Aangezien ik in Kep was, lag het voor de hand om een uitstapje te maken naar Rabbit Island, ook wel bekend als ‘Koh Tonsay’ of ‘Koh Tonsai’. Het eilandje ligt op minder dan een half uur varen vanaf de Kep-haven en is daarmee eenvoudig te bereiken.
Even twijfelde ik of ik er een dagbezoek van zou maken of dat ik er enkele nachten ging blijven. Ik koos de eerste optie, en achteraf gezien is dit een goede keuze gebleken. Overall genomen was het namelijk redelijk teleurstellend. Misschien had ik me er te veel van voorgesteld?
Van Kep naar Rabbit Island
Voor het geld hoef je een bezoek aan Rabbit Island niet te laten. Een dagretour kost namelijk slechts 10 dollar. Daar zit transport van en naar de haven zelfs bij.
De minibus stond gepland om negen uur, alleen dit werd iets later. Eenmaal bij de haven, kregen we allemaal een bootnummer toegewezen. Ik zat blijkbaar in nummer 11. Instappen bleek vanwege de harde golven nog best tricky, maar ik kwam zonder kleerscheuren aan boord.
Net daarvoor had ik een stel ontmoet waarvan de man Mexicaans was en de vrouw Engels. Ze vertelden me al jaren in Mexico te wonen, waar het leven erg goed bevalt. Eens te meer een bevestiging dat het onzin is om per definitie in het land te blijven waar je vandaan komt. Er is zoveel meer.
De reviews op Tripadvisor over Rabbit Island waren overigens behoorlijk wisselend. De een spreekt over een “Paradijs op aarde” terwijl de ander het heeft over een “Vuilstortplaats”. Nogal uitersten als je het mij vraagt.
Het boottochtje was verder erg aangenaam. Behalve het eerder genoemde stel, zat er een groep Italianen aan boord. Niet dat ik ze deze nationaliteit zou hebben gegeven, maar dit terzijde. Helemaal door de groenblauwe ogen en de Afrikaanse tint van de de baby in de draagzak. Die donkere tint had hij duidelijk van zijn vader. Toen de baby me aan bleef staren, gaf ik de ouders een compliment dat ze een bijzonder mooi kind hebben.
Na alle indrukken en observaties meerden we aan op de plek die vrij vertaald ‘Konijneneiland’ heet. Schijnbaar vanwege de vorm. Konijnen leven er zeer zeker niet, mocht je dit denken.
Hmm… Is dit het?
De eerste indruk die ik kreeg, kan ik moeilijk beschrijven. Het wow-gevoel, waar ik stiekem toch een beetje op had gehoopt, ontbrak in ieder geval.
De kleur van het zand was eerder bruin dan wit en het smalle strand (van voor naar achter gezien) stond er propvol met stoelen en tafels. Ze horen bij het restaurant dat wordt gerund door een opvallend opgewekte dame genaamd Simone. Ze valt op door de kreet “Njam njam”, wat in haar eigen verzonnen taal gelijkstaat aan de vraag of je iets wilt eten.
Ik ben direct gaan zitten en begon de dag met een omelette-baguette. De prijzen vielen me erg mee, en waren soms zelfs lager dan ik in Kep gewend was. Op welk eiland zie je zoiets nog?
Enkele meters verderop zag ik een vrouw uit haar bungalow lopen om de dag te beginnen met yoga en meditatie. Het is iets wat Koh Tonsay zo kenmerkt: alles op het gemakje en vooral hetgeen doen waar je zin in hebt.
Toen ik mijn limoenwater en broodje ophad, ben ik naar een van de hangmathuisjes gegaan. Ik was namelijk nog best wel moe en ik had toch alle tijd. Gelukkig even zonder internet, want Wi-Fi is er niet. Elektriciteit ook alleen enkel ’s-avonds. En dit komt de sfeer op het eiland ten goede.
Lekker chillen in een hangmat
Het fijne is dat er rond het hoofdstrand op heel veel plekken hangmatten hangen. Tussen bomen, of in houten hutjes.
Slapen, een boekje lezen of gewoon relaxen. Keuzes genoeg. Bovendien ideaal om nog wat energie bij te tanken als je de trail wilt gaan lopen die je rond het hele eiland leidt.
Ik had m’n e-reader meegenomen, maar daar kwam ik niet eens meer aan toe. Tot mijn verrassing viel ik namelijk in slaap. Of laat ik zeggen dat ik redelijk ver weg dommelde. Altijd lekker.
Ongeveer een uur later ben ik terug naar het restaurant gegaan om nog iets te eten. Naja iets, ik koos voor de grote portie fried rice wat inderdaad erg groot was. Een megabord, met naar schatting een hoeveelheid koolhydraten die dicht in de buurt komt bij wat dagelijks wordt aanbevolen.
Na deze bom in mijn maag, ben ik opgestaan om aan de trekking over het eiland te beginnen. Wat zou er zoal te zien zijn?
Wat een bende, overal plastic
Persoonlijk vond ik het nogal een domper. Het begon veelbelovend met de vele palmbomen en het groende landschap:
Maar meer en meer werd het met name plastic afval wat ik te zien kreeg. Soms was het zelfs een opgave om aangespoelde (en weggegooide?) flessen en andere rotzooi te omzeilen.
De stranden waar ik langs ben gekomen, waren best de moeite hoor. Al moet je geen parelwit zand met azuurblauw water verwachten, want dan kom je bedrogen uit. Ongerept is het echter wel, kijk maar:
Een keer zat ik trouwens helemaal verkeerd, omdat het pad simpelweg verdwenen was. Ik begaf me middenin de bossen waar verdergaan een onmogelijke opgave bleek te zijn. Toen ik met m’n haren in takken verstrengeld raakte, vond ik het welletjes en ben ik teruggegaan om Maps.me erbij te pakken.
Na flink wat zoekwerk en het bijna te hebben opgegeven, kwam ik dan eindelijk op een weggetje uit. Een die parallel liep aan het strand waarop ik enkele momenten eerder haf gelopen.
Vaak is de oplossing dichterbij dan je denkt, zo blijkt maar weer.
Uiteraard kon ook dit avontuur niet zonder blaffende hond zijn. Gelukkig zag het relatief kleine beest er een stuk minder dreigend uit dan de agressievelingen, waarmee ik pas ervoor in Kep National Park te maken had gehad. Toch blijft het altijd even schrikken.
Indien je net als ik deze trail wilt bewandelen, houd dan rekening met paden die zowat als drijfzand aanvoelen en allerlei bukacties om langs struiken en omgevallen bomen te kunnen lopen.
Een teken van leven ben ik overigens nauwelijks tegengekomen. Een meneer die aan het werk was bij een vervallen hut, twee vrouwen en een kind die met messen in de bosjes bezig waren en enkele toeristen, waarvan een warrige man met oorbellen en paardenstaart me het meest bijstaat. Bovendien deed uithangende was me vermoeden dat er meer mensen in de buurt waren, alleen zag ik ze niet.
Na een uur of twee belandde ik weer op het hoofdstrand, waar ik het stel uit Mexico zag zitten. Hij druk met z’n camera en zij kijkend naar haar zojuist bestelde vis en met name hoe deze op te eten. Ze nodigden me uit om erbij te komen. We waren allen redelijk teleurgesteld door wat we op het eiland hadden aangetroffen. Op veel plekken was het echt een bende.
Een moment later keken we in de boom naast ons, en zagen een opvallende vrucht die ik al vaker had gezien. We wisten alleen geen van allen om wat de naam van de vrucht is:
Een onderzoekje van mijn kant wees uit dat het om de welbekende geurende schroefpalm gaat.
De twee opperden nog het idee om de locals ervan bewust te maken dat het van belang is om Koh Tonsay schoon te houden. Wellicht te bewerkstelligen met een financiële prikkel of iets dergelijks. Wie weet in de toekomst? Eerlijk gezegd heb ik er een hard hoofd in.
Om vier uur stapten we op de boot. Terug naar Kep. En dat vond ik prima.
***
Ben je op zoek naar een paradijs? Dan raad ik een bezoek aan Rabbit Island niet aan. Ikzelf vond het weinig bijzonders en was behoorlijk teleurgesteld in de hoeveelheid plastic die ik er tegenkwam. Niet op het hoofdstrand trouwens, maar wel wanneer je aan de wandel gaat.
Ik heb echt heel wat betere plekken gezien. Zo is Koh Rong Samloem, waar ik erna heen ben gegaan, wat mij betreft een véél leuker en mooier eiland om naar af te reizen.
Wil je simpelweg weinig tot niks doen, in een hangmat relaxen of een boek lezen op het strand, dan zou je het kunnen overwegen. Ook zit je er goed als je behoefte hebt aan een digitale detox. Een pluspunt is de fijne, ongedwongen en gemoedelijke sfeer die op het eiland hangt.
Ga jij backpacken in Azië?
Dan ga ik je graag helpen 🙂 . Samen met een team van Azië-kenners heb ik Backpackgids Azië ontwikkeld. De missie is duidelijk: zorgen dat jouw reis een groot succes wordt.
Onder meer de volgende issues komen aan bod:
Hoe stippel ik een route uit? Welke route(s) kan ik volgen? We geven je er meer dan 70.
Hoe kan ik kosten besparen en toch maximaal genieten?
Hoe blijf ik veilig en gezond tijdens mijn reis?
Waar moet ik als backpacker zijn?
Welke cruciale dingen mag ik niet vergeten voor ik vertrek?
Welke accommodatie past bij mij?
Wil jij meer weten over het grootste Nederlandstalige backpackpakket voor Azië-reizigers?
Hoi Robbert,
Ik ben nu een dagje op Rabbit Island en inderdaad het is niet wat je zou verwachten, echter het stond nog op mijn bucketlist 😊, internet en Wi-Fi is er overigens wel of ik heb gewoon een goede Cambo provider 😂
Groetjes,
Bart (Inside Cambodia 🇰🇭)
Hey Bart,
Ja valt tegen hè?
Waar hebben ze wifi op het eiland dan? 3G of 4G zal er inderdaad best zijn, maar ik had toen geen simkaart gekocht omdat ik gewoon niet altijd online wilde zijn…
Veel plezier nog!
Zijn er ook konijnen op dat eiland?
Nope.
Hey Robert,
Schoonheid is relatief en betekent voor iedereen wat anders. Ik heb van 2009-2016 in Cambodja gewoond en gewerkt en voor mij was Koh Tunsay altijd een aangenaam verblijf weg van de drukte van Phnom Penh waar ik destijds woonde, hordes toeristen en wifi. Ik kan het ondanks de plasticberg toch aan iedereen aanraden als tussen station na een lang backpackavontuur of gewoon om even bij te komen en te niksen…de mensen zijn er heel vriendelijk en relaxed, ook belangrijk. Die rommel kom je overal in Cambodja wel tegen, men moet niet vergeten dat het nog altijd overwegend een ontwikkelingsland is, ondanks de dikke auto’s en torenhoge gebouwen in Phnom Penh. En waar toerisme is, al is het niet veel, wordt rommel gemaakt. Als “de westerling” eens zou helpen met bewustwording of een vuilniszak volmaken en mee terugnemen naar het vaste land in plaats van alleen maar cash te trekken, zou het er waarschijnlijk ook anders uit zien. Cambodja zit met al haar pro’s en contra’s in mijn hart ♥️. Btw…”njam” is geen verzonnen taal maar betekent gewoon eten en/of drinken😉.