Als hebt besloten om Down Under te gaan backpacken, dan kun je logischerwijs niet heen om de prachtige nationale parken die je in Australië vindt. Met meer dan 500 opties, is dit prachtige land een waar natuurwonder te noemen.
Je hebt er doorgaans geweldige mogelijkheden voor het maken van mooie wandelingen, het nemen van een verfrissende duik bij een waterval, weg te dromen op één van de vele stranden, wilde dieren te spotten of te kamperen in het wild. Inderdaad, jij als avonturier gaat niets te kort komen in de verschillende natuurwonderen die Australië rijk is.
Wat zijn nu de parken die je echt niet mag missen? Welke gebieden behoren tot de mooiste natuur die Australië te bieden heeft? In dit artikel beschrijf ik 28 prachtige nationale parken die je Down Under kunt bezoeken. Probeer er tijdens je voorbereiding een aantal in te plannen voor je route door Australië. De volgorde is trouwens geheel willekeurig 🙂 .
Hier komen ze:
1. Murramarang National Park (New South Wales)
Op ongeveer 210 kilometer ten zuiden van Sydney vind je het Murramarang National Park. Ga hier naartoe als je kangoeroes op de stranden wilt spotten, zelfs wanneer je aan het kamperen bent!
Verder biedt het park goede mogelijkheden voor het maken van wandelingen dwars door het oerwoud en het nemen van een verkoelende duik. Ook als surfer ga jij je hier uitermate goed vermaken, als je de juiste plekjes weet natuurlijk 😉 .
To do’s
Wandelen en sightseeing: de Dark Beach Walking Track (inclusief waterval), de Depot Beach Rainforest Walk, de Durras Lake Discovery Trail en de Honeysuckle Beach Walking Track.
Stranden: Richmond Beach (ook om te surfen), Depot Beach, Durras Beach, Pretty Beach, Oaky Beach en Honeysuckle Beach. Voor surfen kun je verder terecht bij Cookies Beach, Cungi, North Durras, Point Upright en Mill Point. Keuze zat dus!
Verder: kangoeroes in het wild spotten bij onder andere Pebbly Beach. Bekijk ook eens de historische Aboriginal-bezienswaardigheden als je de Wasp Head Walk gaat doen.
2. Blue Mountains National Park (New South Wales)
In het zuidoosten van de deelstaat New South Wales -en op ruim 60 kilometer ten westen van Sydney- ligt het Blue Mountains National Park. Ze vormt tevens het thuisfront van de ‘drie zussen’, de bekende rotsformatie die je in de Blue Mountains vindt. Niet voor niets is deze plek één van de meest bezochte parken van Australië.
Het park is ideaal als je een liefhebber bent van hiken, watervallen, kliffen, avontuur en niet in de laatste plaats: geweldige -lokale- restaurantjes.
To do’s
Wandelen en sightseeing: de Three Sisters Walk, de Cliff Top Walking Track en de Grand Canyon Track. Verder de Govetts Leap Lookout, de Gordon Falls lookout en Pulpit Rock. Bij de laatste zijn de views schitterend, als je hoogtevrees hebt: daag jezelf uit zou ik zeggen 😉 .
Fietsen: daar is de omgeving prachtig voor. Check: Mount Banks Road, Burramoko Ridge en Narrow Neck.
Verder: rotsen beklimmen, abseilen en het dorpje Leura. Je vindt hier onder meer eucalyptusbomen. Vanuit Leura kun je overigens ook naar Katoomba lopen.
3. Port Campbell National Park (Victoria)
Ga zeker naar dit nationale park in Victoria als je de roadtrip langs de Great Ocean Road gaat doen. Je wordt onder meer beloond met prachtige wandelparcours langs de kust, plaatsen om te picknicken, indrukwekkende kliffen en rotsformaties.
To do’s
Wandelen en sightseeing: de Bay of Martyrs Walk, de Port Campbell Discovery Walk, de 12 Apostles Walk en niet te vergeten: Muttonbird Island. Ook zeker London Bridge, Gibson Steps, Loch Ard Gorge en the Arch. Het aantal ‘natuurwonderen’ dat je in deze omgeving ziet, is wat mij betreft ongekend.
Verder: ga kamperen in het Port Campell Holiday Park.
4. Wilsons Promontory National Park (Victoria)
Dit uniek stukje natuur wordt ook wel ‘The Prom’ of ‘Victoria’s Secret’ genoemd. Niet iedere reiziger heeft vandaag de dag dit park al bezocht, het mag dan ook oprecht een verborgen juweeltje worden genoemd.
Ga naar Wilsons Promontory als je liefhebber bent van heldere wateren, witte zandvlaktes en gekleurde bergen. Als je van kamperen en avontuur houdt, heb je tal van goede opties. Het park is niet voor niets erg geliefd bij backpackers die met campers een rondreis maken door Australië.
To do’s
Wandelen en sightseeing: diverse ‘overnight walks’, van Darby River naar Tongue Point en vanuit Norman Beach naar Whisky Bay. Verder zijn ook Sealers Cove en de Tidel Overlook aanraders om naartoe te lopen.
Stranden: Squeaky Beach en Norman Beach. Trouwens, ‘squeaky’ betekent net zoiets als ‘piepen’. Oftewel: een piepend strand. Bij iedere stap die je zet, lijkt het alsof je het strand hoort fluiten of kraken. Maak het zelf mee 🙂 .
Verder: kamperen op de Tidel River camping, (beklimmen van) Mount Oberon, Lilly Pilly Gully en Sealers Cove.
5. Freycinet National Park (Tasmanië)
Als je naar het prachtige Tasmanië besluit af te reizen, ga dan in ieder geval naar het Freycinet National Park. Je kunt er genieten van schitterende uitzichten en chillen op parelwitte stranden. Wat te denken van Wineglass Bay en Hazards Beach, diverse verlaten baaitjes en de vele granieten bergen?
To do’s
Wandelen en sightseeing: neem een kijkje Cape Tourville, de Hazard Ranges en geniet van unieke roze granieten bergen. Verder zou je wel gek zijn als je nalaat om langs te gaan bij de Wineglass Bay Lookout. Behalve het prachtige uitzicht, kun je vanuit daar ook doorlopen naar het gelijknamige strand: Wineglass Bay.
Stranden: die zijn hier echt adembenemend. Aanraders zijn de Friendly Beaches, Wineglass Bay, Hazards Beach, Honeymoon Bay en Coles Bay.
Verder: kamperen, snorkelen, duiken & surfen en het spotten van dieren (onder meer birdwatching). Bij bijna ieder strand heb je wel campings of andere mogelijkheden om te overnachten. Je hebt zelfs verschillende gratis campings, handig als je een budgetbackpacker bent 🙂 .
Leuk om te weten: wist je dat het Freycinet National Park samen met het Mount Fields National Park tot één van de oudste parken van Tasmanië behoort? Ze zijn samen opgericht in 1916. Mount Fields is ook zeker het bezoeken waard en ligt op zo’n 215 kilometer vanaf het Freycinet National Park. Ga langs de Horseshoe Falls en de, misschien nog wel mooiere, Russell Falls.
6. Great Otway National Park (Victoria)
Net als het Port Campbell National Park is ‘The Otways’ een essentiële stop als je een roadtrip langs de Great Ocean Road gaat maken. Trek erop uit om weelderige watervallen te zien, te kamperen en koala’s te spotten.
To do’s
Wandelen en sightseeing: de Great Ocean Walk, de Gables Lookout en de Triplet Falls. Voor een te gekke ervaring in het regenwoud, is Maits Rest is een échte must. Je komt hierbij langs gigantische bomen van meer dan 300 jaar oud.
Fietsen: doe één van de gave mountainbike-trails in de Forrest Area. Je hebt hier meer dan 40 kilometer aan verschillende routes die je door de jungle kunt afleggen. Vergeet niet af en toe te stoppen, want de prachtige ranges, watervallen en groene natuur zijn zeer zeker fotomateriaal 🙂 .
Verder: ga naar Kennet River om koala’s te zien en breng een bezoekje aan het Cape Otway Lightstation. Kijk onderweg goed om je heen, want het kan zo maar zijn dat je een koala in een boom ziet zitten.
7. Royal National Park (New South Wales)
Als je denkt dat je voor de natuur in Australië perse ver buiten de steden moet zijn, heb je het mis! Het Royal National Park ligt namelijk een uurtje van Sydney en is het eerste nationale park van Australië. Tevens het op één na oudste ter wereld. Het meest ‘bejaarde’ nationale park wereldwijd is namelijk Yellowstone in de Verenigde Staten.
Je kunt er genieten van diepe valleien, kliffen, diverse stranden en bergachtige landschappen. Bovendien heb je goede mogelijkheden om te barbecueën, te vissen, diverse vogelsoorten en walvissen te spotten.
To do’s
Wandelen en sightseeing: de Bundeena Drive to Marley Walk waarbij je strand, bos, oerwoud, unieke boomsoorten en vele bloemen te zien krijgt. Verder ook de Forest Path, de Wattamolla Tour en de Karloo Walking Track. Tot slot kun je kiezen voor een lekkere wandeling door de duinen en langs de kust: de Coastal Walk. Het zien van walvissen is hierbij waarschijnlijk inbegrepen 🙂 .
Fietsen: de Lady Carrington Drive is leuk om te fietsen. Onderweg kun je stoppen om te picknicken. Let op: goed om je heenkijken voor het zien van verschillende (felgekleurde) vogelsoorten.
Verder: je kunt gaan zwemmen, picknicken en bbqen bij Wattamolla en Garie Beach. Bij beide spots kun je tevens goed snorkelen. Ook bij Bonnie Vale en de Waterfall Flat picknick area kun je de kooltjes van de barbecue warm maken. Voor het spotten van walvissen moet je bij Garie Beach zijn.
8. Daintree National Park (Queensland)
Dit is het enige nationale park ter wereld waar twee gebieden van de Unesco Werelderfgoedlijst elkaar kruisen, namelijk het Great Barrier Reef en de Daintree Rainforest.
Kort gezegd, is het een zeer mooi gebied gelegen in het Tropische Noorden van Australië. Je vindt hier trouwens ook het dorpje Cape Tribulation. Ik zeg dorpje, omdat het gehucht nog geen 100 inwoners telt.
Als je van regenwoud en pure wildernis houdt, is dit natuurgebied de plaats waar je moet zijn. Met diverse wandelmogelijkheden, unieke plant- & diersoorten en stranden heeft ze een hoop te bieden.
To do’s
Wandelen en sightseeing: Cape Tribulation, de Dreamtime Walk, Mossman Gorge, Daintree Village en de Mount Alexandra lookout. In Cape Tribulation wil ik je aanraden om naar het gelijknamige nationale park te gaan, hier worden jungle en strand perfect gecombineerd 🙂 . Liefst met een 4WD zodat je zo ver kunt rijden als je wilt.
Stranden: je hebt hier een keuze, dat wil je niet weten. Enkele aanraders zijn Noah Beach, Myall Beach, Coconut Beach, Cape Tribulation Beach, Emmagen Beach en Thornton Beach.
Verder: kamperen in de jungle en unieke dieren zien zoals ratkangoeroes (ja je leest het goed 🙂 ) en de ‘southern cassowary’. In het Nederlands noemen we deze prachtige unieke vogelsoort de helmkasuaris.
9. Karijini National Park (Western Australië)
Als je in West-Australië bent, ga dan zeker naar dit park dat verschillende natuurlijke bezienswaardigheden te bieden heeft. Ze is het tweede grootste nationale park in het westen van Australië. Met haar spectaculaire ruige landschappen en recreatieve mogelijkheden een absolute must-go voor backpackers die wel van wat avontuur houden.
To do’s
Wandelen en sightseeing: Dales Gorge (met de Fortescue falls, Circular pool en Fern pool), Weano Gorge, de Oxers lookout, Kalamina Gorge en Hamersley Gorge. Neem ook zeker een kijkje bij de Termite Mounds, een soort rotsachtige terpjes waar je zeker even mee op de foto moet 🙂 . Vergeet tot slot niet te genieten van het panoramische uitzicht vanaf de Mount Bruce.
Verder: je kunt hier een kleurenvallei aan bloemen zien, rode kangoeroes spotten en, jawel, pythons tegenkomen. Kamperen is aan te raden bij Dales Campground.
10. Whitsunday Islands National Park (Queensland)
Dit is één van de meest mooie en populaire vakantiebestemmingen van Queensland, zo niet van heel Australië. Niet zo gek natuurlijk, aangezien het nationale park uit liefst 32(!) verschillende eilandjes bestaat, waaronder het adembenemende Whitsunday Island met het wereldberoemde Whitehaven Beach.
Het Whitsunday Islands National Park is ideaal als je op zoek bent naar een waar strandparadijs. Je hebt er tevens ultieme mogelijkheden als het gaat om watersportactiviteiten zoals snorkelen, zeilen en duiken. Ook kun je natuurlijk voor kiezen om lekker te chillen op één van de weelderige stranden.
To do’s
Wandelen en sightseeing: een helicopter-flight over de eilanden, de Whitsunday Ngaro Sea trail, Hill Inlet lookout, Chance Bay en de Whitsunday Peak. Als je lef hebt, ga dan skydiven over Airlie Beach!
Watersport: zeilen, snorkelen bij Manta Ray Bay en bij Black Island & Langford Island.
Stranden: Whitehaven Beach, Airlie Beach en Hayman Island. Whitehaven Beach werd onlangs nog verkozen tot het mooiste strand van heel Australië. Dat is niet zo vreemd natuurlijk, gezien het turquoise water en het parelwitte zand.
Verder: kamperen op Dugong Beach. Doe daar meteen even de wandeling Dugong Beach naar Sawmill Beach, dit zal je niet teleurstellen 😉 .
11. Kakadu National Park (Noordelijk Territorium)
Het zou vreemd zijn als ik het natuurlijke wonder Kakadu niet zou benoemen in deze lijst. Eigenlijk vind je er bijna alles wat je natuurhart sneller zal doen kloppen. Ze is bovendien het grootste nationale park van Australië en bestaat uit niet minder dan zeven gedeeltes.
Met eeuwenoude en diverse landschappen, rivieren, verschillende watervallen, prachtige wandelmogelijkheden en Aborignal Art kom je niets te kort.
To do’s
Wandelen en sightseeing: Ubirr, de Bardedjilidji Sandstone Walk, de Manngarre Rainforest Walk en de Sandstone & River Walk. Voor Rock Art ga je naar Ubirr en Nourlangie. Via Kakadu Air kun je een scenic flight over het gebied maken.
Verder: krokodillen spotten, de Jim Jim falls en de Twin falls. Zwemmen is het veiligst bij Jabiru. Een romantische tip voor samen met je partner: de zonsondergang bij Jim Jim Creek.
12. Litchfield National Park (Noordelijk Territorium)
Ondanks dat Litchfield NP niet zo bekend is als het eerder besproken Kakadu, wordt ze door locals vaak hoger aangeschreven. Dus, als je in Darwin bent, rijd dan in krap 1,5 uur richting het Litchfield National Park.
Laat je verbazen door de unieke landschappen, kliffen en, in tegenstelling tot Kakadu, veel krokodilvrije wateren waar je kunt zwemmen. Ook kent het park te gekken 4WD-parcours om met een jeep overheen te cruisen.
To do’s
Wandelen en sightseeing: de Tabletrop Track, de Tolmer Falls Walk, Walker Creek, Greenant Creek en Tjaynera. Tot slot raad ik aan om een kijkje te nemen bij de pittoreske Magnetic Termite Mounds, deze zie je op de bovenstaande foto.
Verder: kamperen bij de Florence Falls of de Wangi Falls. Ga ook zeker zwemmen bij Wangi, Florence en Buley Rockhole. Doe dit NIET in de Reynolds River. Wellicht spot je ook nog een rotskangoeroe of een zeldzame spookvleermuis.
13. Grampians National Park (Victoria)
Ben je een liefhebber van bergachtige landschappen en heb je interesse in Aboriginal Rock Art? Dan moet je zijn in het Grampians National Park.
To do’s
Wandelen en sightseeing: de Pinnacle’s, de Boroka lookout, de Reeds lookout en de Loop Walk. De wandeling naar de MacKenzie Falls is ook een aanrader. Je komt hierbij onder meer langs de Cranages lookout. Tot slot: de Grampians Peak trail.
Verder: de 4WD Henham track, rotsklimmen en kamperen bij Boreang, Buandik en Borough Huts. Tot slot wil ik je adviseren om een Aboriginal Tour te doen waarbij je verschillende Aboriginal sites te zien krijgt.
14. Jervis Bay National Park (New South Wales)
Het Jervis Bay National Park is simpelweg adembenemend. Ze ligt op ruim 130 kilometer van Sydney. Je hebt er diverse prachtige stranden, wandelparcours en mogelijkheden om ongerepte natuur te zien.
To do’s
Wandelen en sightseeing: de White Sands Walk, de Scribbly Gum Track en genieten van het uitzicht bij de Bull Hole Lookout.
Stranden: Greenfields Beach en Hyams Beach. Dit zijn tevens goede spots om te picknicken.
Verder: ga kajakken, vogels spotten of vissen bij Coonemia Creek.
15. Booderee National Park (New South Wales)
Dit natuurgebied ligt, net als z’n voorganger, in Jervis Bay. Als je bij het Jervis Bay National Park bent geweest, kun je daarom direct door naar deze prachtplek. Je betaalt $11 om binnen te komen, maar dit is een schijntje vergeleken met wat je te zien krijgt. Het park kent verschillende stranden, een botanische tuin en bovenal heerlijk rustige gebieden. Al met al is het een ideale plek om je even uit de bewoonde wereld te wanen.
To do’s
Wandelen en sightseeing: de Booderee Botanic Gardens die gerund worden door Aboriginals. Je kunt hier tevens een hike met gids doen. Boeken op voorhand is in dat geval wel aan te raden. Ga naar de overblijfselen van de Cape St George Lighthouse voor een stukje geschiedenis. Vanaf daar kun je tevens walvissen gaan spotten.
Stranden: Murrays beach en Greenpatch Beach. Bij de laatste raad ik je aan om te gaan kamperen. Als je van surfen houdt, adviseer ik Bherwerre Beach aan.
16. Burleigh Head National Park (Queensland)
Dit is hét park waar je moet zijn als je een liefhebber bent van wandelingen maken. Je komt letterlijk in de wildernis terecht met het vele regenwoud en de avontuurlijke routes die je er kunt lopen. Zeker als je even wilt ontglippen uit de drukte van Gold Coast, is dit een échte aanrader. Helaas kun je er niet kamperen.
To do’s
Wandelen en sightseeing: loop in tweeënhalve kilometer naar de top van het park en geniet van een indrukwekkend uitzicht vanaf de Tumgun Lookout. Een andere aanrader is de Ocean View Walk vanaf Tallebudgera Creek.
Stranden: Echo Beach.
17. Nambung National Park (Western Australia)
Deze zeer bijzonder plek staat ook bekend als ‘The Pinnacles’; een zandvlakte met stenen zuilen waarvan de oorsprong lange tijd onduidelijk is geweest. De Pinnacles zijn de gigantische kalkstenen pilaren die op de zandvlakte staan. Ze zijn soms wel vijf meter(!) groot. De afstand van de dichtstbijzijnde stad Perth is ongeveer 230 kilometer.
To do’s
Wandelen en sightseeing: natuurlijk de Pinnacles waar ik al eerder over sprak. Verder felgekleurde bloemen die je in de maanden september tot en met november ziet bloeien. Doe ook de boardwalk bij Lake Thetis. Onderweg kom je langs een zoutwatermeer met fascinerende ’tromboliten’, kleine gesteenten gebouwd door micro-organismen.
Stranden: Hangover Bay waar het water kristalhelder is. Net buiten het park vind je overigens Kangaroo Point, waar je kangoeroes over het strand ziet huppelen 🙂 .
18. Uluru Kata Tjuta National Park (Noordelijk Territorium)
Je dacht waarschijnlijk al: “er ontbreekt nog wel een heel bekend natuurlijk wonder op dit lijstje“, inderdaad want het Uluru Kata Tjuta National Park mag natuurlijk niet ongenoemd blijven. Het gebied dat bekendstaat om z’n vele rode rotsformaties middenin de Outback. In het park is voor iedereen wel wat te doen, hieronder bespreek ik enkele highlights.
To do’s
Wandelen en sightseeing: natuurlijk Uluru en Kata Tjuta. Bekijk bij beide rotsformaties de zonsondergang. Verder zijn de Mala Walk, de Walpa Gorge Walk en de Uluru Base Walk leuk om te doen. Tot slot raad ik je aan om te gaan kijken bij de Mutitjulu Waterhole.
Stranden: die vind je hier niet 🙂 .
19. Purnululu National Park (Western Australia)
Dit nationale park bestaat pas sinds 1987 en is nog niet of nauwelijks ontdekt door toeristen. Een oorzaak hiervoor is de niet zo goede bereikbaarheid van het park. Maar ik beloof je alvast: het speciale gevoel dat je bij Uluru hebt gehad, ga je hier ook ervaren. Ze staat niet voor niets op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
To do’s
Wandelen en sightseeing: een gave -maar helaas ook vrij prijzige- activiteit, is het maken van een helicoptervlucht over Bungle Bungles. Dit is zijn rotsen tot wel 300 meter hoog in de vorm van bijenkorven. Andere aanraders zijn de Cathedral en Piccaninny Gorge waar je met een 4WD kunt komen en heerlijk kunt wandelen. Tot slot kun je bij de Piccaninny Creek Lookout van een mooi uitzicht genieten.
Verder: je kunt gaan kamperen bij Walardi of Kurrajong. Houd er rekening mee dat je voldoende spullen meeneemt, aangezien er geen shop op deze campings aanwezig is.
20. Great Sandy National Park (Queensland)
Dit immense natuurgebied loopt van Lake Cootharaba tot aan Rainbow Beach. Je vindt hier het bekende Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld. Alleen dit al is een reden om naar het Great Sandy National Park te gaan. Mocht je met een terreinwagen op pad willen, dan is Fraser Island een plek waar je helemaal op je plek bent.
To do’s
Wandelen en sightseeing: ga met een jeep over het grote 75 Miles Beach cruisen. Verdere aanraders zijn Lake MacKenzie, Eli Creek en het Maheno Scheepswrak. De échte diehards kunnen kiezen voor de Cooloola Wilderness Trail. Schrik niet, deze trip is bijna 48 kilometer en duurt drie tot vijf dagen 🙂 .
Stranden: het eerder genoemde 75 Miles Beach, Rainbow Beach en Cathedral Beach. Bij de laatste vind je het scheepswrak van Maheno. Verder kent Fraser Island nog Indian Head waar je tevens de de Champagne Pools vindt. Het water is hier zo helder dat je de vissen om je heen ziet zwemmen.
Verder: Fraser Island heeft liefst 28 campings, keuze genoeg dus om in de natuur te slapen. Een aanrader is het Dingos Backpacker Adventure Resort.
21. Kalbarri National Park (Western Australia)
Kalbarri National Park is één van de bekendere natuurgebieden in heel West-Australië. Niet gek, gezien de vele prachtige kloven en het indrukwekkende uitzicht over de Murchison River. Met meer dan 800 soorten bloemen is ze tevens een waar paradijs voor iedereen met een hart voor flora.
To do’s
Wandelen en sightseeing: bekijk de vele bloeiende bloemen tussen juli en november. Verder is kanoën op de Murchison River een aanrader. Vergeet niet om een stop te maken bij Nature’s Window, Z-Bend en Hawks Head om de imposante rode en gele zandsteenformaties te spotten. Tot slot: geniet van het uitzicht bij de Ross Graham Lookout.
Verder: als je toch in Kalbarri bent, ga dan naar één van de beste vogelparken die je in heel Australië kunt vinden: Rainbow Jungle.
22. Flinders Ranges National Park (South Australia)
In dit eeuwenoude landschap vind je verschillende roodachtige kliffen, woestijnvlaktes en goede mogelijkheden voor het maken van een stevige wandeling. In het ruige landschap zie je op veel plekken sporen terug van de oorspronkelijke bewoners: de Aboriginals. Tevens is dit het enige gebied in Australië waar de geelvoetrotskangoeroe leeft.
To do’s
Wandelen en sightseeing: hiken is waar je hier voor naartoe komt. De meest aangename temperaturen zijn van mei tot en met december. Klim bij Wilpena Pound naar boven via Rawnsley Bluff. Het uitzicht waarmee je wordt beloond is prachtig.
Verder: bij Wilpena Pound, een natuurlijk amfitheater, heb je verschillende mogelijkheden om te overnachten. Onder meer kamperen is een leuke optie.
23. Cradle Mountain National Park (Tasmanië)
Laat ik nogmaals zeggen dat de volgorde van deze lijst willekeurig is, anders had ik het Cradle Mountain National Park dat in Tasmanië ligt wel een stukje hoger gezet 🙂 . Ze is het oudste nationale park in Tasmanië en staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
In het park heb je prachtige natuur met onder meer diverse watervallen, rivieren, valleien en zelfs gletsjers.
To do’s
Wandelen en sightseeing: het meerendeel van de mensen komt naar deze plek om het mooie Lake St. Clair te zien, het diepste zoetwatermeer van heel Australië. Een wandeling die ik je kan aanbevelen, is de Overland Track: de meest bekende boswandeling die je Down Under kunt doen. Ze is meer dan 65 kilometer lang en duurt een dag of zes. Hierbij kom je langs unieke natuur (zoals eucalyptusbomen) en spot je misschien zelfs de bekende figuur van de Looney Tunes: de Tasmanian Devil.
Verder: als je de Overland Track gaat doen, heb je onderweg verschillende opties om te kamperen of in lodges te slapen.
24. Macquarie Pass National Park (New South Wales)
Dit is zo’n typische plek waar je naartoe gaat als je de drukte van Sydney wilt inruilen voor verwilderde natuur. Op ongeveer 90 kilometer (anderhalf uur rijden) ligt namelijk het Macquarie Pass National Park met watervallen, avontuurlijke wandelroutes, unieke boomsoorten en prachtige uitzichten over de oceaan. Let wel: het blijft bij een dagtripje aangezien je hier niet kunt overnachten.
To do’s
Wandelen en sightseeing: je hebt twee belangrijke tracks die je in dit natuurpark kunt lopen: de Cascades Walk, waarbij je langs de Cascade Falls komt. Daarnaast is er de zwaardere Clover Hill trail die je langs diverse watervallen -onder meer de Rainbow Falls- zal leiden.
Verder: na de Cascades Walk heb je de mogelijkheid om te picknicken bij de Cascades picnic area. Wel je eigen spullen meenemen, want bijvoorbeeld drinkwater is niet te krijgen in dit gedeelte.
25. Boodjamulla National Park (Queensland)
Ze wordt ook wel ‘Lawn Hill’ en ‘de verborgen schat’ van Queensland genoemd. Daar is geen woord van gelogen, gezien de heldere groene rivier, fantastische rotsformaties, de verschillende routes die je af kunt leggen en het weinige toerisme dat hier komt.
Goed om te weten is dat het park enkel toegankelijk is met een 4WD en in de Outback van Queensland ligt. Niet veel mensen trekken hiernaartoe, dus pak je kans als je in de buurt bent.
To do’s
Wandelen en sightseeing: je hebt keuzes te over voor wat betreft hiking. Aanraders zijn de Indarri Falls Walk en de Upper Gorge Walk. Als je naar de Indarri Falls loopt, kom je onderweg langs de Duwadarri Lookout met prachtige views over de rode rotsformaties en de rivier. Voor panoramische uitzichten raad ik je de Constance Range Walk aan.
Verder: je kunt vanaf de Indarri Falls ook met de kano naar Upper Gorge peddelen. Dit is een echte aanrader. Tot slot heb je tig mogelijkheden om te kamperen, ook in de wildernis als je wilt. Doe dit bij Miymba Camping, wel op voorhand reserveren.
26. Mt. Kosciuszko National Park (New South Wales)
Hier moet je naartoe als je de hoogste berg van Australië wilt gaan beklimmen: de Mt. Kosciuszko. Leuk om te weten, is dat je hier in de Australische winter zelfs kunt skiën. Dit is iets dat locals en toeristen dan ook regelmatig doen. In de zomermaanden is het zeer aangenaam qua temperatuur en kun je de naar de top lopen. Snuif onderweg de verfrissende geur van de berglucht en van de vele in bloei staande bloemen op.
To do’s
Wandelen en sightseeing: dé attractie is hier als gezegd het beklimmen van de Mt. Kociuszko. Onderweg kom je langs het mooie Lake Albina. Het is overigens geen zware tocht, eerder een normale wandeling zoals je gewend bent. Je hoeft dus geen topsportconditie te hebben, mocht je dat denken 😉 . In de wintermaanden kun je tevens gaan skiën bij Thredbo of Perisher.
Verder: indien je meer avontuur zoekt, dan kun je ook gaan mountainbiken door de bergen, rotsen beklimmen of zelfs grotten gaan verkennen.
27. Washpool National Park (New South Wales)
Wellicht wat onbekender, maar zeker niet minder de moeite waard is het Washpool National Park. Je vindt hier de meest ongerepte stukken natuur van heel New South Wales. Met meer dan 140 vogelsoort is ze tevens een waar vogelspot-paradijs te noemen.
Dus, als je op zoek bent naar wandelingen dwars door de wildernis en het wel ziet zitten om te kamperen in de bush, is dit een bestemming waar je blij van wordt 🙂 .
To do’s
Wandelen en sightseeing: aanraders om te wandelen zijn de Washpool Track en de Coombadjha Nature Stroll. De eerste is een wandeling van 9 kilometer, terwijl de Coombadjha Trail nog geen kilometer lopen is. Ondanks de korte afstand, word je hier wel beloond met een natuurlijke waterpool waar je verkoeling kunt zoeken.
Verder: kamperen middenin het regenwoud is mogelijk op de Coombadjha Campground en de Bellbird Campground.
28. Carnarvon National Park (Queensland)
Tot slot een plek die zeker niet mag ontbreken: het Carnarvon National Park dat verstopt ligt in de Outback van Queensland. Met onder meer Aboriginalkunst, heel veel flora en fauna, kliffen en steile rotsen, is dit grote natuurgebied een buitengewoon interessante plek om naartoe te gaan.
To do’s
Wandelen en sightseeing: in het park heb je verschillende wandelparcours die je kunt afleggen. Zo heb je de Carnarvon Great Walk die is opgedeeld in zes verschillende delen. Ik raad je, gezien de grootte van het park, aan om bij de Visitor Centre een kaartje te vragen, om je een beetje te kunnen oriënteren. Onderweg heb je een grote kans op het zien van kangoeroes, wallabies en vele vogels.
Neem een kijkje bij de Art Gallery voor Aboriginal Rock Art en het amfitheater waar je wel 60 meter de diepte in kunt kijken. Tot slot is ook het sprookjesachtige Moss Garden met de waterval aan te bevelen om naartoe te lopen. Wil je even relaxen, doe dit dan bij het verkoelende Ward’s Canyon.
Verder: in het park zijn 35 campings waar je kunt overnachten. Aanraders om te verblijven zijn Takarakka Bush Resort en de Carnarvon Gorge Wilderness Lodge. Wel even voorafgaand reserveren, aangezien een vergunning verplicht is.
Tip: als jij nog niet eerder in Australië bent geweest en hulp nodig hebt bij je voorbereidingen, lees dan even mijn 10 tips voor de eerste keer backpacken in Australië en de 10 don’ts als je Down Under gaat backpacken.
Lees ook: 40 (Opmerkelijke) weetjes over Australië.
Wat is jouw favoriete nationale park in Australië?
