Toen ik jaren geleden mijn eerste grote reis maakte, vond ik eigenlijk alles prima. Zo sliep ik in de meest primitieve hutjes met koud water en soms zelfs enkel een hurktoilet.
Besparen op accommodatie, zodat je geld over houdt om leuke dingen te doen. Dat is een beetje hoe ik er op dat moment instond.
Tijdens de reis die ik nu maak, merk ik dat deze zienswijze wat aan het veranderen is. Als ik een kamer binnenstap, check ik het matras goed en wil ik weten hoe het met de hygiëne zit. Bestaat de ventilator grotendeels uit stof of is ‘ie schoon?
Dingen waar ik eerst nauwelijks aandacht voor had.
Sinds enige dagen verblijf ik op Pulau Weh dat dichtbij Sumatra ligt. In het gedeelte waar ik zit, Iboih, vind je vele ‘bungalows’. Ik zeg ‘bungalows’ omdat ze heel primitief zijn.
Dat wil zeggen: een bed met klamboe en een aangrenzend donker badkamertje. Een toilet dat je handmatig doorspoelt, waarbij je de waterresten op je benen voelt spatten.
De eerste 2 dagen sliep ik in een kamer met een ‘normale’ wc maar zonder uitzicht op zee, aangezien deze bezet was. In de nacht rook ik een vreselijk muffe lucht waar ik letterlijk wakker van werd. De dag daarna kwam ik erachter dat het om een van de kussens ging. Weg ermee!
Maar goed, nu zit ik dus in het andere huisje met zeezicht, iets waar ik voor naar dit eiland gekomen ben. Helaas is er tevens een hurktoilet. Daarnaast een bak met water om door te spoelen. In diezelfde ruimte vind je tevens de douche.
Het uitzicht maakt veel goed, maar als ik bijvoorbeeld de donkere badkamer binnenloop, krijg ik een koud gevoel.
Liever word ik er warm van, snap je?
Als een kamer eruitziet als een verkapte opslagloods of een donkere kelder, hoeft het van mij niet meer zo nodig.
Ik wil geen zeikerd zijn hoor, maar ik denk dat je m’n punt wel snapt.
Wat ik in andere woorden wil zeggen, is dat ik comfort belangrijker begin te vinden. Waar ik accommodatie eerst als pure noodzaak zag, hecht ik er in deze levensfase wat meer waarde aan.
Nu denk je misschien, dan ga je toch naar een wat luxere plek? Deze zijn niet in de buurt, alle hutjes zijn een beetje van hetzelfde. Op andere gedeeltes van het eiland kan ik terecht, misschien dat ik dit later doe.
En nee, ik ben echt geen veeleisend iemand. Het boeit me bijvoorbeeld niet of ik een gedeelde of eigen badkamer heb. Maar ik betaal liever iets meer voor een fijne accommodatie, dan dat ik ten koste van alles low-budget ga reizen.
Echter, misschien is dit anders als ik met iemand samen op pad ben.
Laatst was ik bijvoorbeeld back-2-basics-kamperen met mijn vader en dat vond ik helemaal super. Maar zoals je wellicht weet, reis ik alleen. Soms voel ik me dan ook wel eens eenzaam, een gezellige stek kan dit alles wat verzachten.
Gisteren kwam ik trouwens een oudere Zwitserse man tegen die zei dat dingen als hurktoiletten en insecten bij avontuur horen. Ik moest uit mijn comfortzone komen in plaats van naar comfort op zoek te zijn. Mooi gezegd, maar voorlopig voel ik dus het niet zo.
Solo-backpacken is voor mij meer dan van A naar B trekken en betekent inmiddels ook dat ik op een plek verblijf waar ik een beetje blij van word.
Dat gezegd hebbende, kijk ik vanuit m’n oranje hangmat naar de groengekleurde zee en geniet ik mooie natuur om me heen. Want mooi is het hier zeker.