Superlicht backpacken: hoe ik al jaren met een 30-liter backpack reis

“Serieus! Is dat alles wat je bij je hebt?”

Het is een vraag die mensen me nogal eens stellen als ze mijn backpack(je) zien.

Vorige week vroeg m’n Israëlische buurman op Koh Phangan het nog. Hij keek me vervolgens vol ongeloof en tegelijkertijd met enige bewondering aan.

“Hoe doe je dat dan? Wat neem je mee?”

Is het volgende wat hij me vroeg.

Ben je ook benieuwd geworden?

In dit artikel laat ik je zien hoe ik al jaren de wereld over reis met een rugzak van 30 liter. En belangrijker nog: ik geef jou de kans om hetzelfde te doen.

Een backpack(je) van 30 liter

Om meteen duidelijk te zijn: ik reis met een backpack van 30 liter, gewoon zo’n basic-ding van de Decathlon. En geloof het of niet: ik heb zelfs ruimte over. Geen onnodig zwaar gewicht op m’n rug, geen gedoe met tassen inchecken, geen extra kosten voor bagage…

Bovendien is een kilometer of 3 wandelen van bijvoorbeeld het busstation naar de accommodatie waar ik verblijf met die paar kilo geen probleem.

Er zijn een boel voordelen die het me opleveren.

Zeg ik daarbij dat jij ook met zo’n relatief kleine tas op pad moet? Nee hoor, zeker niet. Het is maar net wat je nodig hebt. Weet wel dat dit meestal behoorlijk afwijkt van wat je nodig denkt te hebben.

Ik weet het nog goed, mijn eerste backpackreis in 2011. De vriendin van m’n vader had ergens in de kast een backpack van vroeger liggen die ik kon gebruiken. Een van 60 of misschien zelfs wel 70 liter. Ik zou het niet precies meer weten. In ieder geval een joekel van een ding. Maar ik wist van niks en dacht die ruimte zeker nodig te hebben, denkende aan alles wat ik mee wilde nemen.

Wat gebeurt er vervolgens als je zo’n grote backpack tot je beschikking hebt? Je propt ‘m helemaal vol met spullen waarvan je minimaal 50% niet zult gebruiken. Tijdens je reis baal je dat je die spullen hebt ingepakt en kijk je met enige jaloezie naar backpackers die met een derde van wat jij op je rug hebt rondlopen.

Minder balast betekent namelijk meer fysieke vrijheid.

Zal ik je nog eens iets vertellen?

Vlak voor ik in augustus naar Bangkok vloog had ik een backpack cadeau gehad van een outdoorwinkel waar ik mee in contact gekomen was. In overleg besloten we voor een 40+10 liter van het merk Deuter te gaan. Ik vond de 30 liter backpack die ik had iets te klein tijdens mijn reis van 5 maanden door Portugal. Een dikke trui  en een lange broek nemen best wat ruimte in, dus een maatje groter kon eigenlijk wel.

Achteraf realiseerde ik me onnodig veel meegebracht te hebben. Twee truien plus nog een andere longsleeves, terwijl één trui voldoende was geweest.

Anyway, toen ik de nieuwe backpack in handen kreeg dacht ik dat het qua grootte wel meeviel. Nadat ik ‘m had ingepakt vond ik het echter een behoorlijk groot ding en bedacht ik me tegelijkertijd dat ik voor backpacken in Azië helemaal geen truien en jeans mee hoefde te nemen.

Daarnaast twijfelde ik of ik die grotere tas wel als handbagage in het vliegtuig kon sneaken. Hij viel namelijk nogal op.

Dus, waarom zou ik eigenlijk overstappen op een grotere rugzak?

Ik besloot om simpelweg naar de praktijk te kijken: zou ik het redden met de 30 liter backpack?

Nadat ik mijn spullen had ingepakt bleek het resultaat verbluffend: ik had zelfs ruimte over. Inclusief een laptop en oplader!

En dus vertrok ik wederom met mijn oude vertrouwde cheap ass 30 liter rugzak van de Decathlon. En die luxe veel grotere Deuter? Die ligt te rusten bij een vriend thuis.

Lichtgewicht backpacken: paklijst

Nu denk je misschien: wat neem je dan precies mee Robbert?

Mijn precieze paklijst -inclusief wat ik aandoe in het vliegtuig- heb ik hieronder voor je opgeschreven:

• Mijn paspoort
• Een laptop (Macbook Air 13 inch) + oplader
• Een e-reader + laadkabel
• Mijn telefoon + oplader
• Een dagboek + een pen
• Kleine portemonnee met pasjes (creditcard + pinpas) en wat geld
• Oordopjes (musthave voor mij 🙂 )
• Toiletspullen basics (zeep, tandpasta, tandenborstel, deo, borstel)
• 5 T-shirts
• 1 tanktop
• 1 shirt met lange mouwen
• 2 jeans shorts
• 7 boxershorts
• 7 paar halve sokjes
• 1 sportbroekje (ook als zwembroek te gebruiken)
• Sporthandschoenen (om pull-ups te doen)
• 1 trekkingbroek (legging)
• Slippers
• Hardloopschoenen (ook te gebruiken voor trekkings)
• Een zonnebril
• Een springtouw (om fit te blijven)

Dit alles weegt zo’n 5 tot 6 kilogram.

Wat vind je ervan? Zou jij spullen toevoegen of misschien zelfs schrappen?

Ik ga binnenkort een van m’n jeansshorts weggooien, die is toch bijna kapot en ik ben erachter gekomen dat het makkelijk lukt met een zo’n korte broek. Het gewicht wordt dan dus nog lager en ik hou meer ruimte over 🙂 .

Dingetjes als zeep en tandpasta koop ik meestal ter plaatse in kleine verpakkingen en wanneer het mogelijk is niet-vloeibaar. Dit zodat ik het in het vliegtuig mee kan nemen. Zo heb ik op Koh Phangan poeder gekocht om je tanden mee te poetsen en een stuk biologische zeep om me te wassen, gemaakt van onder andere kurkuma. Ook een flesje kokosolie van 100 milliliter voor huidverzorging en tegen de zon.

En een handdoek dan? hoor ik je denken? Die hoef ik niet mee te nemen, die hebben 95% van de accommodaties namelijk, zo blijkt telkens weer.

Een regenjas of poncho? Die gebruik ik serieus nooit.

En omdat ik zo weinig meeneem en m’n rugzak klein is, kan ik diezelfde rugzak ook als day pack gebruiken, voor wanneer ik overdag iets ga ondernemen, boodschappen ga doen of ergens met mijn laptop wil werken. Superhandig.

Je hebt (veel) minder nodig dan je denkt

Iedereen heeft natuurlijk z’n voorkeuren en je moet met het type backpack op pad gaan dat bij jou past. Je bent niet ‘beter’ als je een zo klein mogelijke rugzak hebt of zo.

Ik zie het ook niet als een prestatie en heb niet de behoefte om bijvoorbeeld met een nog kleinere tas te reizen. Comfort staat bij mij voorop, en dat geeft een rugzak van 30 liter me.

Wel zou ik iedereen aanraden om nooit een backpack groter dan 40 liter mee te nemen op reis.

Het is namelijk echt niet nodig.

Belangrijk is om geloof te hebben in het feit dat je minder nodig hebt dan je denkt. Laat de overtuiging dat je optimaal voorbereid moet zijn los, en er ontstaan een hoop ruimte. Zowel mentaal als fysiek 🙂 .

Een lopende apotheek zijn omdat er eventueel iets mis zou kunnen gaan? Een slaapzak omdat de lakens misschien vies zijn?

Een tip die ik voor je heb: twijfel je of je iets gaat gebruiken, laat het dan thuis. In 99% van de gevallen zal je het namelijk toch niet gebruiken. Wedden?

En denk niet dat je voor een reis van 5 maanden meer nodig hebt dan voor een korte backpacktrip van 2 weken. Dit is een misvatting. Ik reis voor onbepaalde tijd en leef min of meer uit m’n rugzak. Elke week kan je je spullen (laten) wassen en klaar is Kees.

Ik bezocht niet alleen Azië met een rugzak van 30 liter trouwens, ook voor een land als Nieuw-Zeeland was het helemaal prima.

Ga je naar een kouder gebied waar je zware trekkingspsullen nodig hebt? Ga je kamperen? Koop of huur je spullen ter plekke! In datzelfde Nieuw-Zeeland kan je bijvoorbeeld bij tweedehandswinkels terecht voor warme kleding. Je koopt er je spullen voor een prikkie. Een ander voorbeeld is Sapa in Vietnam, waar het soms verrassend koud wordt. Je hebt er shops die schoenen, jassen en thermokleding verhuren.

Over het algemeen geldt dat alles wat je écht nodig hebt lokaal te krijgen is. Waarom zou je het dan met je mee sjouwen? Een klamboe meenemen terwijl die hoogstwaarschijnlijk al aanwezig is in de kamer waar je slaapt? Van mij mag je hoor, maar ja…