Ik herinner me het nog goed, de Full Moon Party op Koh Phangan in december 2011. Het was de eerste keer dat ik dit beruchte feest meemaakte. We waren er met een groepje backpackers heengegaan, maar verloren elkaar die avond al vrij snel uit het oog.
Wat me altijd bij zal blijven is de Zweedse jongen die tijdens het plassen zowat verdronk. Aangezien het feest op het strand wordt gehouden, pissen er nogal wat mensen in de zee als de nood hoog is. Zo ook de Zweed waarover ik net sprak. Hij was alleen zo dronken dat ‘ie in het water viel en er niet meer uitkwam. Met zijn hoofd voorover in het water. Gelukkig bleek ik nog enigszins bij zinnen en kon hem omhoog helpen, anders had het wel eens anders kunnen aflopen.
De avond ging met volle maan over in de nacht en we bestelden bucket na bucket. Langzaam ging het licht uit…
De volgende ochtend werd ik wakker met enorme koppijn, nauwelijks wetende wat er allemaal gebeurd was. In een kamer die ik totaal niet herkende.
Iedereen die er ooit is geweest weet (waarschijnlijk) precies waar ik het over heb.
De meesten van onze groep gingen de volgende dag verder naar de volgende bestemming en lieten Koh Phangan voor wat het was. Zoals heel veel mensen deden. Ikzelf besloot om er nog een aantal dagen aan vast te plakken, om ook iets van het eiland te kunnen zien. Ik bedoel: er zou vast wel meer zijn dan enkel en alleen de Full Moon Party toch?
Na iedereen gedag te hebben gezegd huurde ik een mountainbike om op verkenning te gaan. Ik fietste over de steile heuvels en genoot van al het groen om me heen. Het voelde verder vrij uitgestorven aan, toeristen waren, op een enkeling na, nergens meer te bekennen. Op de stranden zag ik kleine groepjes mensen met dreadlocks een biertje met elkaar drinken en een peukje roken.
Ondertussen is er behoorlijk veel veranderd op Koh Phangan…
Hippies en backpackers
In die tijd, en de jaren ervoor, stond Koh Phangan bekend als een laidback eiland voor backpackers, hippies en andere vrije geesten. De Full Moon Party was dé trekpleister, en voor de rest hoefde je op weinig vertier te rekenen. Stranden met backpackershutten, lokale eettentjes, underground-raves en verder veel ongerepte jungle maakten het tot de gedroomde bestemming voor nagenoeg iedere budget-reiziger.
Ook het feit dat de film The Beach zich hier gedeeltelijk afspeelde zorgde voor een aanzuigende werking op backpackers. De spannende avonturen die Leonardo DiCaprio meemaakte gaf Koh Phangan behalve een avontuurlijk eveneens een licht mysterieus imago.
De Russische invasie
Sinds 2022 ben ik regelmatig in Thailand en lijkt er een regelrechte Russische invasie aan de gang. Op Koh Phangan is het, ook nu het laagseizoen aan de gang is, vrijwel onmogelijk om iets te huren aangezien nagenoeg alles voor jaren of zelfs langer is verhuurd. Gisteren zei een receptionist tegen me: “It’s because there are many Russians this year.”
Soms word je er moedeloos van. Het hoogseizoen is voorbij, maar er is niks beschikbaar.
De feiten liegen er niet om: in 2023 bezochten 1,61 miljoen Russen Thailand, het hoogste aantal van alle Europese landen. En in 2022 kochten Russische investeerders zo’n 40% van de appartementen die aan buitenlanders werden verkocht op Phuket.
Geliefde bestemmingen onder de Russen zijn Koh Samui, Pattaya, Phuket en dus Koh Phangan. Het zorgt ervoor dat je minder de typische backpacksfeer hebt. In Pattaya hangen er zelfs bordjes met Russische teksten. Tja.
Phuket en Pattaya staan natuurlijk niet als geijkte backpackbestemmingen te boek, Koh Phangan was dat altijd zeker wel. Je ziet er heus nog wel rasta’s en hippies hoor, maar de blonde modepopjes met opgespoten lippen en blikken of ze op de catwalk lopen lijken meer en meer aanwezig.
Door hun vaak gebrekkige Engels zoeken ze meestal hun landgenoten op, zoals je dit regelmatig ziet bij Fransen. Niets mis mee hoor en nog begrijpelijk ook, alleen als je ergens aankomt en je hoort slechts Russisch of iets in die trant, dan maakt het dat er niet bepaald gezellig op. Het creëert een gevoel van afstand. Overigens zit afstand bewaren van vreemden überhaupt in hun cultuur verweven, zo zei een Rus in Ubud tegen me.
Van de week had ik het bijvoorbeeld in de Makro, een grote supermarkt hier. Rijen vol babbelende Russen met ertussen een enkele Thai stonden aan de kassa.
Het is alsof je in Antalya een koffiehuis binnenstapt dat vol met rokende en koffiedrinkende Turken zit. Alleen ben je dan daadwerkelijk in Turkije.
En of het nou vanwege de oorlog, het ontsnappen aan de kou of vanwege interessante investeringsmogelijkheden is; da’s een ander topic. Het gaat mij vooral over de algehele sfeer die deze invasie met zich meebrengt. Want die verandert er gewoon door. De ‘gezonde’ mix van nationaliteiten lijkt een beetje zoek op de bovengenoemde plekken waaronder Koh Phangan dus.
Enne, ik kan ze geen ongelijk geven hoor. De barre kou of een tropisch eiland? Tja, die keuze zou voor mij ook niet moeilijk zijn. Maar goed, het zorgt er wel voor dat plekken veranderen. Ze krijgen trouwens liefst 3 maanden toegang tot Thailand, terwijl dit voor de meeste nationaliteiten 30 dagen is.
Naast de hordes Russen zijn Oekraïners en Israeliërs de twee grootste groepen op Koh Phangan. Bij Israel denk je waarschijnlijk direct aan de oorlog, desondanks was de immense toestroom vanuit die hoek al ruim daarvoor begonnen.
En nogmaals: alle nationaliteiten zijn helemaal prima wat mij betreft. Als de balans echter zoek is, dan verandert dat de zaak.
Families in plaats van backpackers
Op Koh Phangan zie je tegenwoordig veel families op hun scooter rondrijden en op het strand hangen. Vaak jongere ouders met relatief jonge kinderen. Het is niet bepaald wat ik me had voorgesteld toen ik eind 2022 weer eens die kant opging.
Voorheen zag je dit nauwelijks eerlijk gezegd. Families trokken vooral richting het naburige Koh Samui of het zuidelijkere Phuket. Vandaag de dag past Koh Phangan daar prima bij.
Het bovenstaande wordt op tal van websites bevestigd. Zo valt er te lezen dat Koh Phangan sinds corona bewust bezig is met een re-branding, waarbij het zich wil richten op de niche ‘families die een luxere vakantie zoeken’.
Mensen die sec backpacken zie je nu gewoon steeds minder. Het zijn toch vooral mensen die voor een veel langere tijd op Koh Phangan verblijven, of er eigenlijk gewoon wonen.
Solo-reizigers en de pure hippies vind je er wel, maar absoluut niet meer zoveel als in de vroegere jaren het geval was. Tuurlijk, plekken kunnen veranderen, maar toch. Wanneer ik bijvoorbeeld naar Koh Lanta kijk, is daar sinds 2012 vrij weinig daadwerkelijk veranderd.
Stijgende accommodatieprijzen
Waar het voorheen eenvoudige bamboehutjes waren die Koh Phangan domineerden, zie je meer en meer villa’s uit de grond worden gestampt. Grote stukken jungle worden platgewalst en maken plaats voor betonnen blokken. Dit is het gevolg van de buitenlandse investeerders die de boel langzaam hebben overgenomen, waarvan de Russen een aanzienlijk groot deel uitmaken.
Het is daarom steeds lastiger om goedkope slaapplekken te vinden op het eiland. Zo zag ik dat het primitieve ‘huisje’ wat ik in 2023 voor luttele euro’s per nacht huurde intussen vier keer duurder is geworden. Ook in de Facebookgroepen waarin woningen worden aangeboden is het huilen met de pet op.
Een andere oorzaak van de woekerprijzen is dat sommige lui accommodaties grootschalig en langdurig huren, om ze vervolgens voor veel hogere prijzen te verhuren.
Vergelijk het eens met een eiland als Koh Lanta, en je ziet meteen de immense verschillen.
Srithanu: het Bali van Koh Phangan
Srithanu, het dorpje aan de westkust staat misschien nog wel het meest symbool voor de verandering van Koh Phangan. Hier vind je hippe vegan-restaurants, koffiebars, boetiekshops en een boel centra die zich richten op yoga, meditatie, tantra en andere zaken met een spirituele inslag. Dit allemaal in handen van buitenlanders, niet zelden zelfbenoemde goeroes.
Ook heb je er het trendy Zen Beach, waar iedere middag Westerlingen bijeenkomen om uitbundig met elkaar te dansen. Er is geen enkele Thai. Iedereen ziet er gelikt uit en is klaar om alles om Instagram te showen (zeg ik enigszins sarcastisch).
Voor mij is het er een beetje te vergelijken met Bali. Het is de plek waar iedereen wil zijn en waar het allemaal gebeurt.
Eerlijk, ik vind Srithanu af en toe best gezellig hoor, maar met authenticiteit heeft het niets te maken. Ik schat dat je hier 95% buitenlanders tegenkomt en misschien 5% Thai. Bovendien voelen zulke zogenaamd spirituele plekken voor mij juist helemaal niet spiritueel aan. Vaak gaat het toch vooral om geld, in plaats van de zuivere intentie. Of om zien en gezien worden. Of om seks, zoals de dubieuze tantra-praktijken die er plaatsvinden. In 2024 werd er nog een ‘goeroe’ opgepakt.
Gelukkig zijn er nog zat gedeeltes van Koh Phangan die wél puur aanvoelen. Daarvoor moet je meer richting het noorden, zoals bij Chaloklum, Haad Khom Beach en het moeilijker te bereiken Bottle Beach. Alleen, voor hoelang nog?
De toekomst
Ik hoop niet dat deze trend zich doorzet, anders zal Koh Phangan compleet veranderen. Dan wordt het een tweede Phuket, een vakantiebestemming voor rijkere families met condominiums en luxe hotels in plaats van eenvoudige backpackershutjes. Met daarbij steeds minder ruimte voor de gewone Thaise ondernemer.
Of deze tendens echter nog te stoppen is? Lastig denk ik. Ook gezien de eerdergenoemde re-branding van het eiland. Het richten op de nieuwe niche (families) betekent vaarwel zeggen tegen het nostalgische backpack-walhalla van weleer. Al zal de Full Moon Party natuurlijk blijven.