Ken jij de Tiger Cave Tempel, oftewel Wat Tham Sua, in Krabi al? Het is de plek waar je onder andere een mega-grote gouden Boeddha kunt bewonderen. En ondanks dat ik tot nu toe heel wat van zulke beelden heb gezien, heeft deze plek indruk op me gemaakt.
Eerlijk gezegd ben ik er min of meer per toeval uitgekomen. Ik was namelijk naar het immigratiekantoor, net buiten Krabi Town, gegaan om mijn visum met 30 dagen te verlengen. Aangezien de ‘tijgergrot-tempel’ op slechts 12 kilometer daarvandaan ligt, ben ik er op de bonnefooi naartoe gereden. Het bleek echter niet ‘even’ een bezoekje te worden. Er werd net wat meer van me gevraagd…
Er is meer dan alleen een gouden Boeddha
Toen ik aankwam, was ik enigszins verrast door de omvang van het complex. Ik had enkel een mega-Boeddha verwacht, maar er zijn nog allerlei andere dingen om te zien.
En zo vreemd is dat niet. Immers, waarom is deze plek anders naar een tijger vernoemd?
Precies 🙂 .
Zo is er direct in het begin de tijgergrot. Je komt aan in een hal waar weinig te beleven valt. Ze is vooral bedoeld voor locals om te bidden en offers te doen. Ik voelde me er daarom een beetje die typische rondkijk-toerist die je liever niet bent.
In een hoekje achteraf, je zou er bijna overheen kijken, is een tijger te zien:
Best mooi, maar niet perse heel bijzonder. Al is het verhaal erachter wel speciaal. Zo heb ik gelezen dat er lang geleden een tijger was die zich in deze grot schuilhield. Telkens als er mensen in het omheen gelegen bos kwamen om te jagen, begon het beest wild te brullen. Vandaar de naam dus.
En de tijger? Die is, nadat monniken de tempel in gebruik hadden genomen, nooit meer gehoord of gezien.
Richting het einde, ligt het sprookjesachtige wonderland, waar je via een bescheiden klim -als ik dit vergelijk met de hike verderop in dit artikel 🙂 – door de jungle uitkomt bij diverse grotten. Dit is er zo een:
Verder beland je op een plek vol Boeddha’s en opvallend gekleurde minihuisjes:
Je kunt er bovendien een verfrissende wandeling door het bos maken, de ‘big tree’ spotten en simpelweg genieten van de rust.
Op trap zal je waarschijnlijk aapjes op of rond de leuning zien zitten.
Ik heb ze, in tegenstelling tot wat je veelal leest, niet als agressief ervaren. Wel zag ik dat mensen ze aan het voeren waren. Jammer als je het mij vraagt. Maar goed, er zijn dan ook specifieke kraampjes aanwezig om voedsel voor de beestjes te kopen.
Bij de trap die naar de gouden Boeddha leidt, lees ik dan: verboden om apen te voeren. En wel eten ervoor verkopen? Zo’n gevalletje typisch Azië 😉 .
1.237 treden naar de top
Waar kwam ik ook alweer voor? Inderdaad, die gigantische gouden Boeddha. Toen ik eenmaal het bordje zag waarop in foutief maar begrijpelijk Engels ‘1.237 step to top mountain’ stond, wist ik dat ik goed zat.
De weg is versierd met erg mooie boeddhistische elementen:
Het pad naar boven is vaak nogal steil. Sommige treden zijn meer dan 30 centimeter hoog! Je gaat daarom soms bijna recht de lucht in. Dit had ik eerlijk gezegd niet verwacht.
Echter, om nou te zeggen superzwaar? Voor mij persoonlijk niet. Sterker nog, ik heb mezelf uitgedaagd en ben joggend, met een colaatje in m’n hand, richting de top gegaan. Op slippers. Wel met hier en daar een korte break. En een keer ben ik bijna op m’n bek gegaan. Al met al was het zeker zweten, maar eenmaal boven voelde het voor mij heerlijk. Totaal nat, dat wel. Zelfs mijn korte broek van spijkerstof, bleek helemaal doorweekt.
Leuk weetje: er schijnt een record te zijn van een hardloper die het in ruim 10 minuten heeft gedaan…
Ik moet toegeven dat ik een goede conditie heb en veel aan sport doe. Dus misschien valt het voor jou wat zwaarder uit. Al zeg ik er meteen bij dat ik ook mensen van rond de 60 naar boven heb zien gaan.
Een flesje water meebrengen is aan te raden, boven kun je ‘m trouwens gratis bijvullen. In een normaal tempo, zal je er drie kwartier tot een uur over doen om het eindpunt te bereiken.
Onderweg adviseer ik je af en toe een stop te maken om van de omgeving te genieten. Je komt namelijk langs enkele uitkijkpunten en de boeddhistische decoraties zijn veelal echt betoverend mooi om te zien.
De beloning
Toen ik aanbeland was op de top, ben ik eerst een paar minuten uit gaan rusten. Mijn colablikje gevuld met water en bijtanken. Even dacht ik verkeerd te zitten. Ik zag namelijk nergens een Boeddha. Gelukkig vertelde iemand me dat deze een verdieping hoger te vinden is.
Toen werd het tijd om een naar boven te gaan. De slippers of schoenen moeten eerst uit. Daar kwam ik op de weg terug pas achter overigens. Het zorgde voor een klein schaamtegevoel.
Vervolgens zie je de prachtige gouden Boeddha en word je beloond met een supermooi 360-graden-uitzicht over de natuur die Krabi te bieden heeft:
De drukte viel me eerlijk gezegd erg mee. Ik vond het eerder rustig. Behalve de eyecatcher, is er nog een platform waar je wierook kunt aansteken. Ikzelf heb dit niet gedaan. Als niet-boeddhist voelt zoiets voor mij onnatuurlijk en lichtelijk ongepast.
Op de weg terug kom ik nog een man tegen die ik even daarvoor heb ontmoet en ineens roept: “In The Netherlands you are used to mountains right?” doelend op het rappe tempo waarin ik afdaal. Uiteraard ironisch bedoeld.
En de apen? Die heb ik enkel beneden en in het begin van het eerder genoemde wonderland gezien. Ze waren meer met elkaar bezig dan met de toeristen. Wat mij betreft hoef je je dus zeker niet af te laten schrikken door websites die beweren dat je er veel last van zult hebben. Mijn blikje hebben ze in ieder geval niet proberen af te pakken. Als je eten of drinken bij je hebt, kun je het eventueel in een rugzak stoppen. Zo ben je helemaal safe.