We rijden over de slingerende bergweg die het oude deel van Jávea met Dénia verbindt, als er plots een pick-up de hoek om gesjeesd komt en door zijn bizarre omvang deels op onze weghelft belandt. “Jezus man” zeg ik tegen m’n vader die achter het stuur zit, en lichtelijk geïrriteerd woorden van gelijke strekking laat horen.
Nee, je moet hier in ieder geval niet rondtoeren als je een glaasje ophebt, dan kun je jezelf nog wel eens flink in de nesten werken. Ook liever niet ’s avonds trouwens, want door het ontbreken van wegverlichting is het er dan pikkedonker.
De uitzichten waar je onderweg mee te maken krijgt zijn overigens prachtig en op zichzelf een bezienswaardigheid, zoveel boeiender dan wanneer je over de saaie grote weg rijdt.
In de verte verschijnt de zee tussen de bergruggen, we zien zelfs de contouren van Ibiza het landschap vormgeven. Geleidelijk dalen we af en komen we in de stijlvolle jachthaven van Dénia terecht. Er ligt een verdomd grote boot waarvan je je nauwelijks voor kunt stellen dat ‘ie van een gewone sterveling is. Maar na met de loketmedewerkster -die ons tijdens een minutenlang verkooppraatje tactisch een boottrip probeerde aan te smeren- gesproken te hebben, blijkt dit wel degelijk het geval te zijn, waarop m’n vader en ik elkaar verbouwereerd aankijken.
Dénia, het is de toegangspoort tot het fameuze Ibiza. De stad is echter meer dan enkel en alleen een opstapplaats. Leuk vind ik zelf de lokale sfeer die er hangt, met name als je door de oude stad rond het kasteel wandelt. ’s Middags zitten de terrasjes vol met veelal Spanjaarden die gezellig een hapje met elkaar eten. En wat dacht je van de 752 meter hoge Montgó? Een icoon van de Costa Blanca die je vanuit nagenoeg iedere uithoek ziet liggen en iets weg heeft van een olifant.
Desalniettemin boeit een kleiner plaatsje als Jávea mij persoonlijk meer. Het is er allemaal net wat charmanter en pittoresker, daarbij is het strand van Dénia gewoonweg onaantrekkelijk. Misschien is het ook omdat Dénia geen aansprekende boulevard heeft, iets wat in Jávea nou juist een leuk sfeertje geeft.
Toch ben ik tijdens mijn laatste bezoek aan Dénia een stuk enthousiaster over de havenplaats geworden dan ik voorheen was. Het ontdekken van een nieuwe plek, waarover ik je verderop meer vertel, heeft daar alles mee te maken.
Yep, Dénia heeft zeker zo haar charme en is een bezoekje waard wanneer je in de Costa Blanca bent. Lees verder om te weten te komen wat er te doen is, welke eettentjes en slaapplekken ik je aanraad en om nog een boel praktische tips mee te pakken.
Activiteiten en bezienswaardigheden in en rond Dénia
Het eerste dat je jezelf afvraagt als je in Dénia aankomt, is waarschijnlijk: wat is nou leuk om hier te doen? En zijn er misschien bepaalde bezienswaardigheden die ik niet mag missen? Ik vertel je er alles over in het gedeelte hieronder.
Doe een hapje en een drankje op de gezellige Street Food Market
Ik was al een aantal keer in Dénia geweest en dacht op deze dag daarom weinig nieuws te zien. Ik en m’n pa liepen intuïtief wat rond en zagen tot onze verrassing iets heel leuks: een cool ingerichte overdekte straat met eettentjes en bars. Het bleek hier om de Street Food Market van Dénia te gaan, echt een toffe en bruisende plek om eens een kijkje te nemen als je in de stad bent. Aan de buitenkant staan verder nog terrassen uitgestald en barst het van de gezelligheid.
Serieus, de Street Food Market geeft het voor mij voorheen ietwat saaie Dénia net dat beetje extra glans dat het nodig had.
Neem een kijkje in de oude stad
Net zoals (nagenoeg) ieder plaatsje aan de Costa Blanca vind je ook in Dénia een old town met karakteristieke oude huisjes, Franse balkons, kleurrijke gevels, planten en sfeermakende smalle steegjes. Toen ik er in juni een keer rondliep, was het er door de in bloei staande jacaranda’s extra mooi.
Een leuk pleintje met restaurants is Plaza San Antonio in Baix la Mar. In een hoek van een zijstraat zie je daar bovendien een nogal opmerkelijk Playmobil-standbeeld de aandacht trekken. Vlakbij is tevens Plaza Mariana Pineda een aanrader met terrasjes.
De oude stad vind je in de straten rondom de haven en het kasteel van Dénia, de trekpleister waarover ik je meer vertel onder het volgende kopje.
Klim naar het Kasteel van Dénia
Kijk een straat in en het kan zomaar zo zijn dat je heuvel ziet waarop Castillo de Denia staat. Het Kasteel van Dénia ligt op 60 meter hoogte, werd gebouwd in de 11e en 12e eeuw door de Almoraviden en is het symbool van de stad. Voor 3 euro mag je naar binnen om de ruïne te bekijken, en bovenaan het je een weids uitzicht op Dénia, de later te bespreken Montgó en de haven.
Let overigens wel op, want wij kwamen agressieve zeemeeuwen tegen die hun nesten aan het beschermen waren. Ze gedroegen zich als een soort waakhonden, waar je amper langs kon lopen. De koude rillingen liepen me op enig moment over het lijf. Ach, ik ben weer een ervaring rijker laten we maar zeggen 😉 .
Beneden heb je verder nog Túnel del Castillo, de tunnel die twee delen van Dénia met elkaar verbindt. Tijdens de Spaanse burgeroorlog vluchtten de inwoners hierheen om te schuilen.
Loop over het boomrijke Marques de Campo
Marques de Campo is de mooie en brede hoofdstraat van Dénia, bekend vanwege de bomen die er schuin overheen hangen en voor de (brood)nodige schaduw zorgen. In tegenstelling tot de old town krijg je hier juist een moderner gezicht van de stad te zien. Aan beide kanten vind je eetzaken, bars en winkels.
Pluspunt: Marques de Campo is volledig vrij van auto’s en ander gemotoriseerd verkeer. Lekker rustig dus.
Loop zeker even de straat in, al is het maar om een mooie foto te maken.
Check de haven
Op loopafstand van het centrum ligt de grote haven Port de Dénia. Er dobberen zowel vissersboten als enorme jachten van tig miljoenen. Het is soms echt niet te bevatten wat je er allemaal tegenkomt, al heb ik er net ze goed een joekel van een roestbak zien drijven. Verder zie je op bepaalde momenten de vis vers binnenkomen en direct worden verkocht.
Naast de vele boten is het leuk om een drankje te doen op een van de terrasjes rond Parque Infantil. Of ga loungen bij Zensa Lounge, een fraai gedecoreerde tent met enige allure.
Relax op Playa de las Marinas
Voor de mensen die eventjes willen luieren op het strand is er Playa de las Marines, pal naast de haven. Echter, qua stranden is dit eerlijk gezegd de meest deprimerende plek die ik in de Costa Blanca gezien heb. Er liggen veel algen, stenen en het water is troebel van kleur.
Oké, als je gewoonweg wilt liggen is het prima, maar verwacht geen wonderen. Veel mooiere plekken in de omgeving zijn Playa de la Granadella bij Jávea, Cala del Moraig bij Benitachell en Playa del Portet in Moraira.
In Dénia heb je aan de andere kant van de haven nog Playa de Marineta Casiana. In het verlengde van Playa de las Marines vind je Playa de Les Bovetes en Playa Els Molins.
Hike naar de top van de Montgó
Mocht je nog in zijn voor een wandeling in de natuur, dan is de Montgó sowieso een plek om mee te pakken tijdens je bezoek aan Dénia. Het is de olifantenberg die ik iedere dag zie liggen vanaf het terras, als ik daar in alle rust een bakje koffie doe.
De weg naar de 753 meter hoge piek is trouwens vrij ontspannen, al is het laatste gedeelte een heel geklauter met afgronden die je waarschijnlijk zullen doen bibberen. Eenmaal boven zie je de baai van Jávea plus een stuk van Dénia, en waaien ondertussen de wolken langs je heen.
Je hebt diverse routes om uit te kiezen, wie liepen die vanaf het schietterrein van Dénia. Je bent dan in ongeveer 1,5 uur boven.
Interessant weetje: wist je dat de spirituele rots Es Vedra op Ibiza via de zeebodem in verbinding staat met de Montgó?
Ga op avontuur in Cova Tallada
Behalve de Montgó is er een andere natuurspot die je uitdaagt: Cova Tallada. Deze verbluffende grot die volgelopen is met helder water is zowel met de SUP, kajak als wandelend te bereiken. Voor menigeen is het een behoorlijk avontuur, door de onregelmatige paden en de steile hellingen die onderweg langskomen. Vooral het laatste stuk is een beproeving van formaat.
De wandeltocht naar de grot duurt ongeveer 45 minuten tot 1 uur en geeft je fraaie uitzichten. Zie je deze expeditie niet zitten, kies er dan voor om te kajakken of met de SUP te gaan. Je regelt dit via bijvoorbeeld Pata Negra Adventure.
Het is hier trouwens gaaf om te snorkelen, in de overstroomde gedeeltes zwemmen namelijk heel wat visjes rond.
Tijdens sommige maandan is reserveren overigens verplicht, daarover vind je meer info op deze pagina.
Maak een boottochtje tijdens de zonsondergang
Wanneer je juist ontspanning zoekt is een boottocht op een zeilcatamaran denk ik een betere optie dan de klim- en klautertochten die ik hierboven beschreef.
Rond zonsondergang stap je op de luxe boot en maak je in 1,5 uur een trip langs de grillige kustlijn, waarbij onder meer Cabo de San Antonio en Cova Tallada langs zullen komen. Een glas cava uit de streek krijg je erbij cadeau.
Het is zo’n beetje de bekendste tour die in de haven van Dénia wordt aangeboden en vrij populair onder dagjesmensen. Boeken doe je hier.
Rijd naar Cabo San Antonio
Ze noemen Cape Saint Vincent in Sagres wel eens het einde van de wereld, bij Cabo San Antonio tussen Dénia en Jávea zal je een vergelijkbaar gevoel krijgen. De winderige kaap is een van de oostelijkste punten van Alicante en bestaat uit kliffen die duizelingwekkende hoogtes van meer dan 150 meter bereiken. Een typische bezienswaardigheid is de vuurtoren vanwaar je indrukwekkende uitzichten hebt.
Ben je met de camper? Gaaf is dan om een nachtje op de top te parkeren en het windgeweld op je af te laten komen. Vanuit de ramen kijk je uit op de verlichte stad en ’s ochtends word je wakker met een schitterende zonsopkomst.
Om er te komen rijd je over de CV-736, de slingerweg waarover ik je in het begin van dit artikel vertelde. Echt een mooi stukje om af te leggen, dwars door de bergen. Na de kaap raad ik je aan om nog even door te karren naar Jávea, en daar een drankje aan het strand of in de oude stad te doen.
Pak de boot naar Ibiza
Wil je een dagtrip naar Ibiza doen, of er een paar daagjes blijven plakken? Vanuit de haven van Dénia ben je al in krap 2,5 uur op het veelbesproken eiland.
Tickets koop je hier en je kunt tevens je auto meenemen.
Wat zijn aanraders qua eten en drinken in Dénia?
Heerlijke koffie drink je bij de koffiebrander Pichi´s Coffee Roasters. Daarbij is het ook nog eens een leuke tent om te zitten.
Verder heb ik hierboven al diverse pleintjes en straten genoemd die gezellig zijn om iets te eten en/of te drinken. Denk aan de Street Food Market, Plaza San Antonio en Plaza Mariana Pineda. Ook het havengebied mag je daar zeker aan toevoegen, bij Explanada Cervantes vind je talloze terrassen. Aan de andere kant van het water is het al genoemde Zensa Lounge de perfecte spot om te loungen met een biertje, wijntje of cocktail.
Een Japans restaurant met een mooie groene tuin is JapiJapo. Als je graag sushi en dergelijke eet, raad ik je aan om hier sowieso heen te gaan.
Trek in tapas? Een authentiek Spaans eetzaakje is For Amur Bar And Tapas. Naast de lekkere hapjes heeft de familie het er sfeervol ingericht, in vintage-stijl.
Voor een goede paella of verse vis zeg ik: ga naar La Xerna del Mar. Je zult er vooral Spanjaarden zien trouwens, maar laat dit nou juist een goed teken zijn.
Indien je een knapperige pizza wilt eten, kijk dan bij Bocca Di Forno Pizza Napolitana of bij La Vecchia Roma. Het zijn beide uitstekende pizzeria’s.
Tot slot heb ik een ontbijttip voor je: Restaurante Con Alma Denia. Hier moet je zijn wanneer je van een gezonde start van je dag houdt. Denk aan smoothie bowls, verse sappen en gepocheerde eieren met zuurdesembrood. Ook de lunchopties zullen je blij maken, zo flansen ze er overheerlijke salades met van alles en nog wat in elkaar.
Waar in Dénia raad ik je aan om te overnachten?
Heb je al beslist waar in Dénia je gaat overnachten? Ik heb een aantal leuke slaapplekken voor je geselecteerd. Goed nieuws: accommodaties zijn hier over het algemeen een stuk goedkoper dan in nabijgelegen plaatsjes als Jávea en Moraira.
Qua hostels is Hostal L’Anfora de beste optie om voor te gaan. De herberg ligt aan de Esplanada Cervantes en dichtbij zowel de haven als de oude stad. Ondanks dat de naam anders doet vermoeden heb je er overigens geen slaapzalen. Wel goedkope eenpersoonskamers.
Zit je liever in een comfortabel hotel? Kijk in dat geval bij Hotel Nou Roma of het smaakvol ingerichte Maison Marineta. Uitzicht op het strand heb je bij Hotel Noguera Mar op Playa Els Molins en het luxere Hotel Los Ángeles Denia op Playa de Les Bovetes.
In de old town huur je een prima studio bij Apartment La Esquina. Het is er rustig, je hebt alles wat je nodig hebt en de meeste plekken liggen op maximaal 10 minuten loopafstand. Een goed alternatief is Casita del Castillo.
Ben je met meerdere mensen, dan is een appartement aan te raden. Cascadas de la Marina bij de haven is wat dat betreft een fijne plek met drie slaapkamers.
Bekijk hier alle accommodaties in Dénia
Hoe zit het met transport in Dénia?
Als ik in Dénia kom doe ik alles te voet. Vanuit de haven loop je eenvoudig naar het kasteel en de oude stad.
Om de omgeving te verkennen is het aan te raden om een auto te huren. Maak daarvoor gebruik van Discover Cars, zij geven je na een paar simpele klikken de beste en meest voordelige opties.
Een fiets huren kan ook, My Denia Rent is een van de betere fietsverhuurders. Veel fietspaden vind je er echter niet, je zult daarom veelal op de autoweg terechtkomen.
Hoe kom je in Dénia?
Zowel Alicante Airport als Valencia Airport liggen op ongeveer 1,5 uur rijden vanaf Dénia, het vliegveld van Alicante ligt net iets dichterbij.
Om vanuit Alicante Airport naar Dénia te komen heb je vier mogelijkheden: de auto, de publieke bus, een minivan of de taxi. Huur je een auto, regel dit dan via het al getipte Discover Cars.
Hieronder kun je direct je ophaallocatie invoeren en in enkele simpele klikken boeken:
De publieke bus is van touroperator Alsa en tevens de goedkoopste optie. Je doet er dan echter wel dik 2 uur over, omdat je over moet stappen in Alicante-centrum.
Ten slotte is er de transfer per minivan, een rit van 1,5 uur verzorgt door Beniconnect. Tickets voor de publieke bus en Beniconnect koop je via deze website. Een taxi zal je al snel 150 euro kosten, dus kijk eerst naar de andere opties.
Vanaf de luchthaven van Valencia is het met de bus minder gebruikelijk om naar Dénia te komen. Daar is een taxi of zelf een auto huren het handigst.
Tot slot is het goed om te weten dat er in Dénia een tramstation is, deze bevindt zich rond de haven bij Paseo del Saladar. Met bijvoorbeeld Altea (1 uur en 20 minuten reistijd), Calpe (45 minuten reistijd) en Benidorm (30 minuten reistijd) zijn er goede verbindingen. Vanuit Benidorm vertrekken bovendien Alsa-bussen, de reistijd is zo’n 45 minuten.
En, heb jij Dénia op de planning staan? Heb je vragen of opmerkingen? Laat het weten in de comments 🙂 !
Leuk artikel. Denia is een leuk stadje. Maar vergeet vooral niet bij je autoverhaal de vele verschrikkelijke fietsers te vermelden die voor gevaarlijke situaties zorgen. Wij vermijden daarvoor de berg ook al is het tijdverschil zo’n beetje 40 minuten. De berg is 14 minuten, omrijden van javea naar denia is 45 minuten
Hoi Astrid,
Vind dat zelf best meevallen eigenlijk.
Ben er vorige week nog een paar keer overheen gereden en heb toen maar één fietser gezien, die overigens netjes aan de kant bleef.
Maar, inhalen van een fietser is met al die bochten en de smalle weg behoorlijk link.
Wist trouwens niet dat de reistijd zoveel verschilt! Da’s bizar.