*KRAK*
Een grote tak van een van de rubberbomen werd duidelijk naar het breekpunt gebogen en ik schrok me rot. Mijn moeder dacht dat er iemand met een zaag of schaar aan de gang was en ik had hetzelfde idee, maar gek genoeg zagen we helemaal niemand.
Toen we verder liepen over het zandpad door het bos werd al snel duidelijk dat het om een aap ging die het krakende geluid veroorzaakte. Hoog in de boom zat hij heen en weer te slingeren, en links van ons zagen we er nog een stel in het woud lopen en via de stronken gecontroleerd omhoogklimmen. En uiteraard loeren naar ons en het heuptasje van m’n ma, of er misschien wat te halen viel.
Het gebeurde allemaal op Koh Jum. Een Thais eilandje voor de kust van Krabi waar je het échte Thailand te zien krijgt. Kinderen sjezen in felgekleurde flodderkleren langs op scooters, apen bespieden je vanaf de elektriciteitskabels en je zal regelmatig met een grote lach worden begroet.
Je hebt er geen 7-Elevens, pinautomaten, fancy hotelketens of andere tekenen van ontwikkeling. En als je een fiets huurt, moet je kleine mankementen incalculeren. Koh Jum bezoek je vanwege de authentieke sfeer, de chille rastabars aan het strand en om te rusten. Voor luxe, vertier, bezienswaardigheden en paradijselijke stranden kun je beter naar een andere plek afreizen.
Het is een eiland waar ik jaren geleden al mensen over hoorde praten. Ze zeiden dingen als: “Ja, dat is echt een bijzondere plaats”, “Als je een authentiek paradijs zoekt, ga naar Koh Jum” en “Koh Jum is nog onontdekt.”
Mijn aandacht werd toentertijd al getrokken, al heb ik nooit de daadwerkelijke stap gezet. Nu was het moment kennelijk daar en ben ik wel gegaan.
Ben je benieuwd geworden?
Ik ben er samen met mijn moeder een aantal dagen geweest en zal je er in dit artikel alles over vertellen.
Over Koh Jum
Voor ik begin met het delen van onze ervaringen op Koh Jum, heb ik kort nog wat info voor je die handig is om te weten voor je bezoek.
Voor je oriëntatie: Koh Jum is een eiland behorende bij de Krabi-regio en ligt even ten noorden van Koh Lanta. Verderop heb je het beruchte Koh Phi Phi, een absolute tegenpool van Koh Jum.
Men noemt Koh Jum soms ook ‘Koh Pu‘ al is dit strikt genomen niet correct. Officieel heet de noordelijke helft van het eiland namelijk Koh Phu en de zuidelijke helft Koh Jum. Wanneer ik het over Koh Jum heb, weet dan dat ik beide helften bedoel. Koh Jum schrijft men zo nu en dan tevens als ‘Koh Jam’.
Op Koh Jum heb je drie kleine dorpjes: Ban Koh Jum, Ban Ting Rai en Ban Ko Pu. Zelf vind ik Ban Ting Rai het leukst.
Van noord naar zuid is Koh Jum ongeveer 10,5e kilometer lang. In totaal leven er zo’n 2.000 mensen, een mix van moslims, boeddhisten en zeenomaden. Er is één moskee.
Naast drie dorpjes heb je er bovendien drie verschillende haventjes: de Koh Jum Pier, de Mutu Pier en de Koh Pu Pier. Je kunt van en naar alle drie deze havens vertrekken.
Zoals ik al zei zijn er geen pinautomaten op Koh Jum. Ze hebben er hun eigen kleine economie waarbij geld rondgaat over het eiland.
De beste reistijd voor Koh Jum is grofweg van november tot en met april. Na april begint officieel het regenseizoen, al hoeft dit niet te betekenen dat het daadwerkelijk slecht weer is.
Verblijven in een houten hutje omgeven door bloemen
Na een chill ritje door het groene landschap van Koh Jum stopte de tuk-tuk bij Happy Home, de accommodatie die we enkele dagen ervoor hadden vastgelegd.
En wat is het een mooie stek zeg! Het is eigenlijk een grote bloementuin met een stuk of acht houten huisjes op palen. Vanaf het balkon is het bijna alsof je een schilderij voor je ziet, met al het geel, roze, paars en de groene jungleplanten.
Mijn ma zei het nog: “Dit is gewoon mijn droomtuin, echt waar.” En daarna belde ze vol enthousiasme met haar vriend om te vertellen op wat voor een mooie plek we beland waren.
De kamers zijn verder vrij basic, maar zeker comfortabel genoeg om een paar dagen te blijven. Zo is er een koelkast, waterkoker en een douche met een -zeker voor een eiland- buitengewoon goede waterdruk.
Wij sliepen, zoal de meesten op Koh Jum, al rond een uur of negen en bij het wakker worden word je beloond met een prachtige zonsopkomst en tjilpende vogels. Met een zelfgemaakte oploskoffie erbij is dat genieten in de meest pure vorm kan ik je zeggen 🙂 . Eenvoud is vaak zo fijn hè?
De stranden van Koh Jum
Eerlijk, de stranden vielen mij best wel tegen, al wist ik dit al een beetje doordat ik voorafgaand al iets over Koh Jum had gelezen. Op Koh Lanta zijn ze wat mij betreft mooier en beter onderhouden. Zo lag Long Beach vol met bladeren, waardoor het allemaal wat rommelig oogde.
Nu was het ook zo dat er een hoop kwallen in het water dreven en op het strand lagen toen wij er waren, waardoor zwemmen niet bepaald aantrekkelijk was.
Hoe noordelijker je gaat, hoe ongerepter het wordt. Dit geldt zowel voor de stranden als het gehele eiland.
Hieronder zal ik kort de belangrijkste stranden van Koh Jum beschrijven.
Long Beach (Golden Pearl Beach & Andaman Beach)
Long Beach vind je aan zuidwestkant van Koh Jum en is samen met het hierna te noemen Ting Rai Beach het bekendste strand van het eiland. Strikt genomen bestaat ze uit Golden Pearl Beach en Andaman Beach, en is ze het langste strand op Koh Jum. Leuk is om een drankje te doen bij een van de strandbars of de zonsondergang te bekijken.
Ting Rai Beach
Dit is het strand dat op steenworpafstand van ons guesthouse lag en wat mij betreft met Magic Beach (zie het volgende kopje) het strand met de meeste gezelligheid, door het aanwezige Roots Hill Café waar reggae-deuntjes uit de speakers klinken en mensen in de chillmodus zitten. Daarnaast heb je op Ting Rai Beach massagehutten om ultiem te ontspannen.
Voor ik het vergeet: tijdens vloed is snorkelen hier een aanrader, langs de kust verzamelen zich dan namelijk tropische zebravissen.
Magic Beach
Dit is het verlengde gedeelte aan de noordzijde van Ting Rai Beach. Je hebt er de Chao Lay Bar om te relaxen met een drankje op een ligstoel en een dansje te wagen als de dj draait. Op de kliffen heeft men bovendien bungalows gebouwd waar je kunt overnachten. De accommodatie heet Aosi Bungalows.
Coconut Beach
Als je onderweg bent naar het noorden is er aan de rechterkant op een gegeven moment een onverhard pad met rubberbomen, en in ons geval blokkeerden apen de weg. Mijn moeder had daarom zoiets van: nah, laat maar zitten, waardoor we er niet meer naartoe zijn gegaan. Eerlijk gezegd geloofde ik het na zien van alle andere stranden ook wel een beetje.
Recente reviews op Google vertellen dat het een verlaten klein strandje is met een strook palmbomen, waar helaas veel rotzooi ligt.
North Beach
Dit is het laatste strand als je naar het noorden van Koh Jum -en dus in feite Koh Pu- gaat. Het is een goede spot om de zonsondergang te bewonderen of in traditionele strandhut te slapen. Je hebt er verder enkele strandbars, waarvan Ganesh Restaurant het bekendst is.
Reggae-bars
De stranden zijn dan misschien niet persé paradijselijk, maar er hangt vrijwel overal een coole vibe. Er zijn altijd wel eenvoudige eettentjes of laidback-bars te vinden die je in Jamaica-achtige sferen brengen.
Op Ting Rai Beach en het aangrenzende Magic Beach heb je met het Roots Hill Café en de Chao Lay Bar twee kleurrijke rastabars om een ijskoude Chang of cocktail te drinken en lekker te chillen. ’s Avonds worden hier bovendien regelmatig feestjes gehouden en als je wilt kan je er ook nog een stickie roken of een mushroom shake pakken. Beide bars zijn perfecte plekken om naar de zonsondergang te kijken. Wel moet je rond dat tijdstip weten dat het barst van de muggen, al geldt dit op ieder Thais eiland.
Als je bij de Chao Lay Bar bent, loop dan even naar boven bij de Aosi Bungalows. Je hebt daar vanaf de klif namelijk een tof uitzicht op Ting Rai Beach. En maak een praatje met de aardige eigenaar Lucky.
Superlekkere mango sticky rice
Oh wat was dit bijzonder zeg. Eten bij Ardam Halal Food. De vrouw en haar man die dit leuke eettentje runnen zijn echt zulke lieve mensen hè. Van die lieverds die wanneer je ze aankijkt 100% oprecht zijn en je intens blij maken. Er gaat zo’n liefdevol gevoel van uit.
Min of meer per toeval ontdekten we hier de heerlijke mango sticky rice, je weet wel, een van de typische Thaise desserts. En wow, die smaakte goed zeg. Samen met de kokosmelk, de zoutige smaak van de kleefrijst en de geroosterde cashewnoten is het echt een genot voor je smaakpapillen. Iedere avond kwamen we er terug om dit zoetzoute en fotogenieke maaltje te eten.
Er loopt trouwens ook nog een lieve raskat langs die, als ‘ie het lef heeft, bij je op schoot springt om iets te eten van je te bietsen. Hij zat bij ons aan tafel of hij een van ons was. Vervolgens likte hij het bakje met kokosmelk schoon. Echt geweldig haha.
Tijdens ons laatste bezoek vroeg de vrouw verlegen of we met hen op de foto wilden. Ze waren er onwijs blij mee. Het maakte ons helemaal gelukkig. Dit tentje -en de lieve, pure mensen- is zo’n ervaring die je reis kleur geeft. Ik zal het nooit meer vergeten denk ik.
Hiken op de Koh Pu Mountain
Op het gedeelte van Koh Pu staat de gelijknamige berg (422 meter) die dominant boven het eiland uittorent. Vanaf de zuidelijk gelegen stranden aan de westkust zie je de met jungle bedekte heuvel telkens liggen.
Mocht je nog eens iets anders willen beleven op Koh Jum, dan kun je door de dichte jungle naar de top van de berg hiken. Boven heb je een viewpoint vanwaar je uitkijkt op de Andamanse Zee, Koh Jum en in de verte zie je zelfs de contouren van de Phi Phi-eilanden.
Er zijn meerdere trails naar boven en het duurt zo’n 2 uur om er te komen. Er zitten steile stukken tussen en het pad is niet altijd even makkelijk om op te lopen. Doe daarom goede schoenen aan en absoluut geen slippers. Wil je zekerheid, ga dan met een lokale gids op pad die de weg goed kent. Dit kost je 1.000 THB.
Kajakken
Indien je graag wat actiefs wilt doen op het water huur dan een kajak voor 500 THB, en ontdek Koh Jum zo op een compleet andere manier dan over land.
Gaaf is om via de mangroves richting het noorden te peddelen naar North Beach, en daar een hapje te eten bij het Ganesh Restaurant.
Het eiland verkennen met de fiets of scooter
Ik raad je aan om een mountainbike of scooter te huren en zo het eiland te verkennen. Wij kozen voor een mountainbike, gezien de geringe omvang van Koh Jum een goede keuze. De ene dag zijn we naar het zuiden gereden en de andere dag bezochten we het noorden.
Koh Jum is redelijk vlak al heb je er wel degelijk stukken die ‘vals plat’ zijn. Het oogt vlak, maar je moet je soms uit de naad werken om vooruit te komen. Zeker als je fiets niet op en top is 😉 . Dit is met name zo wanneer je richting het noorden -Koh Pu- rijdt.
Onderweg kom je bij de verschillende stranden die ik besproken heb en na een tijdje fiets je langs rubberbossen. En als je oplet zie je hier en daar een koe tussen de bomen staan of je hoort keihard boehhhhh uit de bossen klinken. Een leuk plekje om te stoppen en iets te drinken is het in de mangroves gelegen Rock View Terrace, dat je via een zanderig paadje bereikt. Eenmaal terug vanuit het noorden waren we behoorlijk gesloopt en ploften we neer op de stoelen van een klein eettentje.
Een mountainbike huur je voor 60 tot 80 THB per dag, wij deden dit bij het Garden Home Resort. De kwaliteit was matig, zo trapte ik telkens door mijn versnellingen heen en moest ik gevoelsmatig twee keer zo hard werken om vooruit te komen. Al moet je daar op een eiland als Koh Jum niet te zwaar aan tillen. Scooters heb je voor 250 THB per dag.
Welke zaakjes raad ik je aan qua eten en drinken?
Het al besproken Ardam Halal Food was met stip ons favoriete tentje, en dan vooral vanwege de superlekkere mango sticky rice met romige kokosmelk. Daarnaast is het koppel dat de zaak runt zo ontzettend lief en loopt er een prachtige raskat rond die graag een hapje met je mee-eet 🙂 .
Een andere tip die ik voor je heb is Halal Food, een eetzaak op loopafstand van het hierboven genoemde Ardam. Dit is een van de populairdere Thaise restaurantjes van Koh Jum.
Wil je een lekkere ijskoffie of cappuccino drinken? Ga in dit geval naar het Luboa Cafe dat fraai in de bossen gelegen is. Ze maken er bovendien cheesecake en bananenbrood.
Vlakbij het Luboa Cafe heb je Mai’s Homestay & Vegan Restaurant Koh Jum , met een Italiaanse eigenaar die door corona z’n restaurant moest sluiten in Chiang Mai en daarna naar Koh Jum is gekomen. Ze hebben er onder andere lekkere pizza’s en goede kombucha.
Een leuk -en goedkoop- tentje op het strand om iets te eten en een verse kokosnoot te drinken is Cha Cha Bungalow. Zij hebben ook de laatste informatie voor wat betreft de vertrektijden van de longtailboten.
Waar op Koh Jum raad ik je aan om te overnachten?
Zoals ik al zei verbleven wij bij Happy Home Koh Jum. Een aanrader als je je eigen eenvoudige bungalow wilt middenin de natuur.
Het enige hostel op het eiland is Koh Jum Hostel & Bungalow, dit is de beste optie indien je andere backpackers wilt ontmoeten.
Luxere plekken heb je niet heel veel, al is Koh Jum Beach Villas een schitterend boetiek-resort met comfortabele villa’s pal aan het strand.
Als je je accommodatie boekt, check dan van tevoren de locatie. Zelf zou ik kiezen voor de omgeving rond Ting Rai aan de westkust, aangezien je daar de meeste leuke eetzaakjes hebt. Verblijf je helemaal in het noorden bij Koh Pu, dan zit je iets geïsoleerder.
Tot slot: op Booking.com zie je je bij de accommodaties soms ‘Koh Sriboya‘ staan wanneer je op Koh Jum zoekt. Ik vond dit best verwarrend, maar laat je er niet door misleiden. Het is denk ik de regio die ze aangeven. Koh Sriboya zelf is een eiland ten noorden van Koh Jum.
Mijn mening over Koh Jum
Vergeleken met het veel grotere Koh Lanta (waar we vandaan kwamen) is het kleine Koh Jum superschattig. Er racen geen pick-ups en motoren met irritante geluiden veroorzaakt door uitlaten zonder dempers, en mensen lijken het woord ‘haast’ niet te kennen. Heerlijk!
Over het eiland loopt een lange weg en zijn het vooral vogels en gekko’s die je hoort. En af en toe loopt er een hond langs of zie je een groepje apen in de rubberbomen spelen. Of een kip steekt de straat over met haar piepende kuikentjes. Bij onze accommodatie liep zelfs een groepje lieve puppy’s rond te dartelen 🙂 .
Er hangt een relaxte vibe en het is werkelijk alsof je jaren terug in de tijd stapt. Zo is er dus geen 7-11 en ook geen enkele pinautomaat.
Op Wikitravel las ik het volgende: “Almost all of the resorts are run by the Chinese, and while efficient, don’t expect to find traditional Thai hospitality.” Serieus, pure nonsens.
De mensen lijken op Koh Jum oprecht enthousiast dat je ‘hun’ eiland komt bezoeken en lachen naar je als ze op hun scooter of in hun tuk-tuk langsrijden. Of een kind staat in de deuropening naar je te zwaaien en duikt daarna snel verlegen weg.
Je wordt er helemaal blij van!
Koh Jum is al met al een plek als je van de gebaande paden wilt gaan in Thailand en op zoek bent naar een authentieke bestemming in een streek -Krabi- die juist overlopen wordt door toeristen. Zonder dat je daarvoor ver hoeft te reizen trouwens, want het eiland is vrij eenvoudig te bereiken (zie verder). Een paradijs zou ik het echter niet willen noemen, daarvoor ontbreekt het simpelweg aan echte bountystranden met wit poederzand en kristalhelder water. In die zin zijn bijvoorbeeld Koh Kradan of een dagtrip naar Koh Rok betere opties. Ook Koh Lanta heeft mooiere stranden als je het mij vraagt.
Hoe kom je op Koh Jum?
Wij zijn vanaf Koh Lanta naar Koh Jum gereisd. Dit is enkel mogelijk per speedboot en de overtocht duurt een minuut of twintig.
Vanuit Krabi (1 uur reistijd), Ao Nang (1,5 uur reistijd), Railay (1 uur en 15 minuten reistijd) en Phuket (1,5 uur reistijd) vertrekken ook speedboten naar Koh Jum.
Tickets koop je bij een reisbureau of online op 12Go Asia.
De goedkoopste manier is echter om met een longtailboot vanuit de Laem Kruat Pier richting Koh Jum te reizen. Vanuit Krabi Town kan je er komen door een ‘songthaew’ te nemen, het lokale streekvervoer waarbij je achterin tegenover elkaar zit en zo nu en dan op en neer hobbelt door de slechte vering 😀 . De reistijd van Krabi Town naar de Laem Kruat Pier is om en nabij de 1 uur en de kosten bedragen 150 THB. Van Laem Kruat Pier naar Koh Jum duurt het nog een half uur en de overtocht kost 140 THB. Longtailboten vertrekken ieder uur.
Op Koh Jum heb je als gezegd drie verschillende havens: de Koh Jum Pier, de Mutu Pier en de Koh Pu Pier. Meestal kun je zelf kiezen waar je uit wilt stappen.
Wij kwamen aan bij de Koh Jum Pier, aan de zuidwestkant van het eiland. Bij het haventje staat er een handjevol locals te wachten die je met een tuk-tuk bij je accommodatie af willen droppen. Wij betaalden hier 100 THB voor, omdat ik -na me ingelezen te hebben- wist dat dit de gangbare prijs was.
Hoe kom je van Koh Jum naar Krabi of Ao Nang?
Na ons verblijf op Koh Jum kozen we ervoor door te trekken naar Ao Nang via Laem Kruat. Onze guesthouse-eigenaar zette ons voor 70 THB af bij de Mutu Pier. Met enige tegenzin trouwens, al hoorde ik van de eigenaar van een guesthouse verderop dat dit de normale prijs was.
Daar, of bij een van de andere twee havens, pak je een longtailboot (140 THB) en ongeveer een half uur later kom je aan bij de Laem Kruat Pier. Longtailboten vertrekken nagenoeg ieder uur, ik raad je echter aan om het exacte schema bij je accommodatie te vragen.
Eenmaal aangekomen heb je vervolgens twee opties: of je neemt een taxi of je gaat verder met een songthaew. Wij kozen voor de tweede optie. Je reist dan eerst naar Krabi Town (150 THB; +/- 1 uur reistijd) en daar stap je over op een andere songthaew naar Ao Nang (50 THB; 30 minuten reistijd).
Kies je voor een taxi naar Ao Nang, weet dan dat de prijs 1.200 THB is, voor minder doen ze het niet. Via 12Go Asia heb je ook de mogelijkheid om online een taxi te reserveren.
En… Ga jij binnenkort naar Koh Jum om het échte Thailand te ervaren? Laat het me weten in de comments 🙂 .