Nadat ik eerder al de Fansipan heb beklommen en Sapa met de mountainbike had verkend, leek het me gaaf om in deze omgeving een meerdaagse trekking dwars door het heuvelachtige landschap en de rijstterrassen te maken.
In dit verhaal neem ik je mee naar deze tweedaagse, bijna 40 kilometer lange, hike die ik samen met m’n gids heb gemaakt. Het is een bijzondere wandeling geworden waarbij we een hoop mooie ervaringen hebben opgedaan.
Hoe ziet de trekking eruit?
De eerste dag is een trip van ongeveer 18 kilometer die ons van Giang Ta Chai naar Lao Chai voert. In totaal hebben we er 5,5 uur over gedaan. Dag 2 brengt ons vanuit Lao Chai naar het centrum van Sapa. De afstand is nagenoeg hetzelfde als de eerste dag, namelijk 18 kilometer, die we in minder dan 5 uur hebben gehiked.
Begin dag 1: starten tussen de locals in de vallei van Lao Chai
Omdat Su May -dezelfde gids als waarmee ik de Fansipan beklommen heb- en ik om 08.30 uur hebben afgesproken, heb ik mijn wekker om 07.45 uur gezet. Ik word al eerder wakker, zo rond 7 uur. Daarom zet ik het alarm uit. Als ik weer wegval en ontwaak, is het al 07.55 uur. Misschien had ik de wekker beter aan kunnen laten staan.
Snel douchen, ontbijten en wachten op Su May. Het blijkt echter dat iemand me met een motorbike uit de vallei naar boven zal brengen, aangezien ze daar bij de hoofdweg op me staat te wachten. Dit wist ik niet en zodoende kom ik iets later aan.
Geen man over boord gelukkig.
Ik stap de bus in en Su May vraagt nog even of ik lekker geslapen heb. Zeker, zeg ik. Datzelfde geldt voor haar.
We rijden naar het beginpunt van de hike: Giang Ta Chai. De wandeling terug naar de homestay in Lao Chai is zo’n 18 kilometer lang.
De dag kan beginnen 🙂 .
Door de rijstterrassen omhoog
Nadat we de vallei in zijn gelopen, gaan we vrijwel direct behoorlijk steil omhoog op een pad dat ons langs prachtige rijstterrassen brengt. Ook komen we uit bij een riviertje waar allerlei paarse bloemetjes naast groeien:
Na eraan te ruiken, blijken ze overigens geheel geurloos.
Het is nog behoorlijk mistig, maar inmiddels weet ik dat iedere dag in Sapa meestal op deze manier begint. Wat later op de ochtend trekt het doorgaans open en is alles mooi helder.
We wandelen recht een heuvel op. Nog voordat ik boven ben, zie ik een waterbuffel vredig in het gras grazen.
Net als ik wil zeggen dat ik nog geen andere mensen heb gespot, loopt er dik 50 meter een groepje van 3 omhoog. Met name de man van ik schat 27 lijkt het er zwaar mee te hebben. “Heavy?” vraag ik aan ‘m als ik dichterbij kom en hij knikt bevestigend. Enigszins in strijd daarmee ga ik joggend naar de top. Daar pak ik een rustmomentje en wacht ik op Su May.
Als ze er is, gaan wij naar rechts en de andere wandelaars naar links. We zijn dus weer alleen.
Een giftige plant met een speciaal verhaal
Even later zie ik een, op het oog, onschuldige en weinig mooie plant:
Echter, achter deze plant (de stengel met 4 bladeren aan de linkerkant) gaat een bijzonder verhaal schuil. Namelijk het volgende:
In Vietnam kent men een andere sterrenbeeld dan ik en jij gewend zijn. Afhankelijk van het jaar waarin je geboren wordt, kom je overeen met een bepaald dier. Ik ben bijvoorbeeld een kat.
Anyway, het is officieel niet toegestaan dat bepaalde dieren met elkaar trouwen. Zo kan een slang niet met een kat gaan. Het komt daarom voor, al was dit met name in het verleden zo, dat de ouders van een jongen of meisje verbieden dat hij of zij met een bepaalde persoon trouwt. Een huwelijk zou ongeluk brengen. Deze ouders dragen vervolgens iemand anders aan, iemand die hun zoon of dochter soms helemaal niet kent.
Dit alles leidde ertoe dat de persoon die wilde gaan trouwen ongelukkig werd. Sommigen van hen namen daarom een hap van de plant, wat ervoor zorgde dat zij binnen 2 uur hun laatste adem uitbliezen.
Bizar verhaal toch?
Ik doe net alsof ik een blaadje ga eten, waarna Su May me aankijkt alsof ik niet spoor. Ze heeft gelukkig al snel door dat het een grapje is.
We wandelen door over lastige weggetjes.
Waar Su May eenvoudig over de ‘evenwichtsbalken’ loopt, is dit voor mij nogal wennen:
Het is me sowieso wel duidelijk dat ze nogal behendig is. Ook legt ze steile stukken naar beneden, over vaak modderachtige paden, als een wervelwind af. Ik heb nog een hoop te leren.
Als ik de balk-loop succesvol heb doorstaan, ga ik daarna alsnog op m’n plaat. Ik glijd uit, en val een stukje naar beneden. En het enge is dat de afgrond best diep is. Gelukkig kan ik me vastklampen aan een paal en valt het allemaal mee.
Dan belanden we bij een waterval waar we even bijkomen:
We zijn op grote hoogte en kijken onze ogen uit. Dat is althans wat ik doe. De diepe dalen met bossen, planten, hier en daar een huisje, rijstterrassen en waterbuffel. Ondanks dat ik dit de afgelopen dagen al veel heb gezien, blijft het indruk maken. Ik heb soms het idee dat we in een verbeterde uitgave van de Zwitserse Alpen zijn aanbeland.
Lunchen op authentieke wijze
Via een zigzag-weg komen we bij een huis in aanbouw bovenop een berg uit. Dat het uitzicht mooi is, zal je weinig meer verbazen denk ik:
Dit is de plek waar een H’mong-gezin woont, bestaande uit 4 personen. Zoals je misschien wel weet, is de H’mong is een van de 5 minderheidsgroeperingen die in Sapa en omstreken leeft. We stoppen hier voor een lunch.
De man is weg, aan het werk. De Moeder en 2 kinderen zijn wel aanwezig. De laatstgenoemden zijn overigens erg verlegen, al komen ze soms op enige afstand kijken wie of wat ik eigenlijk ben.
Su May praat samen met de vrouw in het H’mongs. Ik vraag of ik mee kan helpen met eten bereiden, en ik krijg daarop wat groenten in mijn hand geduwd. Het is de bedoeling dat ik de bladeren van de stengels afpluk.
Een voor een wordt alles gemaakt. Su May -die haar kenmerkende rode muts opheeft- kookt de aardappels, bakt de groenten, daarna zijn de kip met wortel en champignons aan de beurt en tot slot een omelet met wat verse kruiden erin. Dit alles in een pan die wordt verhit door 4 bamboestronken:
Een spatel hebben we niet. Stokjes wel. Omdraaien van de omelet is daarom een ware kunst, zelfs voor Su May. Toch lukt het haar behoorlijk.
Tijd om aan te schuiven.
Honger heb ik inmiddels wel gekregen van de expeditie. Het lijkt net alsof ik nog nooit zulke lekkere gekookte aardappels opheb. Met de olie en de kruiden, smaakt het geweldig. Het eten met stokjes gaat me steeds makkelijker af, al besluit ik voor de rijst toch maar een lepel te vragen.
Een nogal raar miauwende jonge poes, het lijkt eerder op een oud kuchend omaatje, eet met ons mee. Zelfs de groenten worden gewaardeerd. Maar de kip is toch echt favoriet.
Ik bied aan om onze spullen af te wassen, dan heb ik ook het idee nog iets teruggedaan te hebben. De moeder des huizes, die in de ‘voortuin’ aan het vegen is, is me daar erg dankbaar voor.
De 2 kinderen komen vol belangstelling kijken hoe ik dit kunstje uitvoer, al is de werkelijke reden denk ik dat ze het simpelweg bijzonder vinden om een blonde toerist van dichtbij te zien.
Na in de lokale taal bedankt te hebben, is het tijd om verder te gaan. Als ik het meisje een hand geef, schudt ze ‘m lichtjes. Uit verlegenheid is haar hoofd bijna 180 graden gedraaid, maar dat kan ik wel begrijpen.
Als je zonder water zit
Aangezien ik tijdens onze break niks gedronken heb, begin ik dorst te krijgen. Zelf heb ik alleen geen water meer, ik had die ochtend slechts een halfgevuld flesje meegenomen dat al lang en breed op was.
Su May heeft nog, maar ze is nogal verkouden waardoor het ons beiden niet verstandig lijkt om daarvan te drinken.
Even doorzetten dan maar.
En alsof het zo moet zijn, komen we uit bij een boerderijtje waar een teil met vers bergwater staat, aangevoerd door een pijpleiding:
Wanneer het water via een dergelijke leiding komt, is het doorgaans erg zuiver, zo hoor ik van Su May. Ze checkt het en zegt dat ik ervan kan drinken. Ik denk dat ik wel een liter naar binnen werk. Lekker.
Mensen zijn hier trouwens niet te bekennen. Enkel kippen, waarvan de mannetjes een nogal opgewonden indruk maken. Meerdere malen zie ik een vrouwtje voor haar leven rennen als er meerdere mannen achter haar aangaan.
Het meest angstige gedeelte van de dag
Uit het niets voeren we dan ineens een wat dieper gesprek. Over het leven. Su May had me eerder al verteld dat ze op haar 17e getrouwd is en inmiddels 2 kinderen heeft. Nu geeft ze aan liefst 8 broers en zussen te hebben.
Haar broer gaat over een paar dagen trouwen. Of ik naar de bruiloft wil komen. Dat lijkt me wel wat, zeg ik. Die afspraak staat dus.
Dan vraagt ze naar mijn situatie, en kan ik niet anders dan vertellen dat ik een van m’n 2 zussen verloren ben. Ze is hier merkbaar door aangedaan en zegt “sorry” tegen me. Ik stel haar gerust door te zeggen dat het oké is. Het is immers een onderdeel van m’n leven, waar ik mijn ogen niet voor sluit.
In een wat lager tempo gaan we verder.
Het is deze aangelegde vijver die me opvalt:
Nee, dit is geen verregend rijstveld maar een plek die wordt gebruikt om catfish te kweken. Als je denkt dat alles hier biologisch is, nee dus.
Wanneer we op een zandweg uitkomen, rent er vanuit mijn ooghoek een agressief blaffende hond op ons af. Su May pakt een steen vast en adviseert me door te lopen. Ze volgt me, maar het beest helaas ook. Gelukkig hebben we ‘m een paar minuten later afgeschud.
Ja, dit was even schrikken. Voor hetzelfde geld…
“This is the nicest part,’ roep ik naar Su May als we bij een mooi uitkijkpunt uitgekomen zijn. “Take a picture, for me it’s nothing.” Begrijpelijk, als je alles al tig keer hebt gezien. Voor mij is dit echter geen dagelijkse kost:
Behalve de mooie natuur, lopen we langs een varken en even verderop spotten we haar baby’s:
Afdalen is wat we nu doen. Over een lang pad dat uit een soort klei lijkt te bestaan. Soms denk ik: hoe ga ik dit aanpakken? Het zal je dan ook niet verbazen dat ik kort daarna wegglijd.
Su May rent vrolijk op los. Ik kan wederom niets anders dan concluderen dat ik qua afdalingen een groentje ben. Vergeleken met haar in ieder geval.
Even later zijn we terug in de vallei waar de dag begon. Nog voordat het 3 uur is, komen we aan in de homestay.
Gek genoeg heb ik totaal niet idee bijna 20 kilometer te hebben gelopen. Aangezien ik nog energie overheb, ga die middag nog een workout doen. Ik word aangekeken alsof ik gek ben, al kan ik dat wel begrijpen.
In de avond krijg ik nog een voetmassage aangeboden, maar omdat ik deze 2 dagen ervoor al heb gehad toen ik terugkwam van het mountainbiken, besluit ik om beleefd nee te zeggen. De massage is overigens echt een heerlijke beloning na een dag (flink) bezig geweest te zijn. Om het af te maken, krijg je nog een warm voetenbad met allerlei kruiden. Naderhand val je als een blok in slaap 🙂 .
Begin dag 2: bossen vol met bamboe
Vanaf de homestay vertrekken we samen om 10.00 uur. Relatief laat, maar mij hoor je niet klagen.
Via het mistige dal klimmen we omhoog om door het bosrijke landschap te hiken. Bossen die tot mijn verbazing volstaan met talloze bamboebomen, soms vergezeld door enkele kwispelende varkens:
Een stukje verderop is een groepje locals aan het werk. Een man is met een schop bezig om de grond vlak te maken. Iemand anders, een vrouw, duwt een kruiwagen aan. Helemaal rechts voorziet een groep mensen haar van grind. Er is nog niets van te zien, maar binnenkort staat hier dus een nieuw huis:
Als we daarna door een bos wandelen, waar op een bordje staat dat vuur verboden is, lopen we via de mistige rijstterrassen een piepklein dorpje binnen. Een man die bij z’n woning bezig is, groet me lachend. Symbool voor de rust die op deze plek heerst, staat deze vredige en voor deze omgeving opvallend gekleurde hond:
Vandaag lijkt het trouwens mistig te blijven, al komt de zon soms even door.
De hond wil ook wat
Via een pad, dat iets weg heeft van een weg door de jungle, komen we bij een lokaal restaurantje uit om te eten. Dit is overigens de eerste plek waar ik vandaag andere Westerlingen zie. Wat dat betreft is het ons goed gelukt om toeristen te ontwijken.
Ik moet zeggen dat ik nog niet echt honger heb. Dik 2 uur daarvoor heb ik nog 4 pannenkoeken met banaan op. Maar ach, een beetje energie tanken lukt meestal wel.
Echter, ik krijg mijn reusachtige bord noodles niet op. Ik heb al iemand gespot die de rest vermoedelijk eenvoudig naar binnen krijgt. Dat is de hond die onder de tafels aan het speuren is naar restjes. Ik geef ‘m mijn bord:
En inderdaad, in minder dan 10 seconden is het opgegeten.
Afwisselingen tussen hoog en laag
Na de lunch, hiken we verder naar beneden. Slapende honden, wilde zwijnen, varkens, eenden met piepende kuikentjes en een nakijkende waterbuffel, is wat we behalve het groene berglandschap tegenkomen.
Via een brug, die overigens minder spannend is dan ik in eerste instantie denk, lopen we over een rivier die behalve water grotendeels uit stenen bestaat:
Daarna volgt al snel de weg omhoog. Het is een weg die soms wat smal is, maar gelukkig voor mij wordt de afgrond gemaskeerd door de vele bomen en planten.
Su May is ondertussen bezig om voor ons beiden een haarband te maken van een tak vol met bladeren. Ik zet ‘m op, maar hij blijkt te groot. Uiteindelijk krijg ik die van haar. Voor Su May te ruim, voor mij perfect.
Ik zie middenin de natuur een waterval tevoorschijn komen, al is deze niet oogstrelend of zo. Toch blijft zoiets bijzonder.
Nadat we doorlopen, is er een zandpad dat ons door een vallei heenleidt. Grappig is dat ik 3 paarden zie staan, de eerste keer dat ik deze dieren in Sapa zie:
Een flinke helling naar het eindpunt
Su May zegt dat we ons in de buurt van Cat Cat bevinden, een dorpje vlakbij het centrum van Sapa. “Only 1 hour,” oftewel we zijn er bijna.
Dit laatste stuk is behoorlijk pittig. Pittig omdat we letterlijk van beneden naar boven moeten zien te gaan over erg steile gedeeltes. Soms stop ik even om rustig om me heen te kijken. Niet omdat ik ergens naar op zoek ben, maar vanwege de schitterende omgeving:
Na zo nu en dan wat explosieve sprintjes uit mezelf te persen, begint het zweet te komen. Altijd een lekker gevoel vind ik.
Ik wacht op Su May. Ze is alleen nergens te bekennen, waardoor ik twijfel. Zit ik hier wel goed? Dan zie ik een paraplu met daaronder een kleine persoon verschijnen. We zijn weer bij elkaar.
Krap een half uur later hoor ik auto’s toeteren. Het teken dat we de levende wereld weer hebben bereikt.
Waar boek je deze tour?
Ik heb deze excursie gedaan via Friends Travel Vietnam, een tourbedrijfje dat gevestigd is in Hanoi. Sidney, de behulpzame Nederlandse eigenaar, zorgt ervoor dat alles tot in de puntjes wordt verzorgd. Zo krijg je een massage, fijne accommodatie, heerlijk eten en goed Engelssprekende gidsen.
In samenwerking met hen bied ik je via deze link de mogelijkheid om Sapa-tours met 5% korting te boeken. Gebruik tijdens het boekingsproces de kortingscode: RBBLG.
Een andere prima mogelijkheid is om je tour te regelen via Get Your Guide. Zij bieden heel wat toffe excursies aan door de schitterende omgeving van Sapa.
Ga jij backpacken in Azië?
Dan ga ik je graag helpen 🙂 . Samen met een team van Azië-kenners heb ik Backpackgids Azië ontwikkeld. De missie is duidelijk: zorgen dat jouw reis een groot succes wordt.
Onder meer de volgende issues komen aan bod:
Hoe stippel ik een route uit? Welke route(s) kan ik volgen? We geven je er meer dan 70.
Hoe kan ik kosten besparen en toch maximaal genieten?
Hoe blijf ik veilig en gezond tijdens mijn reis?
Waar moet ik als backpacker zijn?
Welke cruciale dingen mag ik niet vergeten voor ik vertrek?
Welke accommodatie past bij mij?
Wil jij meer weten over het grootste Nederlandstalige backpackpakket voor Azië-reizigers?
Leuk om te lezen! Ik kan niet wachten, wi starten 5 April met onze 14 maanden durende reis om te beginnen met de Filipijnen. Na je blogs wil ik ook zeker naar Sapa!
Groetjes, Nadine
14 maanden, lekker hoor!
Sapa is zeker een aanrader ja 🙂 . Vergeet ook zeker niet om daarna naar Ha Giang te gaan.
Fijne reis.