Koh Rok, het is een paradijsje waar ik niet over uitgesproken raak. De archipel bestaande uit slechts twee piepkleine onbewoonde eilandjes bezoek je als dagtrip vanaf Koh Lanta, en is wat mij betreft onmisbaar wanneer je in de buurt bent. Je vaart hierbij verder nog naar Koh Haa om te snorkelen.
Eerder schreef ik al over hoe ik deze dag heb beleefd. Onlangs ben ik voor een tweede keer teruggegaan. Mijn moeder bezocht me namelijk in Thailand, en ik wilde sowieso dat ze deze plek zou zien. Maar vanwege de woelige zee konden we de boot niet aanleggen bij Koh Rok Nai (ook ‘Koh Rok Noi’ genoemd), het hoofdeiland waar je normaal gesproken ongeveer 1,5 uur doorbrengt. Ook Koh Haa, een van de betere snorkelspots in de buurt, sloegen we wegens de omstandigheden over.
(En dat de zee vandaag geen genade kende, was duidelijk voelbaar in de boot. De ene na de andere harde klap volgde. Na een tijdje eiste het z’n tol. Zo’n beetje de helft van de inzittenden moest kotsen. De een in een zakje, de ander over boord. Wegkijken is dan het enige devies als je zelf niet over je nek wilt gaan. Je kent het gevoel wel 😉 ).
Koh Rok Nok (ook ‘Koh Rok Noi’ genoemd) daarentegen wordt meestal overgeslagen. Vaak stopt men er even om te snorkelen, maar voet zetten op dit bounty-eilandje laat men achterwege, omdat Koh Rok Nai daarvoor kennelijk populairder is. Ergens ook wel logisch, je hebt er meer voorzieningen zoals een toilet, picknicktafels en een restaurant. Plus rangers die toezicht houden. En extra vet: je kunt er kamperen.
Vanaf Koh Rok Nok kijk je uit op Koh Rok Nai, met haar witte strand, palmbomen en de daarachter uitrijzende jungle-heuvels. Je zou er volgens sommigen zelfs naartoe kunnen zwemmen. Geen idee of dit werkelijk veilig is, gezien de verraderlijke stromingen die je nogal eens ziet in een gebied met kleine eilandjes.
Anyway, bij ons was het deze keer dus allemaal anders. Aangezien we niet naar Koh Rok Nai konden, besloten de stuurlui om te stoppen op Koh Rok Nok. Lekker lunchen, een beetje rondstruinen en natuurlijk zwemmen in het kristalheldere water. Ik vond het eerlijk gezegd wel fijn, zo kon ik nu ook dit paradijsje van dichtbij bewonderen.
Ik zal je er meer over vertellen en met foto’s illustreren hoe ontzettend mooi het eilandje is.
Zand zo zacht als een spons
Het moment waarop je via het trapje van de boot je voet in het water zet heeft altijd iets magisch. Je bent aangekomen op een droomeiland, en dat is bij Koh Rok Nok niet anders. Wat mij meteen opviel was het sponzige zand waarin je voeten heerlijk wegzakken. Met een beetje inbeelding is het net of je gemasseerd wordt.
Vanaf het uitgestrekte strand zie je het met regenwoud bedekte Koh Rok Nai liggen, het andere eiland van de archipel. Inderdaad, een afstand die prima te zwemmen lijkt. Al is zoiets altijd lastig in te schatten. Vandaag was de stroming bovendien zo hevig dat niemand zich aan deze expeditie waagde.
De fotogenieke longtailboot
Maar het meest opvallend was de longtailboot met aan de puntige voorkant felgekleurde linten, die in het ondiepe water heen en weer dreef op de golven. Daarmee vergeleken zagen de paar omliggende speedboten eruit als lelijke creaties zonder ook maar enig opwindend element. De traditionele houten boot trok overigens niet alleen onze aandacht, want telkens liepen er mensen heen om foto’s te maken.
En ik snap helemaal waarom. Zulke boten geven je dat typische Thailand-gevoel. Je ziet ze immers nogal eens op ansichtkaarten, internet of Instagram als je naar de mooiste plekjes van Thailand zoekt. Samen met turquoise water -dat je gezien de kleur bijna zou willen drinken- en de achterliggende zandstrook en jungle van Koh Rok Noi, zorgde het voor een dromerige aanblik.
De Instagram-schommel
Een tropisch eiland is natuurlijk niet compleet zonder schommel, en ook op Koh Rok Nok bungelt er een onder een bebladerde boom. Opmerkelijk is de hoogte ervan, want het is gewoonweg onmogelijk om er zonder inspanning op te komen. Daarvoor zal je een beetje moeten klauteren.
Daar voelde ik weinig voor, zeker omdat het uitzicht vanachter de schommel al bizar mooi was. Sowieso ben ik geen schommelbeklimmer trouwens. Ik moest een paar keer in mijn ogen knijpen, aangezien het witte zand samen me de felle zonnestralen pijn deden aan m’n ogen. Kijk zelf maar naar de foto hierboven, het is toch net een tekening?
Het stukje waar niemand komt
Bij de schommel gaan veel mensen in de schaduw zitten om te relaxen of te picknicken, om daarna weer terug te lopen richting de groep om zich te verzamelen. Ik en mijn moeder hadden echter zoiets van: laten we nog een stukje verder wandelen langs de zwarte rotsblokken, waar het water in kleine golfjes tegenaan kletterde. En wanneer je de bocht om bent, kom je bij een wel heel mooi stukje uit.
Voor mij het mooiste deel van Koh Rok Nok, wellicht ook omdat er amper mensen te bekennen waren. Zoiets zorgt toch altijd voor een extra bijzonder sfeertje. Alsof je het onbekende hebt ontdekt, zoiets 🙂 .
Behalve de rust is de boom die over het strand gebogen hangt en tot aan het water voor schaduw zorgt bijzonder om te zien.
Er hingen enkele oranje blaadjes aan de takken, wat me deed terugdenken aan een eiland bij Port Barton in de Filipijnen. Daar zag ik een boom die zich volledig in herfstkleuren had gehuld, met rode en oranje bladeren. Zoiets kende ik vooral uit Nederland, maar toch zeker niet van een bounty-eiland. Nu leek het dus zo’n zelfde soort boom, al kleurden de blaadjes hier (nog) grotendeels groen.
Euh, een waterval?
Aan de andere kant van het eiland is een waterval die tussen de kalkstenen kliffen in de zee uitmondt. Een waterval? hoor ik je denken. Ik had precies hetzelfde, want als ik iets niet zou verwachten op Koh Rok Nok is het een waterval. Helaas hebben wij dit kleine natuurwonder niet kunnen zien, aangezien alleen in het regenseizoen het water vanaf de toppen naar beneden stort.
Tja, en wie gaat er dan naar Koh Rok? Vrijwel niemand. Toch is het speciaal!
Snorkelen: is dit echt?
Van het snorkelen had ik niet persé hoge verwachtingen, omdat dit tijdens mijn eerste trip naar Koh Rok niet heel erg boeide. Daarbij waren we vandaag al bij twee andere snorkelplekken gestopt, en vond ik het verre van indrukwekkend. Jammer was dat we Koh Haa vanwege de gevaarlijke stroming moesten overslaan, daar valt normaal gesproken namelijk een hoop te zien.
Voor de laatste snorkelplek kregen we de keuze: of meegaan of wachten op Koh Rok Nok. In eerste instantie koos ik voor het laatste, maar iets in me zei om toch in de boot te stappen. En net voordat ‘ie vertrok sprong ik er alsnog in.
En daar zou ik geen spijt van krijgen…
Want het rotsachtige gedeelte aan de noordkant van Koh Rok Nok verraste me oprecht. Na een tijdje rond de rotsen gezwommen te hebben, belandde ik bij een stuk koraal en het leek net of ik begon te spacen. Serieus hè! Voor me ontstond iets dat eruit zag als een grote olievlek. Het waren echter honderden -of misschien zelfs duizenden?- zwarte papegaaivissen die in een kaarsrechte lijn van het bleke gesteende naar boven schoten. Vanwaar die rechte beweging? Ze leken wel ingekaderd of zo. Ik kijk niet zo gauw van iets op, maar dit zag er apart uit. Daarna draaide ik een rondje en bleek volledig door ze omsingeld te zijn, tot aan het wateroppervlak aan toe. Ik werd er bijna bang van haha. Heel bijzonder!
Vol adrenaline, en euforisch door de naar mijn hersenen gestegen serotonine, probeerde ik in alle macht mensen erbij te roepen. Dit moesten ze zien, was het enige wat door m’n hoofd schoot. Ik kon alleen niemand vinden, blijkbaar was ik te ver afgedreven. En dus kon ik er even later in de boot alleen maar over vertellen. De laatste keer dat ik tussen zoveel vissen zwom was tijdens een snorkeltrip in de buurt van Koh Lipe.
Deze overweldigende ervaring maakte de tegenvallende snorkeltochten van de laatste tijd helemaal goed.
Zou jij ook eens naar dit paradijsje willen?