24 tips om geld te besparen tijdens het backpacken

Geld besparen tijdens het backpacken, het klinkt niet meteen als iets fijns hè? Ik bedoel, ‘besparen’ wijst op denken in schaarste, terwijl je reis juist iets moet zijn waar het om overvloed gaat, ja toch?

Je wilt zoveel mogelijk toffe dingen meemaken, ervaringen om nooit meer te vergeten.

Daarom wil ik direct een misverstand uit de wereld helpen: het is niet zo dat je door geld te besparen een minder leuke reis zult hebben. In tegendeel zelfs. Door de tips die ik met je deel hou je geld over om meer te genieten tijdens het backpacken. Je kunt er andere leuke dingen van doen of simpelweg langer reizen.

Zo, nu ik het bovenstaande misverstand heb weerlegd, kunnen we verdergaan 🙂 …

Ikzelf backpack al sinds 2011 en heb zodoende een hoop tips die je helpen om een centje over te houden op reis. Zeker indien je dure bestemmingen als Japan, Australië, Nieuw-Zeeland of Chili bent kan het snel gaan met je budget. En da’s helemaal niet nodig, echt niet.

Is geld besparen dan alles waar het om draait tijdens je avontuur?

Nee! Ga je er de nadruk op leggen, schiet je je doel voorbij. Het belangrijkste is nog altijd om zoveel mogelijk uit je reis te halen. En ja, daar horen zo nu en dan ook betaalde uitstapjes bij. Maar vergeet niet dat ervaringen -gratis en betaald- je reis kleur geven. Belevenissen die je je voor je leven zal herinneren.

Hoe zit het met mezelf? Yep, ik ben absoluut een budgetbackpacker. Persoonlijk boeien luxe accommodaties en hippe eettenten enzovoorts me niet. Zo vind je mij meestal in lokale restaurantjes en eet ik voor omgerekend een of enkele euro’s. En weet je wat nu het mooie is: het zijn juist deze eetzaken waar je de échte smaak van het desbetreffende land leert kennen, in plaats van aan toeristen aangepaste gerechten zonder karakter.

Om een lang verhaal kort te maken: onnodig geld over de balk smijten, waarom zou je?

Precies! En daarom heb ik 24 tips om geld over te houden tijdens het backpacken. Het zijn stuk voor stuk tips die ik zelf toepas, en dus niet een of ander gekopieerd (nietszeggend) lijstje. Neem ze door en maak er een vette reis van!

1. Spreek met locals en andere backpackers

Doen, doen, doen!

Los van het feit dat een local de beste spots van een gebied kent, is het ook gewoon interessant en gaaf om zo iemand te leren kennen. De insider-tips die ze jou kunnen geven zullen je doorgaans meer reisplezier, inspiratie en geldbesparing opleveren.

Als je geen idee hebt hoe je een local moet benaderen, denk dan vooral niet te moeilijk en wees niet terughoudend. Je kunt een simpele vraag stellen, bijvoorbeeld: “Kom je hier vandaan?” of “Weet je toevallig een goede en lokale plek om te eten?”

Overigens zullen de lokale mensen niet altijd behulpzaam zijn. Zo merk ik op Bali dat verkopers, taxi-chauffeurs, scooter-verhuurders en warung-eigenaren vaak gewoonweg zoveel mogelijk geld bij je proberen los te peuteren. Je hebt op een gegeven moment het idee continu genaaid te worden, zeker als je ‘de weg’ niet kent.

Naast een praatje te maken met de locals hebben andere reizigers regelmatig tips die van pas komen. Kom uit je schulp en praat erop los dus 😉 .

2. Zorg dat je de basis van de taal kent

Wanneer je enigszins de taal onder de knie hebt van het land waar je naartoe gaat, krijg je veelal een dot respect van de locals. Dit respect kan weer leiden tot meer loyaliteit. Daarnaast kun je jezelf goed verstaanbaar maken en sta je sterker in onderhandelingsposities.

Zodra je Engels praat en laat blijken niets van de lokale taal te weten, ben je doorgaans die typische toerist en een makkelijk doelwit voor de verkopers. Spreek je daarentegen een beetje een lokaal woordje, is het allemaal anders.

Ik merk het altijd heel erg in Indonesië, ik spreek namelijk een klein woordje Indonesisch. Als ik over een markt struin en ik vraag: “Berapa satu kilo, harga lokal?” -wat zoiets betekent als: hoeveel kost het per kilo, de lokale prijs graag-, kijkt men me positief verrast aan en zie je direct dat ze je net zoals een local behandelen.

3. Reis vooral niet te snel

Slow Travel.

Oftewel, breng meer tijd door op minder bestemmingen. Reizen gaat niet alleen om het afvinken van een bucketlist, maar vooral goed om genieten en zonder stress te kunnen leven. Een voordeel van je niet continu verplaatsen is dat het je geld bespaart. Je voorkomt bovendien reismoe te worden.

Met name vervoer is een kostenpost die er aardig hard in kan hakken. Hoe minder je er gebruik van maakt, hoe beter voor je portemonnee. En bovendien: waarom zou je zo rap alweer op de bus of het vliegtuig stappen als je het naar je zin hebt?

Hiermee bedoel ik trouwens niet te zeggen dat je persé langzaam moet reizen. Doe vooral wat bij jou past.

4. Vraag om korting voor een langer verblijf

Bij nogal wat accommodaties daalt de prijs naarmate je meerdere dagen blijft. Meestal kun je speciale week- en maandtarieven bedingen.

Zo kan je 1 week je eigen kamer in een leuk guesthouse hebben, terwijl je in een hostel misschien meer kwijt bent wanneer je simpelweg de dagprijs had betaald.

Die kortingen kun je echter niet op een platform als Booking.com zien, daar blijft de teruggerekende dagprijs (nagenoeg) hetzelfde. Op Airbnb zie je de korting wel, al is de servicefee daar asociaal hoog – rond de 20%.

Hoe pak je dit aan?

Boek bijvoorbeeld 1 nacht online, kijk hoe het bevalt en vraag de eigenaar naar de mogelijkheden.

Een persoonlijk voorbeeld: ik zit nu op het Thaise eiland Koh Lanta in een hartstikke comfortabele kamer inclusief buitenkeuken. Ik heb besloten om hier minimaal 1 maand te blijven. De dagprijs is 20 euro. Per maand betekent dat dus 620 euro. Raad eens wat ik maandelijks betaal? 175 euro! En vanaf Koh Lanta kun je een hoop uitstapjes maken, waardoor je alsnog het gevoel hebt te reizen in plaats van vast te zitten op een honk. Denk aan Koh Phi Phi, Koh Jum, Koh Rok, Koh Kradan, Koh Ngai, Koh Mook, Koh Lipe en ga zo maar door.

Zie afdingen niet als iets onbeschofts, probeer het gewoon. Mij heeft het meerdere malen vette winst opgeleverd. Wanneer je bovendien weet wat de plaatselijke salarissen zijn, besef je je al snel dat het bedrag inclusief korting wat je betaalt voor lokale begrippen helemaal niet heel weinig is.

5. Eet streetfood

Oké, dit is wellicht een inkopper, maar streetfood is goedkoop en bovendien superlekker. Zeker in Azië ben ik er dol op.

Toen ik in 2011 voor het eerst ging backpacken ben ik volledig losgegaan in Bangkok. Qua streetfood welteverstaan 😉 . En ik zal je eerlijk vertellen: ik vond streetfood bij aftandse kraampjes doorgaans lekkerder dan het eten in de gelikt uitziende eetzaken.

Let op bij welke kraampjes je de locals ziet, dit blijken doorgaans de goedkopere en meest lekkere spots om te eten. Hier proef je de authentieke keuken. Het leuke aan streetfood is daarnaast dat je voor je neus het kookspektakel te zien krijgt, de kok kan er soms een heel spektakel van maken. Een belevenis op zich.

Enne, laat je niet bang maken door de horrorverhalen die je nogal eens hoort. Mensen die ziek geworden zijn van streetfood, de ijsklontjes gevaarlijk zijn en het onhygiënisch is. Grotendeels onzin als je het mij vraagt, in de meeste gevallen dan hè!

Naast streetfood zijn uiteraard ook de écht authentieke eettentjes aanraders. Die tentjes die er vaak niet uitzien, met plastic krukken en tafels die zowat uiteenvallen, tentjes waar enkel en alleen locals zitten.

6. In de dure landen: kook zo nu en dan zelf

Als je in een accommodatie verblijft waarin een keuken aanwezig is, maak hier dan gebruik van. Zeker wanneer je in een relatief duur land bivakkeert, waar buiten de deur eten een rib uit je lijf is.

In Australië is het bijvoorbeeld gebruikelijk dat er een keuken in je hostel zit, in Zuidoost-Azië minder. In Zuidoost-Azië is uiteten gaan echter al snel net zo duur of zelfs duurder dan zelf koken.

7. Eet (net) buiten de toeristische gebieden

In steden vind je nogal eens de welbekende old towns, regelrechte trekpleisters voor toeristen. De prijzen voor eten en drinken liggen er doorgaans een stuk hoger vergeleken met de iets minder toeristische straten.

Zo ook in Chiang Mai. Struin door de oude binnenstad en je ziet tal van toeristische eetspots die voor lokale begrippen duur zijn. Wanneer je de oude stadsmuren verlaat en richting de studentenwijk Santitham wandelt kom je ineens veel leukere lokale restaurantjes tegen waar je voor de helft van de prijs eet.

Loop gewoon een blokje om, kijk bij wijze van spreken een of twee straten verder en de budgetopties liggen waarschijnlijk voor het oprapen.

8. Shop op de ‘juiste’ plaatsen

Daarmee bedoel ik: ga naar de markten waar locals hun boodschappen doen. Hier betaal je een fractie van de prijs vergeleken met de reguliere winkels.

Als je maar wel onderhandelt, zeker richting buitenlanders zet men nogal eens hoger in dan je zou moeten betalen.

Dat gezegd hebbende: lang niet alle markten zijn daadwerkelijk lokale markten. Veel plekken, ook al staan ze bekend als ‘markt’, richten zich louter op toeristen. Je kunt het al snel zien: zie je amper locals lopen, dan weet je genoeg.

9. Je kunt ook je eigen koffie maken

Koffie, vind jij het ook zo lekker? Zeker op die warme dagen is een verfrissende ijskoffie voor mij zo’n beetje het beste wat ik me kan wensen.

Of je nou van de latte, cappuccino, espresso of welke variant dan ook bent, koffie is vrijwel overal behoorlijk prijzig. 2 tot 5 euro voor een bakkie is de norm. Drink je er twee per dag, maak dan zelf maar de berekening wat het je per maand kost…

De oplossing? Een espressopotje of een aeropress aanschaffen en je bakkie zelf maken.

En tuurlijk, soms in een sfeervolle koffietent iets eten en drinken is natuurlijk helemaal prima. Maak je er echter een gewoonte van, dan wordt het een dure hobby. En bovendien is het leuk om zulke bezoekjes enigszins speciaal te houden, ja toch?

10. Koop niet telkens een fles water

In welk land je ook bent, een fles water kost gemiddeld genomen 0,50 eurocent tot 1,50 euro. Buiten alle plastic troep die het veroorzaakt is het ronduit dom om zoveel geld aan je dagelijkse portie water te besteden.

Veel guesthouses hebben waterdispensers om gratis gebruik van te maken. Koop ergens een glazen literfles en vul ‘m bij wanneer die op is. Easy peacy!

Wanneer je ergens iets langer blijft kun je -net als de locals doen- een watergallon in je kamer zetten. Daarin zit 16 tot 20 liter water voor minder dan 1 euro, je kunt dus wel ff vooruit 🙂 .

Ten slotte is een fles met filter een optie, zodat je kraanwater te allen tijde kunt drinken.

11. Doe zelf de was

Zweten, iedere dag is het weer zover. Helemaal indien je in een iets warmer land bent. En een backpackreis is vaker wel dan niet in een heet land.

Ik spoel iedere dag mijn bezwete kleren onder de douche uit, of ik doe een handwasje. Zo gepiept.

Laat je je was telkens bij een wasserette doen, is minimaal 1-2 euro per kilo zo’n beetje de regel. Heb je 3 kilo was en was je iedere week, dan zie je dus al wat je kwijt bent.

Kies voor de handwas in plaats van je was bij een wasserette of in je ho(s)tel te laten doen. Dit levert je (veel) geldbesparing op. En het is lekker fris, in plaats van een hoopje muffe kleding ergens in een hoekje te droppen.

Ga naar de supermarkt, schaf een blok wasmiddel aan en een schrobbertje om eventuele vlekken eruit te krijgen. Klaar is kees!

Een alternatief voor de handwas is een wasmachine zelf gebruiken, en dus niet per kilo betalen. In Thailand heb je bijvoorbeeld machines waar je voor 20 baht, ongeveer 50 eurocent, een was draait. In landen als Nieuw-Zeeland en Australië betaal je eerder 3 tot 4 euro per was.

12. Doe gratis activiteiten

Vergis je niet, je hebt tig activiteiten die je voor nop kunt doen. Ga naar een lokale markt, hike in een national park, trek erop uit met de fiets, ga zwemmen bij een waterval of chill op het strand.

En een van de mooiste gratis activiteiten is de Free Walking Tour, die je in nagenoeg iedere stad vindt. Het kost je niks, je leert de ins en outs van de stad in kwestie én je ontmoet meteen een stel leuke mensen, misschien wel iemand waarmee je besluit om je reis te vervolgen. Gaaf!

Zo zijn er nog talrijke mogelijkheden. Doe er je voordeel mee.

Af en toe een betaalde tour boeken raad ik je trouwens net zo goed aan hoor. Zoals ik in het begin al zei: ze horen er ook bij en brengen je vaak op de mooiste plekjes. Denk aan meerdaagse bergbeklimmingen, snorkel- en duik-excursies en trektochten door de jungle.

13. Laat je pinpas thuis als je gaat stappen

Heb je een wilde stapavond voor ogen? Please, laat je bankpas thuis en neem cash mee. Tenminste, als je de volgende ochtend niet berooid wakker wilt worden. De koppijn van de kater is denk ik al erg genoeg.

Voor cash geldt: op=op. Met een pinpas op zak ben je sneller in de verleiding om geld te pinnen bij de dichtstbijzijnde bank. Zeker als je een drankje (teveel) op hebt.

Een ander pluspunt: je kunt je pinpas nu in elk geval niet verliezen. En gelukkig maar, want dan zit je echt in de shit.

14. Ontwijk torenhoge pinkosten

Pinnen en vervolgens in je bank-app zien dat er 10 euro of meer aan kosten van je rekening is afgeschreven. Nope, het is bepaald niet uitzonderlijk, en ik spreek uit ervaring.

En weet je waar het helemaal verbijsterend is? In Thailand. Buiten de kosten die m’n eigen bank rekent, betaal je per transactie telkens 220 baht, rond de 6 euro. Per pinbeurt kwam het bij mij steeds neer op 20 tot zelfs 25 euro betalen. Bizar gewoon.

Je kunt al deze kosten omzeilen door gebruik te maken van Wise. Doe dit! Via hen kun je tegen hele lage kosten geld overboeken naar buitenlandse rekeningen. Nu ik in Thailand verblijf, maak ik in het geval ik geld nodig heb iets over naar mijn guesthouse-eigenaar. Hij pint het vervolgens kosteloos bij de bank en geeft het mij daarna in cash. Scheelt me dus 20 tot 25 euro!

Wise biedt bovendien pinpassen aan zonder commissies bij het pinnen. Je krijgt de eerlijke wisselkoers en niet allerlei opslagkosten zoals de Nederlandse bank van je vraagt. De kosten die de lokale bank rekent, bijvoorbeeld in Thailand, betaal je wel gewoon. Die kun je niettemin met het bovenstaande voorbeeld omzeilen 🙂 .

Krijg je tijdens het pinnen de vraag of je with or without conversion je transactie wilt doen, kies dan steevast voor without.

15. Reis zoals de locals doen

Oftewel, pak niet voor alles het vliegtuig, de toeristische minivans of de taxi. Doe wat de lokale mensen doen, en maak gebruik van het openbaar vervoer.

Zo neem ik in Filipijnen regelmatig een ‘Jeepney‘ om van A naar B te komen. Een gave ervaring in zo’n uitbundige bak, zo tussen al locals in. En bovendien uitermate goedkoop, al proberen ze je nogal eens te flessen aangezien ze kunnen vragen wat ze willen. Vraag aan de andere inzittenden wat zij betalen om zo de eerlijke prijs te krijgen. Hetzelfde geldt voor bemo’s in Indonesië, bijvoorbeeld als je in Labuan Bajo op Flores zit.

Het duurt dan misschien wat langer en soms is het wat minder comfortabel, maar het is zeker het overwegen waard.

Zo heb ik in Bangkok niet zelden de lokale rode stadsbus genomen, je ziet het stokoude ding hierboven op de foto. Lachen toch 😀 ?

En onlangs pakte ik op Bali een lokale bus van Ubud naar het vliegveld, een rit van 2 uur. Je gelooft niet wat dit koste: 4.400 roepia, 25 eurocent! Terwijl de taxi 500.000 roepia bedroeg, dik 100 keer zoveel dus.

Het reizen met het openbaar vervoer in een stad als Kuala Lumpur is juist supercomfortabel. De trein/metro daar brengt je binnen een mum van tijd naar iedere uithoek van de stad, korte ritjes al voor omgerekend 30 eurocent. Nou, wat wil je nog meer?

’s Nachts reizen bespaart je trouwens eveneens. Je hoeft dan geen accommodatie te boeken, aangezien je in de bus of trein slaapt. In Azië en Zuid-Amerika zijn nachtbussen heel gebruikelijk.

16. Spreek altijd van tevoren de prijs af met een taxichauffeur

Op de kleinere eilanden rijden bijna nooit officiële taxi’s. Meters kun je dus vergeten.

Thailand als voorbeeld: hier op Koh Lanta zijn het tuk-tuk’s, en op Koh Phangan gebruikt men ‘songthaews’ als taxi, een soort pick-ups waarin je achterin tegenover elkaar zit.

Spreek je voor het instappen geen prijs af, reken er dan maar op dat ze je naaien. Zeker op Koh Phangan is het ronduit schrikbarend welke bedragen gevraagd worden.

Tuin verder niet in de geijkte trucs als: “This is a very cheap price,” terwijl alles in je schreeuwt dat je besodemieterd wordt. Of de andere list: “Please give me tip,” om er ook nog zonde gêne de gewilde hoeveelheid fooi bij te vermelden. Opzouten, we hadden een prijs afgesproken die notabene al veel hoger dan gebruikelijk was!

Tot slot heb je de situatie met ‘vaststaande’ woekerprijzen die op een bord geschreven staan, bij aankomst in de haven. Op de eilanden valt daar helaas weinig aan te doen. Taxi-maffia.

17. Gebruik taxi-apps

Taxi-apps besparen je geld en gedoe. Je boekt zo namelijk relatief goedkope taxi’s en je hoeft niet meer over de prijs te bakkeleien.

Vooral in Zuidoost-Azië kun je flink voordeel pakken. Grab is de bekendste speler, en specifiek in Indonesië en Thailand is ook Gojek populair. Via deze apps kun je tevens motorbike-taxi’s boeken, veelal voor een spotprijs.

In Zuid- en Midden-Amerika heb je met Uber, Cabify en Didi de grootste spelers, al bieden die niet zoveel voordeel als de voorgenoemde apps in Zuidoost-Azië. Soms kan BlaBlaCar je uit de brand helpen, al moet er dan net het traject beschikbaar zijn dat je zoekt.

Vergelijk de prijzen tussen de apps om zo de beste deal te scoren.

18. Huur een scooter voor minimaal 1 week

De kans is groot dat je tijdens je reis een scooter huurt, vooral indien je bestemming Zuidoost-Azië is. Ben je dit van plan, huur er dan een voor meerdere dagen en probeer op die manier de prijs te drukken. Per week en zeker per maand kun je rekenen op fikse kortingen.

Om je twee voorbeelden te geven: hier op Koh Lanta kost een scooter 200 baht per dag. Per maand zou dit 6.200 baht betekenen. De maandprijs is desondanks slechts 2.100 baht. Op Bali hetzelfde: de prijs is 70.000 roepia per dag. Per maand is 800.000 roepia gangbaar.

Echter, heb je het hier niet over met de verhuurder en verleng je steeds met een paar dagen, dan zal hij je in veel gevallen gewoon de dagprijs geven. Wees dus mondig en laat zien dat je weet hoe het werkt.

Voor de huur van een fiets geldt trouwens hetzelfde.

19. Voor een roadtrip: een auto kopen bespaart geld

In landen als Nieuw-Zeeland, Australië en ook Chili is roadtrippen erg populair. Het geeft ultieme vrijheid en is in die landen gewoonweg goedkoper dan op de reguliere manier rondreizen.

De vraag is in die gevallen vaak: ga ik een auto(camper) huren of kopen? Indien je van plan bent langer op pad te gaan, bijvoorbeeld minimaal 1 maand, zou ik altijd voor kopen kiezen. Je bespaart zo (een hoop) geld, helemaal als je je beseft dat je het voertuig aan het eind voor hetzelfde bedrag (of soms zelfs meer!) kunt verpatsen.

Nu was het in mijn geval in Nieuw-Zeeland iets minder rooskleurig, aangezien ik iets in de balancering naar de gallemiezen had geholpen. Ik kreeg toen slechts een fractie terug van wat ik betaald had, al was ik nog steeds vele malen goedkoper uit dan in het geval waarin ik er een gehuurd had.

Ga je voor kortere tijd en wil je een auto huren voor een leuke prijs? Check dan Discover Cars .

20. Check 12Go om de echte prijs te weten te komen

Je bent net geland op het vliegveld en loopt de aankomsthal in. Daar stormen taxichauffeurs en eigenaren van transportbedrijven op je af. Ze kunnen je allemaal voor een “Cheap price“naar je bestemming brengen “My friend“.

Waarschijnlijk weet je niet wat zo’n ritje moet kosten en daarom adviseer ik je om gebruik te maken van 12Go Asia. Dit een hele fijne website als het om vervoer gaat, wereldwijd. Je kunt hierbij eenvoudig checken wat de normale prijs voor een taxi of minivan zou moeten zijn, en zo over de prijs onderhandelen.

Een andere mogelijkheid is om simpelweg je transfer alvast online te boeken via hetzelfde 12Go Asia. Zo heb je al dat gedoe niet wanneer je aankomt. En minstens zo belangrijk: het scheelt je veel euro’s.

21. Reis met alleen handbagage

Of in andere woorden: pak niet teveel in. Ik reis met een kleine 30-liter backpack en dat bevalt supergoed. Geen gesleur en ik heb binnen 5 minuten de boel ingepakt. Hier laat ik je zien wat ik meeneem.

Buiten het comfortabele aspect levert het je geldbesparing op wanneer je met het vliegtuig of in sommige gevallen de bus reist. De prijsvechters in de luchtvaart rekenen steevast extra kosten voor extra bagage. Met handbagage ontwijk je die. En in Sri Lanka kun je niet met bepaalde lokale bussen mee als je een grote koffer of tas bij je hebt, je bent dan tot duurder vervoer veroordeeld.

PS. Check indien mogelijk altijd online in voor je vlucht. Indien je tas (iets) te zwaar is -vaak is 7 kilogram toegestaan-, hoef je ‘m niet te wegen en wordt het daarna niet meer gecontroleerd.

22. Sport gratis buiten

Fit blijven op reis is heus zo moeilijk niet, met een paar simpele (maar killende!) burpees kom je al een heel eind. En daarvoor hoef je niet naar een dure fitness, plus qua tijd valt het ook allemaal wel mee.

Zo doe ik zelf al meer dan 10 jaar vrijwel alles buiten qua sport. Als ik een stang of boom met de juist tak zie kan ik me optrekken en andere oefeningen met betrekking tot calisthenics doen, de al genoemde burpees kunnen werkelijk overal en maken je enorm fit, rekoefeningen en yoga (check Breath and Flow op YouTube) is net zo goed bijna op iedere plek mogelijk, net zoals hardlopen en ga zo maar door. Kijk ook in parken, daar vind je zo nu en dan sportgedeeltes met rekken en dergelijke.

Je komt dus niet als een dikke, uitgebluste backpacker thuis, integendeel zelfs. Maar eveneens van belang: het bespaart je veel geld. Want gyms, evengoed in het goedkope Zuidoost-Azië, kunnen zomaar 10 euro tot 15 euro per bezoek kosten. Oké, je hebt er tevens van 2 euro tot 5 euro, al blijken die schaars. Daarbij is het in de buitenlucht trainen zoveel fijner, maar da’s hoe ik het ervaar natuurlijk.

Van al het buitensporten leer je bovendien nieuwe dingen met je eigen lichaamsgewicht, zonder apparaten dus. Zo kan ik sinds een poosje de handstand, inclusief opdrukken. Echt vet om te doen.

Nu ik al deze tips op papier zet kom ik net terug van mijn burpee-sessie: 200 zo snel mogelijk. Erna lekker handstanden en rekken. En nu voel ik me heerlijk 🙂 .

23. Je hoeft echt niet persé een simkaart

Besparen op een simkaart, het klinkt een beetje zielig, vind je niet? Het scheelt je 10 of 20 euro per maand, daarmee misschien niet meteen heel interessant. Niettemin heb je er in veel landen serieus geen nodig, omdat er werkelijk overal wifi is. Om te navigeren kun je de app Maps.me gebruiken, die je offline naar je gewenste bestemming gidst.

Daarom heb ik op bijvoorbeeld Bali en in Thailand nooit een lokale simkaart. Voor mij is de hoofdreden dat ik niet continu online hoef te zijn. Op mijn kamer ben ik al genoeg bezig met de digitale wereld. En je weet hoe het werkt: heb je de hele tijd internet en je krijgt een appje, heb je je telefoon er voor je het weet weer bij gepakt. Minder op je telefoon zitten en meer daadwerkelijk ervaren, het bevalt mij supergoed!

Yep, in bepaalde landen is een simkaart wel min of meer noodzakelijk. Denk aan Australië en Nieuw-Zeeland, waar het niet ongebruikelijk is om op campings extra te betalen voor de wifi. Af en toe zelfs in hostels! Dan kan je beter je eigen sim hebben

24. Gebruik apps die je inzage geven in je uitgaven

TravelSpend is een handige app om je uitgaven gedurende je reis op een rijtje te zetten. Zo zie je in een handomdraai waaraan jij de laatste maand je geld kwijt was.

Bovendien kan je op die manier direct zien waar de eventuele bottleneck zit en vervolgens snijden in (onnodige) kosten. Lang niet iedereen weet waar zijn of haar geld naartoe gaat namelijk. Ondanks dat dit misschien heel logisch lijkt.

Zelf heb ik overigens weinig met zulke apps en alles tot in het diepste detail bijhouden, ik zou eerlijk gezegd niet eens weten hoeveel ik nou precies per maand kwijt ben op m’n reizen. Desondanks weet ik van mezelf dat ik het allemaal vrij slim aanpak, en eigenlijk altijd minimalistisch leef (zonder dingen die ik wil te laten schieten). Alle bovenstaande tips pas ik zo’n beetje toe, dan kan het niet misgaan natuurlijk 🙂 .

Maar goed, ik ben jij niet en voor een heleboel mensen is TravelSpend heel erg handig gebleken de laatste jaren. Wellicht is het ook iets voor jou?

Heb jij nog meer tips om geld over te houden? Laat het hieronder weten 🙂 !