Wist jij dat er meer dan 8.000 verschillende eilanden in Australië liggen? Je hebt wat dat betreft keuze genoeg als je zin hebt om het vasteland te verruilen voor een tropisch paradijsje met prachtige natuur, bijzondere dieren en kilometers lange kuststroken.
Bijna alle Australische eilandjes hebben parelwitte stranden en worden omringd door kristalheldere wateren. Het fijne is bovendien dat ze over het algemeen erg eenvoudig te bereiken zijn. Verder is het goed om te weten dat er doorgaans meer te doen is dan alleen luieren op het strand, zwemmen of snorkelen; een verblijf vol avontuur is op veel plekken zeker iets dat tot de mogelijkheden behoort.
In dit artikel noem ik 18 verschillende eilanden of archipels die je tijdens het backpacken Down Under kunt gaan bezoeken. Sommige ken je ongetwijfeld, maar van andere heb je waarschijnlijk nog nooit gehoord. Hier komen ze in willekeurige volgorde:
1. Great Keppel Island (Queensland)
Queensland puilt uit van de eilandjes, dit wist je waarschijnlijk al. Als je de drukte wilt ontwijken, dan is Great Keppel Island een ideale bestemming om naartoe te gaan.
Vanuit Yeppoon kun je in 30 minuutjes met de ferry naar het eiland varen. Keppel Island behoort tot de Keppel Islands Archipel en ligt vlakbij het Groot Barrièrerif. Je hebt hier dan ook ultieme mogelijkheden voor wat betreft snorkelen en duiken.
Verder kent dit eiland liefst 17(!) verschillende stranden. Vooral Long Beach en Monkey Beach zijn aanraders, ze zijn een stukje rustiger dan bijvoorbeeld Putney Beach en Fisherman’s Beach. Als je meer over de koralen wilt weten, doe dan de Glass Bottom Boat Tour. Je kunt er trouwens ook kamperen, neem je tent dus mee 🙂 .
Voordat ik het vergeet: er rijden hier geen auto’s, je ziet geen wolkenkrabbers en er is altijd wel een rustige afgelegen plek te vinden.
2. Rottnest Island (Western Australia)
Een eiland dat je lekker met de fiets kunt verkennen. Op Rottnest Island zijn trouwens meer dan 60 stranden en 20 verschillende baaitjes te vinden. Ze wordt door locals ook wel ‘Rotto’ genoemd en is super eenvoudig te bereiken als je in Perth bent. Vanuit Fremantle duurt het tripje 25 minuten.
Zoals ik al zei, is het aan te raden om een fiets te huren en zo bij de meest mooie plekjes uit te komen. Net als op Great Keppel Island, zal je ook op Rottnest Island geen auto’s zien rijden. Wat je hier wel ziet, is een unieke diersoort waaraan het eiland haar naam dankt: de Quokka. Een klein buideldiertje dat aan een miniatuurkangoeroe doet denken.
Vroeger was Rotto trouwens een strafkamp waar Aboriginals op schandalige wijze gevangen genomen en gemarteld zijn. Hiervan is zelfs 10% komen te overlijden. Er zijn dan ook diverse herdenkplaatsen opgericht om aandacht te schenken aan deze gruwelijke geschiedenis.
3. Kangaroo Island (South Australia)
Kangaroo Island is het op twee na grootste eiland van het land en een van de meest dierrijke eilanden om te bezoeken. Behalve kangoeroes, vind je er onder andere koala’s, vogelbekdieren, zeeleeuwen (bij Seal Bay) en mierenegels.
Als je zin hebt in actie, ga dan sandboarden over de duinen bij Little Sahara, kajakken in de Harriet River of op een quad rijden. Nog meer avontuur kun je krijgen tijdens een tocht door de kalkstennen Kelly Hill-grotten.
Vergeet ook zeker niet naar het Flinders Chase National Park te gaan, je hebt hier namelijk de rotsformaties Remarkable Rocks en Admirals Arch. Bij de laatste kun je genieten van een prachtig uitzicht over de zee tijdens het ondergaan van de zon.
Genoeg activiteiten gedaan en behoefte aan het strand? Ga dan eens naar het verlaten Vivonne Bay. Een ideale spot om te zwemmen maar ook om je picknickspullen uit de tas te halen.
Hoe kom je op Kangaroo Island? Vanaf Cape Jervis ben je er in 3 kwartier varen. Easy peasy dus 😉 .
4. Cockatoo Island (New South Wales)
Dan iets helemaal anders. Even geen paradijselijke omgeving maar een voormalig industrieterrein: Cockatoo Island. Ja je leest het goed. Als je in Sydney bent, kun je het eiland zien liggen. Je kunt er dan ook eenvoudig met de ferry heengaan vanuit Circular Quay, zelfs met de kajak kun je er komen.
Maar waarom noem ik Cockatoo Island als het een voormalig industriegebied is? Dit klinkt namelijk niet bepaald uitnodigend. Maar wat als ik je zeg dat ze op de UNESCO Wereldergoedlijst staat? Dit is uiteraard niet zonder reden.
Zo vind je er talloze kunstwerken, historische gebouwen, een oude scheepswerf en je kunt vlakbij de haven kamperen op een daarvoor bestemd grasveld. En als je uit je tent kruipt, heb je een prachtig uitzicht op een iconisch stukje van Australië: De Sydney Harbour Bridge.
5. Moreton Island (Queensland)
Moreton Island is misschien niet het meest bekende eiland dat je in Queensland vindt, maar het is een superfijne spot om naartoe te gaan als je de drukte van Brisbane voor gezien wilt houden. Het is er namelijk heerlijk rustig. Moreton ligt op ongeveer 40 kilometer van Brisbane en is een van de grootste zandeilanden van Australië.
In de maanden juni tot en met oktober heb je kans om walvissen te spotten. Een aanrader is om dit te doen vanaf de viewpoint bij (of vanaf de top van) de Cape Moreton Lighthouse. Ook heb je hier grote kans om dolfijnen zien.
Ik zei het al even, Moreton Island is bestaat grotendeels uit zand maar ook uit duinen. Sandboarden is hier dan ook een populaire activiteit om te doen. Verder is het té gek om met je 4WD het eiland te verkennen. Het is mogelijk om deze op Moreton Island te huren of om vanuit Brisbane mee te nemen op de ferry.
Houd je van duiken of snorkelen? Het kraakheldere water leent zich hier uitermate goed voor. Een aanrader is om de Tangalooma Wrecks te gaan ontdekken. Deze scheepswrakken liggen dichtbij de kust, je kunt ze dus zelfs snorkelend vanaf het strand spotten.
Op het eiland heb je trouwens verschillende campings en hostels waar je kunt overnachten. Maak dus niet de ‘fout’ die de meeste mensen maken: blijf er langer dan alleen maar een dagje. Er is hier zoveel moois te beleven.
6. Fraser Island (Queensland)
Natuurlijk mag ook het grootste zandeiland ter wereld(!) niet ontbreken. Inderdaad, ik heb het over het avontuurlijke Fraser Island. Met een lengte van 123 kilometer en een breedte van 23 kilometer is ze een walhalla voor reizigers die op ontdekking willen gaan met een 4WD. Doe dit zelfstandig met een groepje backpackers, en je hebt de ervaring van je leven.
Maar er is meer. Veel meer. Wat te denken van -zonder te overdrijven- een van de mooiste meren die je ooit in je leven gaat zien: Lake McKenzie. Het water is hier zo helder dat je tot aan je voeten het water in kunt kijken. Samen met het witte strand en de omringende bossen, is dit een magische plek.
Verdere hoogtepunten van Fraser Island zijn het Maheno Shipwreck, de Champagne Pools, Eli Creek en de verschillende stranden. Uiteraard 75 Miles Beach, maar ook zeker Eurong Beach met haar prachtige zonsopgang.
7. Lord Howe Island (New South Wales)
Dan een eiland dat wat minder makkelijk te bereiken is, maar daarom misschien des te interessanter: Lord Howe Island. Ze ligt op ongeveer 600 kilometer van Sydney en bestaat uit grotendeels onaangetaste gebieden.
Een ferryticket kost je al snel een paar honderd Australische dollars, maar zeker als je er een wat langere periode gaat verblijven, is dit het waard. Vind je 600 kilometer op een boot wat lang, dan kun je vanuit Sydney of Brisbane ook een directe vlucht nemen met Qantas. Dit is trouwens erg prijzig: het goedkoopste retourtje dat ik vanaf Sydney kan vinden, is €745!
Er is in ieder geval rekening gehouden met backpackers, want er zijn verschillende budgetopties om te overnachten. Grote hordes toeristen ga je er trouwens niet zien, er mogen er slechts 400 op het eiland verblijven.
Wat kun je er zoal doen? Snorkelen en duiken, dit zal je niet verbazen. Maar lekker een boekje lezen op stranden als Ned’s Beach en Lagoon Beach kan natuurlijk ook. Maar misschien wil je eens wat anders? Ga dan voor het beklimmen van Mount Gower, een uitdagende klim naar de top die op bijna 900 meter hoogte ligt. En tja, het uitzicht dat je daar te zien krijgt, is onbetaalbaar. Ook zijn er behalve deze trip nog vele andere wandelparcours die je kunt afleggen.
8. De Whitsunday Islands (Queensland)
De Whitsundays zijn ongetwijfeld de meest bekende eilanden die je in Australië hebt. Dit betekent vanzelfsprekend dat er veel toeristen naartoe trekken, al heb je ook hier meerdere verlaten paradijsjes om te bezoeken. Dit kan ook niet anders, de archipel bestaat namelijk uit 74 eilandjes.
Het strand waar je waarschijnlijk al eens van hebt gehoord, is het wereldberoemde Whitehaven Beach dat op Whitsunday Island ligt. Ook Hayman Island, Hook Island, Long Island en Hamilton Island zijn de moeite waard om heen te gaan. Op zoek naar een plek waar je lekker kunt hiken? Ga dan naar het heuvelachtige South Molle Island.
Buiten snorkelen en duiken, heb je in de maanden juni tot en met september kans om de Humpback Whale te spotten. Ze kunnen wel 16 meter lang worden!
Het vertrekpunt om naar de Whitsundays te komen, is Airlie Beach. Je kunt vanuit hier bijvoorbeeld een (meerdaagse) tour boeken om de mooie omgeving te gaan verkennen. Je hebt keuze zat: kies je voor een partyboot, een zeilcruise of een dagtrip met een toeristenboot?
9. Tasmanië
Ja oké, Tasmanië is natuurlijk een staat en niet perse een tropisch droomeiland. Echter, ‘Tassie’ is een heerlijke plek om naartoe te gaan en bijvoorbeeld een 2-wekenlange roadtrip te maken.
Je hebt er zowel culturele bezienswaardigheden, typische towns, bizar mooie stranden en baaitjes (Coles Bay, Binalong Bay en Wineglass Bay) en nationale parken (bijvoorbeeld het Mt. Field National Park en Freycinet National Park). Ook als Bourgondiër kom jij hier met de vele wijnsoorten en culinaire hoogstandjes helemaal aan je trekken.
Ook vanaf Tasmanië kun je diverse eilandjes bezoeken. Een daarvan is het bijzondere Bruny Island waar je vanuit Hobart kunt komen. Je hebt hier prachtige kustlijnen, rotsformaties, grotten en bovendien leven er zeehonden, heel veel vogelsoorten en dwergpinguïns. Ga zeker naar de Neck Lookout om van het uitzicht te genieten.
Geld te veel en zin in luxe? Bezoek dan het nabijgelegen Satellite Island, dit eiland kent bijna niemand! Je kunt er goed kajakken, wandelen of gewoon lekker luieren met een wijntje en eventueel wat oesters eten.
Een andere getaway is King Island dat ten noorden van Tasmanië ligt. Verwacht hier geen massatoerisme of een of ander party-eiland. Wat je wel krijgt, zijn veelal verlaten stranden, rotsachtige kusten en meer dan 70 scheepswrakken waar je naartoe kunt duiken. Voordat ik het vergeet: je hebt hier heerlijke kaas.
10. Magnetic Island (Queensland)
Op krap 10 kilometer van de havenstad Townsville, ligt het mooie Magnetic Island. Een eiland dat jaarlijks gemiddeld 320 dagen zon telt. Behalve dit dikke pluspunt, is accommodatie hier vergeleken met andere eilandjes relatief goedkoop. Eigenlijk kan ik geen reden bedenken waarom je niet zou moeten gaan 😉 .
Over accommodatie gesproken, een aanrader is het Base Backpackers Hostel waar Full Moon Party’s worden georganiseerd. Je kunt het ook wat rustiger houden, en lekker in een hangmat tussen 2 palmbomen gaan genieten van het rustgevende uitzicht over de zee. Baaitjes en stranden zijn er in ieder geval voldoende, onder meer het mooie Horseshoe Bay.
Zin in wat activiteit? Ga dan wandelen door de bossen en langs de rotskliffen. Let onderweg goed op, grote kans dat je koala’s en wallaby’s rond ziet lopen (of een uiltje ziet knappen in de bomen).
11. Phillip Island (Victoria)
Ik heb de staat Victoria nog niet genoemd, maar daar komt met Phillip Island verandering in. Ze ligt op zo’n 140 kilometer ten zuidoosten en op 1,5 uur rijden van Melbourne. Ja inderdaad, je kunt er met de auto komen. Ze is trouwens vernoemd naar Arthur Philip, een voormalig gouverneur van de staat New South Wales.
Het eiland is bekend om de penguin parade maar er is meer te beleven dan enkel deze toeristische trekpleister. Zo is er ook het Koala Conservation Centre waar je koala’s in hun natuurlijk leefomgeving kunt zien. Ga zeker lopen over de boardwalk om de beestjes van dichtbij te spotten.
Verder is ook het Moonlit Sanctuary Conservation Park het bezoeken waard. Hier leven allerlei soorten dieren: kangoeroes, dingo’s, kaketoes, koala’s, wallaby’s, vogels enzovoorts. Het is mooi om te zien hoe goed veel van deze bedreigde diersoorten het hier hebben.
Voor memorabele uitzichten, raad ik je aan naar de Nobbies Centre te gaan. Dit is tevens de plek waar je vlakbij pinguïns uit het water ziet lopen. Deze kom je hoogstwaarschijnlijk tegen als je over de boardwalk loopt.
Tot slot is het Phillip Island Nature Park een must-go. Alleen al de kleine, schattige dwergpinguïns die je hier ziet, zijn een reden om erheen te gaan. Verder kun je er mooie wandelingen maken langs de vele rotskliffen.
12. De Tiwi Islands (Northern Territory)
Op zo’n 80 kilometer vanaf Darwin, liggen de Tiwi-eilanden bestaande uit Melville en Bathurst. Ik noemde ze al in mijn artikel over off the beaten path backpacken in Australië, en dat is uiteraard niet zonder reden geweest. Want van de gebaande paden afwijken, dat doe je hier hoe dan ook.
Ze worden trouwens ook wel de ‘Island of Smiles’ genoemd en staan bekend om de rijke Aboriginalcultuur, kunstenaars en eeuwenoude rituelen zoals de rookdans. Ook is de finale van Aussie Rules Football op Bathurst Island een populair evenement. Er leven hier trouwens enkel Aboriginals, de Tiwi.
13. Abrolhos Islands (Western Australia)
60 Kilometer ten westen van Geraldton ligt een cluster van liefst 122 eilandjes: de Abrolhos Islands.
Als je een vogelliefhebber bent, dan is dit een plaats waar je helemaal blij van gaat worden. Er komen hier namelijk meer dan 90 verschillende zeevogelsoorten voor, waaronder de witbuikzeearend die leven van de lokale ‘Pelagic Fish’. Behalve vogels, vind je er ook zeeleeuwen en gigantische samsonvissen.
Verder is het spotten van walvissen en dolfijnen mogelijk. En het gave is: dit kan vanuit de lucht. Je kunt namelijk een scenic flight over de eilanden, koralen en de azuurblauwe- en groene wateren te maken. Het kan ook zomaar zo zijn dat je vissersschepen over de zee ziet varen op zoek naar kreeft.
Rondom de eilanden liggen trouwens verschillende scheepswrakken (waaronder de Nederlandse Batavia -uit 1629- en Zeewijk -uit 1727-), prachtige koralen en er leven ontelbaar veel vissoorten. Duiken en snorkelen zijn dan ook zeker aan te bevelen.
14. Peel Island (Queensland)
Peel Island wordt door sommige backpackers ook wel ‘Brisbane’s Best Kept Secret’ genoemd en behoort tot het Teerk Roo Ra National Park. Ze ligt trouwens in de Moreton Bay, waar ook het eerder besproken Moreton Island ligt.
Goed om te weten is dat je er alleen kunt komen met een privéboot. Wellicht is er iemand in Brisbane zo gastvrij is om je mee te nemen? Vragen staat vrij 🙂 .
Het eiland diende tussen 1907 en 1959 als lazaret, wat niets anders betekent dan een veldhospitaal dat de taken van een ziekenhuis gedeeltelijk of volledig overneemt. Mensen die de ziekte lepra hadden, werden hier opgevangen aangezien men dacht dat deze aandoening besmettelijk zou zijn. Later bleek overigens dat dit niet het geval was.
Je kunt rondom het eiland erg goed kajakken, let wel op de aanwezige rotsen. Ook heb je er een aantal leuke strandjes, zoals Horseshoe Bay waar je bovendien kunt kamperen. Dit is trouwens ook mogelijk op het nabijgelegen Platypus Bay.
15. North Stradbroke Island (Queensland)
Net als Peel Island, ligt ook North Stradbroke Island in de Moreton Bay. Vanuit Cleveland kun je er eenvoudig met de ferry komen. Je kunt zelfs je eigen auto meenemen, al zijn er op het eiland ook bussen. Wil je zelf rijden? Ga dan met een 4WD om zo ook bij de meest ongerepte plekjes te kunnen komen. Een tour is overigens ook mogelijk.
Je hebt er eigenlijk alles waar je als backpacker naar op zoek bent: rustige stranden, surfstrandjes, leuke barretjes, wandelmogelijkheden, prachtige meren en verschillende budgetopties om te slapen.
Als je van wandelen houdt, dan is de North Gorge Walk aan te bevelen. De uitzichten onderweg zijn schitterend. Ga ook zeker naar Point Lookout dat aan de noordoostkant van het eiland ligt. Verder is ook Cylinder Beach de moeite waard om te bezoeken. Wanneer de omstandigheden geschikt zijn, zie je hier vele surfers hun kunsten op de golven vertonen.
Wist je trouwens dat het noordelijk gelegen Manta Bommie tot de top-10-duikbestemmingen van Australië wordt gerekend? Zoals de naam al doet vermoeden, kun je hier duiken tussen reuzenmanta’s.
Tot slot is het goed om te weten dat er veel Aboriginal-bezienswaardigheden te vinden zijn. Het is aan te raden om een tour te doen die wordt georganiseerd door de Minjerribah Moorgumpin Elders.
16. Wilderness Island (Western Australia)
Waarschijnlijk heb je er nog nooit van gehoord? Dit is nog eens wat anders dan een van de geijkte eilanden 😉 . Ben je in de buurt van Exmouth en wil je naar een afgelegen eiland? Dan is een uitstapje naar Wilderness Island een aanrader.
Vanuit Exmouth vaar je er in een uurtje heen. Waarschijnlijk blijft het wel bij een dagtripje, er zijn namelijk slechts 5 ‘safaricabines’ aanwezig waar je kunt overnachten. Deze zijn met minimaal $440 nogal prijzig.
Wat kun op dit rustige eiland doen? Allereerst heb je er uitermate goede vismogelijkheden aangezien je bij de visrijke Exmouth Gulf zit. Verder kun je er goed kajakken en snorkelen. Tja, en gewoon relaxen, daar is natuurlijk ook helemaal niks mis mee. Het eiland is zo’n 3 kilometer lang en heeft diverse strandjes waar je kunt gaan liggen.
Behalve vissen, leven er prachtige zeedieren als walvissen, schildpadden, dolfijnen, reuzenmanta’s en zeekoeien. Je kunt altijd aan een eilandbewoner vragen of hij/zij je mee wil nemen op een tour om deze beesten te kunnen zien.
17. Woody Island (Western Australia)
Dit eilandje dat nabij Esperance ligt, behoort tot de Recherche Archipel die weer uit 110 verschillende eilanden bestaat. Ze heeft haar naam te danken aan de vele lange bomen die er groeien, iets dat niet veel voorkomt op de omringende eilanden. Je vaart er met de ferry in een half uurtje naartoe. En het mooie is, je kunt hier betaalbaar overnachten.
Er is namelijk een camping aanwezig waar je voor $25 terechtkunt. Wel je eigen tent meenemen. Er is ook een mogelijkheid een opgezette tent boeken, dit kost $71 maar je kunt er wel met 2 personen slapen.
Op het eiland heb je diverse wandelparcours. Een aanrader is om naar Twiggy’s Landing te lopen en vervolgens naar de Shearwater Lookout. Met een beetje geluk zie je vanaf dit punt de zogeheten stormvogels vliegen. Een iets uitdagendere wandeling is de Island Top Walk, waarbij je onderweg kunt genieten van werkelijk prachtige uitzichten over andere eilanden die tot de archipel behoren.
Zwemmen kun je doen in het heldere water van Shearwater Bay. Snorkelen is hier ook super, gezien de levendige onderwaterwereld. Vanaf de steiger kun je tevens een hengeltje uitgooien en een vis proberen te vangen 🙂 .
18. Dirk Hartog Island (Western Australia)
Geen idee of je al wel eens van Dirk Hartog Island hebt gehoord, maar het is in ieder geval het grootste eiland van de staat Western Australia. Leuk om te weten is dat ze vernoemd is naar de Nederlandse zeiler Dirk Hartog die in 1616 op het eiland arriveerde.
Er zijn verschillende accommodaties aanwezig: een camping en een eco-lodge. Kamperen is aan te raden, aangezien de lodge met $290 voor backpackers doorgaans (veel) te duur zal zijn. Het is trouwens sowieso geen straf om in je tentje onder de heldere sterrenhemel te slapen die boven het eiland te zien is.
Neem je eigen kampeerspullen en een 4WD mee (op de boot), zo kun je ook de plekken ontdekken waar bijna geen mensen komen. Je kunt op Dirk Hartog Island tevens over de stranden cruisen, supergaaf.
Aangezien je rond de Australische westkust bent, is vissen een leuke activiteit. Red snapper, makreel, tonijn? Met een beetje geduld kun je ze allemaal uit de zee halen. Spotten van walvissen, dolfijnen, schildpadden en haaien is ook hier geen uitzondering. Tot slot is snorkelen of duiken bij een van de vele stranden erg gaaf om te doen. Gewoon zwemmen bij een verlaten baaitje is natuurlijk ook een prima dagbesteding 🙂 .
Meer tips voor Australië nodig?
Bekijk dan mijn Australië-pagina eens. Hier vind je onder meer:
