Elk land heeft zo z’n eigen typische dingen die je bijblijven als je er geweest bent. Supersonische toiletten in Japan, gefrituurde aubergine in Indonesië en het ‘honesty box’-systeem in Nieuw-Zeeland zijn daar een paar voorbeelden van. Of kijkend naar onszelf, wij Nederlanders staan bekend als behoorlijk direct terwijl ze in België toch een stukje gereserveerder uit de hoek komen.
Het zijn van die leuke ervaringen die je al reizende opdoet en bijzondere en soms opmerkelijke verschillen in cultuur, gebruiken en gewoonten laten zien. Onlangs ben ik onlangs voor 5 maanden naar Portugal geweest, en ook voor dit mooie land heb ik een lijstje gemaakt met opvallende dingen die ik ben tegengekomen. Dingen die spontaan in me opkomen wanneer ik aan Portugal denk.
Dus, ga er even lekker voor zitten en kom gerust met toevoegingen als je die hebt 🙂 .
1. Portugezen zijn van zoet en ‘pastel de nata’
Als je aan Portugal en eten denkt, is het eerste wat in je opkomt waarschijnlijk vis met een Portugees wijntje erbij. Alleen, wist je dat Portugezen enorme zoetekauwen zijn en maar al te graag een gebakje, cake of stuk taart eten, vaak met een espresso erbij?
Hét gebakje van Portugal is pastel de nata, een rond gevormd stuk bladerdeeg met van binnen heerlijke romige pudding. Traditioneel doet men een beetje kaneel erop om vervolgens van de smaaksensatie te genieten. Deze pastel de natas smaken extra goed met een espresso erbij en zijn te krijgen bij ‘pastelarias’, zoals men bakkerijen in Portugal noemt.
2. Espresso is de norm – oh ja, en bier ook
Om terug te komen op de espresso, het lijkt in Portugal zo’n beetje de eerste levensbehoefte. Of het nou ochtend, middag of avond is; altijd zie je de terrassen en cafés volzitten met locals die soepeltjes aan hun espresso aan het sippen zijn. Soms alleen, vaker in gezelschap van anderen om gezellig wat bij te praten.
En nog iets: espresso is voor Portugezen wat voor ons normale koffie is. Bestel je ‘um cafe’ dan krijg je dus geen normale koffie, maar een klein kopje met krachtige espresso. Kom je in de meer toeristische plekken, dan zal de bediende meestal vragen of je een espresso of een normale koffie wilt, bij de meer lokale tentjes gebeurt dit over het algemeen niet. Dan weet je dat ook weer.
Enne, zo’n espresso kost gemiddeld genomen tussen de €0,70 en €1. Dat is wel even anders dan we hier gewend zijn hè 🙂 ?
Ook pilsjes worden rijkelijk genuttigd op de terrassen. Niet zo vreemd zou je denken, maar het begint vaak al (vroeg) in de ochtend. Het zijn niet zelden oudere mannetjes die rond een uurtje of tien met elkaar aan het bier zitten en op die manier hun dag starten. Jij zit ernaast je ontbijtje te eten. Het kan allemaal in Portugal.
3. Contant geld is wel zo handig
Waar wij steeds verder digitaliseren en moderniseren, lijkt in Portugal de tijd op bepaalde vlakken te hebben stilgestaan. Heerlijk vind ik het. Slow life, lokale kruidenierszaakjes, de bakker die door het dorp rijdt om brood af te leveren, niet kunnen pinnen en ga zo maar door.
En over dat pinnen wil ik nog wat zeggen. Het is absoluut handig om contant geld op zak te hebben, en bij voorkeur muntjes en briefjes van maximaal 20 euro. Ik heb in diverse eetzaken, zelfs in het drukkere gedeelte van Lagos, meegemaakt dat pinnen onmogelijk was.
Of dat ik mijn buskaartje in de bus moest kopen, en enkel met contant geld. Ik had dit bijvoorbeeld toen ik van Lagos naar Aljezur ging. En als het ritje bijvoorbeeld €3,50 kost, hoef je niet met een briefje van €20 aan te komen. Hier is de chauffeur doorgaans niet happig op.
4. De oh zo mooie ‘azulejos’
Ja, ik vind ze echt helemaal geweldig. Azulejos, de keramische tegeltjes die ooit door de Moren naar Portugal werden gebracht, zorgen voor een vrolijke en tegelijkertijd artistieke sfeer. Je ziet ze werkelijk overal: in stations (Lissabon en Pinhão zijn aanraders), op de zijmuren van kerken, binnenin kloosters of simpelweg stadswoningen die er op allerlei manieren mee versierd zijn. Vaak met een verouderde en bijna doorgerotte houten deur ernaast, al zorgt dit verrassend genoeg juist voor een extra mooie vintage look.
Soms zijn het kunstwerken die hele verhalen uitbeelden en op elkaar aansluiten, vaker zijn het tegeltjes die allemaal hetzelfde ontwerp hebben en samen voor een fraai geheel zorgen.
Behalve de azulejos is Portugal overigens ook een land van de street–art. Vooral in de grotere steden kom je veel opzienbarende werken van kunstenaars tegen. Een voorbeeldje is de De ‘Big Racoon’ in Belém, Lissabon.
5. Het ‘menu do dia’ voor een prikkie
Door heel Portugal vind je (lokale) eettentjes met een ‘menu do dia’ op de kaart. Dit is het menu van de dag, meestal geprijsd tussen de €5,50 en €10. In Porto geloofde ik m’n ogen nauwelijks. Voor €5,50, een prijs die je bijna plaatsvervangende schaamte zou geven of waarvan je denkt: zit hier een addertje onder het gras?, kreeg ik de volgende dingen:
- Verse groentesoep als voorafje.
- Rijst met drie stuks sliptong en gekookte groenten.
- Als drankje een huisgemaakte jus d’orange.
- Espresso met een koekje als afsluiter.
En het was niet alleen goedkoop, maar nog lekker ook.
6. Lage parasols, kleine mountainbikes
Portugezen, wat kunnen het kleine mensen zijn zeg haha. Tekenend hiervoor zijn de parasols bij de terrassen waar je met een gemiddelde Nederlandse lengte niet onderdoor kunt lopen, en de mini-mountainbikes die je in heel het land ziet.
Zo hadden ze op de hippiecamping bij Olhão wat fietsen staan, allemaal van die kinder-mountainbikes, nog net geen BMX’jes.
Gelukkig kan je, als je naar een fietsverhuurder gaat, wel grotere maten krijgen die op toeristen (en mensen groter dan 165 cm 😀 ) gericht zijn.
7. Blaffende honden (in de nacht)
Blaffende honden heb je overal wel, alleen honden die de hele nacht doorgaan is toch wel iets dat ik echt met Portugal associeer. Een beetje vergelijkbaar met wat de hanen doen op Bali. Heel de nacht losgaan. Niet zozeer in steden trouwens hoor, maar vooral in de landelijke gebieden.
Op nagenoeg ieder erf lopen een paar honden die de boel bewaken en bij het minste of geringste beginnen ze te blaffen. En wanneer er eenmaal een begonnen is, steken ze elkaar aan en is de beer los. Kijk er dus niet van op als je in een community of op een natuurcamping verblijft, en je wordt ’s nachts om 2 uur wakker door wild geblaf. Ik heb je gewaarschuwd 😉 .
8. Toffe communities en natuurcampings
Portugal is toch wel hét land van Europa op het gebied van community living en campings in de middle of nowhere waar je pure connectie met de natuur voelt. Mijn beste voorbeeld daarvan is A Treasure of Nature in de Alentejo. Echt een speciale plek met bijzondere mensen.
Wel heb ik ook gemerkt dat sommige communities niet persé authentiek meer zijn maar eerder hip en wat gehyped overkomen. Dit blijf je echter denk ik altijd houden. Dingen die populair worden, verliezen meestal hun authenticiteit toch? Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat het er niet leuk is, het ligt er maar net aan wat je zoekt.
Of de meer spirituele plekken die soms een lichtelijk sektarisch en dogmatisch tintje hebben, met allerlei ‘bijzondere’ regels. Of waar drugs en feesten meer het ding blijkt te zijn in plaats van spiritualiteit die van binnenuit komt.
9. Sinaasappel- en amandelbomen in de Algarve
“De beste sinaasappels zijn die uit de Algarve,” is wat Portugezen nogal eens zeggen. En inderdaad, wat smaken ze goed zeg! Toen ik in januari aankwam in de Algarve barste het van de bomen met rijpe sinaasappels eraan.
En ook mandarijnen, citroenen en grapefruits trouwens. Serieus, soms at ik er wel acht op een dag. Het feit dat ik ze zo uit de natuur kon plukken bracht me in een bijna euforische stemming waardoor ik geen rem meer had.
Misschien denk je dat ik overdrijf, maar ik zou zeggen: ga ze zelf eens proeven en ervaar de pure zoetheid van het oranje fruit.
In diezelfde periode stonden bovendien de amandelbomen in bloei, met kronkelende taken en prachtige witte en roze bloesem. En het leuke is: je eet ze zo van de bomen. Zoek even een steen om de noot te kraken en je kan ze eten. De amandelen zien er op het oog misschien rot uit, vanwege de zwarte kleur. Niets is echter minder waar. Het zwarte was een beschermend jasje wat om de schil heen zit.
10. Overal campertjes (#vanlife)
Jaja, Portugal is misschien wel het populairste Europese land onder van–lifers en vrijwel overal zie je de leukste campertjes rijden of geparkeerd staan. Vaker niet dan wel zijn ze van Duitse afkomst.
Oude Volkswagen-hippiebusjes, surfcampers, stoere omgebouwde Mercedes Sprinters en joekels van Hymers. Met name de oude busjes zorgen voor een leuk sfeertje en geven je dat échte reisgevoel. Mij wel tenminste 😉 .