eerste instantie wellicht niet goed aanvoelt. Maar het onbekende heeft wat mij betreft juist iets moois. Zo ontstaan spontane dingen en doe je vaak de meest indrukwekkende ervaringen op.
Enne, ook al duurt het dan allemaal wat langer, wat maakt het uit?
Toen ik een paar jaar geleden in Sapa (Vietnam) was, ben ik daar 2 weken gebleven. De meeste toeristen doen een trekking en reizen daarna weer verder. Ik ben er gaan mountainbiken in een verlaten gebied en er kwamen naar schoolgaande kinderen achter me aanrennen, wat een onvergetelijke ervaring was. Verder heb ik de Fansipan beklommen en heb ik een lokale markt bezocht. Behalve dat ben ik tevens gewoon lekker door het dorpje en de rijstvelden gaan wandelen zonder gids. Zo leerde ik Sapa dus echt kennen in plaats van me te haasten.
In totaal ben ik zelfs 3 maanden in Vietnam geweest. Van de week zag ik iemand op Facebook die zei: “In 2-3 weken kan je alles van Vietnam zien als je met de motorbike gaat.” Ja, de bekende plekken misschien, maar de vraag is of je dit moet willen in zo’n korte tijd. Vietnam is acht keer groter dan Nederland hè, vergis je niet.
Dan is er nog de roadtrip die ik maakte door Nieuw-Zeeland. Waar ik van veel mensen hoorde dat ze in 3, of soms zelfs 2 weken, zowel het Noorder- als het Zuidereiland wilden zien, koos ik ervoor om alles open te houden en lekker met de flow mee te gaan. Vooral niet te veel uren in de auto doorbrengen, en zoveel mogelijk van de mooie natuur genieten. Uiteindelijk heeft deze epische reis 2 maanden geduurd.
Ik heb ook wel eens 3 weken in Thailand gebackpackt waarbij ik enkel Bangkok, Koh Lanta en Koh Phi Phi bezocht. Of 2 weken met m’n zusje waarin we grotendeels op Koh Lipe en in Soi Rambuttri in Bangkok geweest zijn. Te weinig bestemmingen? Nee, heerlijk 🙂 .
Nu ik dit schrijf ben ik al 4 maanden in Portugal, en heb vooral de Algarve verkend. Over ‘slow’ gesproken haha. Het bevalt goed om een tijdje écht te leven in een bepaalde bestemming en daarna weer door te gaan.
En zo heb ik tig andere voorbeelden.
Anyway, op welke manieren zorgt slow travel er nou voor dat de kwaliteit van je reis verbetert?
Naast dat je bestemmingen beter leert kennen, er meer ruimte is voor spontane acties en dat het goedkoper en duurzamer is dan snel reizen, voorkom je reismoeheid en het bijkomende gevolg dat je simpelweg geen zin meer hebt om verder te gaan.
Thuiskomen na je avontuur en het gevoel hebben dat je een break nodig hebt. Dit kan niet de bedoeling zijn toch?
Zoveel mogelijk zien is niet waar het om draait, als je het mij vraagt tenminste. Het gaat eerder over het vinden van een balans tussen fijne ervaringen en je energie-levels. Alleen dan zal je maximaal van je reis kunnen genieten.
Tegenwoordig is er de druk van buitenaf om ‘overal geweest te zijn’ en die oh zo belangrijke selfie te maken voor Instagram. De ervaring lijkt ondergeschikt. Het is voor mij een schijnwereld en precies de reden dat ik geen Insta heb. Business wise misschien geen slimme zet, maar ik blijf liever dichtbij mezelf.
Ik merk overigens ook dat wanneer ik veelal bezig ben met bezienswaardigheden en bijzondere plekjes te vinden voor mijn blog, ik net zo goed de essentie van het reizen uit het oog verlies. Je zit dan in een soort ‘najaag-modus’ in plaats van te genieten van het huidige moment.
De waarheid is trouwens dat je toch nooit alles zult kunnen zien. Probeer daarom het meeste te halen uit de ervaringen die je wél opdoet. Je hebt niet ‘gefaald’ als je dat ene plekje ‘gemist’ hebt. Dit wil je ego je slechts wijsmaken.
Ik geniet van jou verhalen, wij zijn ook van het slow travel. Al 1 week in Koh Lanta!!
Koh Lanta is super!